Neuropsychologie 15. Flashcards
Neuropsychologie 15.
Wat is epilepsie?
Een chronische hersenaandoening.
Wat gebeurt er tijdens epilepsie in de hersenen?
Overmatige elektriciteitsaanvallen.
Aan welke 3 criteria moet een epileptische aanval voldoen volgens de klinische praktijk?
Minstens 2 aanvallen met een interval van 24 uur, 1 aanval met de waarschijnlijkheid dat iemand er nog een krijgt of de diagnose van het epilepsiesyndroom.
Wat is het international league against epilepsy?
Een raamwerk voor de classificatie van epilepsie.
In welke 3 stappen wordt de diagnose epilepsie gediagnosticeerd?
Eerst het aanvalstype, daarna het type epilepsie en vervolgens of wordt gekeken of dit overeenkomt met een specifiek epilepsiesyndroom.
Waar moet rekening mee worden gehouden in het epilepsie raamwerk?
Comorbiditeit.
Wat is een focale aanval?
Aanvallen die ontstaan als gevolg van epileptische ontladingen in specifieke delen van de hersenen.
Tussen welke 2 soorten wordt er onderscheid gemaakt tijdens focale aanvallen?
Intacte of verminderde gewaarwording.
Hoelang duurt een focale aanval gemiddeld?
Enkele seconden tot enkele minuten.
Wat is een tonisch clonische aanval?
Een gegeneraliseerde aanval met schokken en spiertrekkingen.
Wat is een aanval met een gegeneraliseerd begin?
Een aanval die begint aan beide kanten van de hersenen, er is hierbij altijd sprake van bewustszijnsverlies.
Wat is tonisch?
Verstijving van het lichaam.
Wat is clonisch?
Schokken in het lichaam, aan een of beide kanten.
Wat is atone aanval?
Wegval van spierspanning.
Wat is status epilepticus?
Als een aanval van epilepsie te lang duurt.