moeilijke woordjes Flashcards
de achternaam
der Zuname
de burgerlijke stand
der Personenstand
het huwelijksaanzoek
der Heiratsantrag
verblijven
sich aufhalten
de identiteitskaart
der Ausweis
de documenten
de stukken
die Unterlagen
de vergunning
de toelating
die Genehmigung
de verblijfsvergunning
die Aufenthaltserlaubnis
het bericht
de beschikking
de aanslag
der Bescheid
de dagindeling
der Tageablauf
vallen
een val maken
stürzen
een dutje
das Nickerchen
uitrusten
rusten
sich ausruhen
haastig
gehaast
eilig
de haarborstel
die Bürste
het maandverband
die Binde
de luier
die Windel
knippen
schneiden
het kroost
der Nachwuchs
het condoom
das Präservativ
blinken
blitzen
de maag
der Magen
de spier
der Muskel
op elkaar lijken
sich ähnlich sehen
aanraken
anfassen
opvangen
mitbekommen
genereus
gul
vrijgevig
großzügig
verstandig
redelijk
vernünftig
ernstig
serieus
ernsthaft
brutaal
respectloos
ondeugend
frech
enthousiast
begeistert
geruststellen
kalmeren
beruhigen
zich druk maken
zich opwinden
sich aufregen
zenuwachtig
onrustig
aufgeregt
gepikkeerd
beleidigt
nadenken
sich überlegen
misselijk zijn
misselijk worden
übel sein
übel werden
onthouden
sich merken
uitgeput
fertig
erledigt
de kanker
der Krebs
de spoedeisende hulp
die Notaufnahme
de afdeling
die Station
het geneesmiddel
die Arznei
de injectie
het spuitje
die Spritze
vermoeien
uitputten
anstrengen
de haring
der Hering
de slagroom
die Schlagsahne
zacht
weich
de oogst
die Ernte
de augurk
die Gewürzgurke
de prei
der Lauch
het eten
de kost
die Verpflegung
de pan
der Topf
het kruid
de specerij
das Gewürz
de azijn
der Essig
de knoedel
der Kloß
het slokje
der Schluck
het servies
das Geschirr
de schaal
die Schüssel
de vork
die Gabel
het restaurant
die Gaststätte
het evenement
die Veranstaltung
de caféhouder
de restauranthouder
der Wirt
de bar
der Tresen
die Theke
genoeg hebben aan
reichen
gerust
alvast
ruhig
het blikje
die Büchse
de doos
het pakje
die Schachtel
de kist
de krat
der Kasten
het magazijn
das Lager
etaleren
uitstallen
ausstellen
de uitverkoop
der Schlussverkauf
de kassabon
der Kassenzettel
in de rij gaan staan
sich anstellen
het reçu
die Quittung
bewaren
aufheben
de (speciale) aanbieding
das Sonderangebot
pingelen
feilschen
afhankelijk van
naargelang
je…nach
elk
ieder
telkens
je
hoe… des te
je…doch
elk
jeweils
heel
totaal
geheel
gesamt
extra
bijkomend
zusätzlich
enig
einziger
bijna
beinahe
delen door
dividieren durch
de stropdas
der Schlips
de panty
maillot
die Strumpfhose
de mouw
der Ärmel
de mouwen opstropen
die Ärmel hochkrempeln
de laars
der Stiefel
het ondergoed
die Unterwäsche
schattig
snoezig
goldig
de haarspeld
die Haarspange
de draad
der Faden
de rits
der Reißverschluss
het stuk grond
perceel
das Grundstück
het plafond
die Decke
de ladder
die Leiter
de schakelaar
der Schalter
uitzetten
ausschalten
het (muur)behang
die Tapete
verven
schilderen
streichen
de (deur)bel
die Klingel
de brievenbus
der Briefkasten
de begane grond
benedenverdieping
das Erdgeschoss
de verdieping
de etage
das Stockwerk
de trede
het opstapje
het afstapje
die Stufe
de lift
der Aufzug
de gang
der Flur
der Korridor
het bad
de badkuip
die Badewanne
de kraan
der Wasserhahn
lauw
lauwarm
de la
die Schublad
comfortabel
gemakkelijk
bequen
het rek
de open kast
de plank
das Regal
het kussen (slapen)
das Kissen
het beddengoed
die Bettwäsche
het tapijt
vloerkleed
der Teppich
het fornuis
de oven
der Herd
de diepvrieskist
die Gefriertruhe
horen (in de kast)
staan
kommen
het stof
der Staub
dweilen
(nat)afnemen
afvegen
wischen
afwassen
spülen
vies
vuil
smerig
dreckig
de bezem
der Besen
vegen
kehren
het grofvuil
der Sperrmüll
de vuilnisbak (buiten)
die Mülltonne
de spullen
rommel
troep
das Zeug
het glasafval
das Altglas
de advertentie
annonce
das Inserat
adverteren
inserieren
vergeefs
vergeblich
tevergeefs
umsonst
te betalen
fällig
inclusief
einschließlich (+G)
de servicekosten
die Nebenkosten
de borg(som)
die Kaution
ernaast
hiernaast
nebenan
het onroerend goed
vastgoed
dei Immobilie
dakloos
obdachlos
de naaste
het familielid
der/die Angehörige
opvoeden
erziehen
zich staande houden
zich laten gelden
sich behaupten
de neef
der Vetter
voor de wet trouwen
standesamtlich heiraten
het geregistreerd partnerschap
die eingetragene Lebenspartnerschaft
het rekening houden met
die Rücksicht
opkomen
moeite doen
sich einsetzen
afpsreken
ausmachen
overbrengen
ausrichten
zwaaien
winken
praten
sich unterhalten
deelnemen
meedoen
bijdragen
sich beteiligen
de stap
der Schritt
het detail
die Einzelheit
ongewoon
ausgefallen
om het even
ongeacht
einerlei
onverschillig
gleichgültig
wat mij betreft
meinetwegen
zich informeren
sich erkundigen
op de hoogte brengen
laten weten
Bescheid sagen
de inlichting
die Anleitung
beschrijven
vertellen
uiteenzetten
darstellen
de beschrijving
de weergave
de uiteenzetting
die Darstellung
de raad
het advies
der Ratschlag
grondig
nauwkeurig
eingehend
uitvoerig
uitgebreid
ausführlich
iemand utikomen
schikken
passen
jemandem recht sein
iemand gelijk geven
jemandem recht geben
geschikt
passend
geeignet
ongetwijfeld
inderdaad
zeker
allerdings
instemmen
het eens zijn
zustimmen
de vergunning
die Genehmigung
inwilligen
goedkeuren
genehmigen
wat mij betreft
wat jij wil
voor mijn part
meinetwegen
von mir aus
berispen
afkeuren
tadeln
geschikt zijn
sich eignen
lukken
slagen
klappen
begrijpelijk
te begrijpen
nachvollziehbar
fantastisch
großartig
geweldig
fantastisch
klasse
verschrikkelijk
fürchterlich
opgelucht
erleichtert
tegemoetkomen
entgegenkommen
niet hoeven
nicht brauchen (+zu+infinitiv)
het eens worden
sich einigen
overeenkomen
afspreken
abmachen
of…of
entweder…doch
kennelijk
blijkbaar
offenbar
wel
wohl
iemand niet geloven
jemandem etwas nicht abnehmen
rekening houden met
mit etwas rechnen
te binnen schieten
einfallen
insgelijks
hetzelfde
ebenfalls
ebenso
onhandig
ungeschickt
nergens
nirgends
nirgendwo
het verijwt
der Vorwurf
iets niet pikken
sich etwas nicht gefallen lassen
afwijzen
weigeren
ablehnen
afslaan
ausschlagen
tegenstrijdig
widersprüchlich
de tegenstelling
der Gegensatz
tegen
kontra
foeteren
schelden
schimpfen
vreselijk
entsetzlich
vreselijk
verschrikkelijk
furchtbar
dringend verzoeken
sommeren
auffordern
het dringende verzoek
de oproep
die Aufforderung
toch
(vb: laat me toch met rust)
maar
bloß
eisen
vorderen
fordern
vereist
noodzakelijk
erforderlich
vereisen
erfordern
aanspraak maken op
claimen
auf etwas Anspruch erheben
eens
even
mal
de voorzichtigheid
die Vorsicht
stoppen met
ophouden met
lassen