Neuro-urologie Flashcards

1
Q

Autonome disregulatie zie je bij spinale niveau ……

A

T6 of hoger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stelling:
MS heeft in vrijwel alle stadia een risico op hoge druk blaas (DSD)

Juist of onjuist?

A

Onjuist.
Beginstadia alleen (sub)corticale laesies dus geen DSD.
Gevorderde stadia kan in principe wel, maar vaak toch veilig door incomplete laesies spinaal en intacte sensoriek daardoor. Hoge druk geeft dan incontinentie en persisteert niet als hoge druk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel procent van de CVA patiënten heeft last van urine-incontinentie?

A. 33%
B. 23%
C. 13%

A

B. 23% (eigenlijk 24 want 23,6).

Ezelsbrug kan ik zo 1,2,3 niet bedenken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij welke aandoening heeft ongeveer de helft van de mensen last van urine incontinentie?

A. MS
B. CVA
C. Dwarslaesie
D. Parkinson

A

A én C

MS 51%
Dwarslaesie 52%

Ezelsbrug: in tweeën delen.
MS = 2 woorden,
Dwars laesie ook. (Of deelt je ruggenmerg in twee delen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel procent van de Parkinson-patiënten heeft urine-incontinentie?

A. 33%
B. 23%
C. 13%

A

A. 33%

Ezelsbrug:
Par-kin-son = 3x3 letters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stelling:
Sacrale laesies zijn altijd veilig (lage druk blaas).

Juist of onjuist?

A

Juist.
Alles slap: sfincter, detrusor, anus, penis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Één stelling is juist, welke?

  1. Een intacte mictiereflex betekent per definitie geen kans op detrusor-sfincter dyssynergie.
  2. Een verstoorde mictiereflex gaat per definitie gepaard met een risico op detrusor-sfincter dyssynergie.
A
  1. Juist. Bij de intacte mictiereflex is er een werkende antagonistische functie tussen blaas (knijpen) en sfincter (relaxatie).
  2. Onjuist. Het klopt wel dat bij infrapontiene en supraspinale laesies de verstoorde mictiereflex met een risico op DSD gepaard gaat. Echter, sacrale laesies zijn veilig (want alles slap) terwijl daarbij wel de mictiereflex verstoord is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De timing van mictie wordt bepaald in:

A) de cortex en subcortex
B) het pontiene continentiecentrum
C) de sacrale mictiereflex

A

A
Dus (sub)corticale laesies zoals Parkinson geven verlies van timing bij een verder intacte mictiereflex (pontiene mictiecentrum)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stelling:
De insula is waar epileptische insulten vandaan komen.

Juist / onjuist?

A

Onjuist
(Weet ik niet eens zeker)

Maar in ieder geval is de insula (cortex) betrokken bij mictie omdat het informatie ontvangt over de blaasvulling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verband tussen de Romeinse waterwegen en de hersenactiviteit tijdens mictie?

A

Aquaduct.

Romeinen bouwden aquaducten voor hun watervoorziening.
Periaquaductale grijs is een subcorticaal hersengebied dat betrokken is bij besluitvorming of mictie gaat plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stelling:
De mictiereflex wordt geregeld in het subcorticaal gelegen mictiecentrum.

Juist / onjuist?

A

Onjuist, dit wordt in het pontiene mictiecentrum geregeld (pons dus).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stelling:
De mictiereflex wordt geregeld in het subcorticaal gelegen mictiecentrum.

Juist / onjuist?

A

Onjuist, dit wordt in het pontiene mictiecentrum geregeld (pons dus).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Koppel de volgende receptoren aan de bijpassende neurotransmitter:

Muscarine - ….
Beta-3 - …
Alfa-1 - …

A

Muscarine - acetylcholine
Beta-3 - noradrenaline
Alfa-1 - noradrenaline

Omslachtige geheugensteun:

Muscarine klinkt als spier en meeste spier zit op de blaas en en de meeste medicamenteuze opties zijn anticholinergica

Bèta mimeticum om niet te plassen => bèta is sympaticus => past bij noradrenaline

Alfa blokken om te plassen => alfa is sympaticus => past bij noradrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De nervus pudenus ontvangt signalen van

A de blaas
B de urethrale sfincter
C zowel de blaas als de sfincter

A

B de urethrale sfincter

(Van en naar o.a. urethrale sfincter, bekkenbodem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De nervus pudendus is een
A motorische zenuw
B sensorische zenuw
C gemengde zenuw

A

C gemengde zenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De nervus pelvicus gaat naar

A de blaas
B de urethrale sfincter
C zowel de blaas als de sfincter

A

A de blaas

(Van en naar de blaas)

17
Q

De nervus pelvicus is een
A motorische zenuw
B sensorische zenuw
C gemengde zenuw

A

C gemengde zenuw

18
Q

Wat is de juiste volgorde mechanisme achter autonome dysregulatie?

A: Vasodilatatie onder laesie –> vasoconstrictie boven laesie –> tachycardie en hypotensie

B: vasoconstrictie onder laesie –> bradycardie –> vasodilatatie boven laesie –> hypertensie

C: vasoconstrictie onder laesie –> hypertensie –> bradycardie –> vasodilatatie boven laesie

A

C

Prikkel onder Th 6 –> vasoconstrictie onder niveau laesie –> hypertensie –> compensatie parasympaticus boven laesie dmv bradycardie –> vasodilatatie boven laesie

19
Q

Hoe hoog is hypertensie bij autonome dysregulatie?

A

20-40 mmHg boven baseline

Of volgens mij diastolisch >120mmHg of systolisch >200 mmHg

20
Q

Welke symptomen zie je bij autonome dysregulatie?
(Meerdere goed)

A: bleek boven niveau van laesie
B: rode vlekken boven niveau van laesie
C: wazig zien
D: kriebelhoest
E: transpireren over hele lijf
F: hoofdpijn

A

B,C,F

Bleek ONDER niveau van laesie
Verstopte neus, niet hoesten
Transpireren gezicht, nek en schouders

21
Q

Wat is de behandeling van autonome dysregulatie?

A. Nifidepine 20mg iv
B. Recht op zitten en benen laag
C. SIT oproep

A

B

Rechtop zitten en benen laag + oorzaak wegnemen

Bij onvoldoende effect met RR diast>120 en/of syst >200
- 10 mg nifidepine sublinguaal

Na 30 minuten geen effect
- 25 mg capropil sublinguaal

Alnog onvoldoende effect
- ICC cardio

22
Q

Hoeveel procent van dwarslaesie patienten heeft asymptomatische bacteriurie?

A

65-90%

23
Q

Wat is de oorzaak van de eerste piekincidentie stenen bij neuro-uro patienten?

A: immobilisatie en CAD
B: hypercalciurie en immobilisatie
C: infectiestenen
D: Verminderde vochtintake

A

B

Infectiestenen en verminderde vochtintake latere incidentie

24
Q

Wat is de behandeling voor inco bij man met neuro-uro problematiek?

A

AMS

Evt male sling en ACT ballon (laatste veel explantatie)

25
Q

Wat is de behandeling voor inco bij vrouw met neuro-uro problematiek?

A

Autologe fascie sling, mits mogelijkheid tot CIC

Alternatief is TVT of AMS

26
Q

Wat zijn de doelen van behandeling bij neuro uro pt?
(Meerdere mogelijk)

A: beschermen hogere urinewegen
B: continentie
C: minder asymptomatische bacteriurie
D: voorkomen CAD

A

A+B

  • beschermen hogere urinewegen
  • voorkomen complicaties
  • continentie
  • QoL