17 Berufs- und Arbeitsleben Flashcards
het beroep
der Beruf
een beroep kiezen
gaan werken (als)
einen Beruf ergreifen
een beroep uitoefenen
einen Beruf ausüben
beroepshalve
beruflich
werkend
berufstätig
het werk
de baan
die Arbeit
werken
werk verrichten
einer Arbeit nachgehen
aan het werk gaan
an die Arbeit gehen
sich an die Arbeit machen
welken als
arbeiten als
werkzaam zijn als
beschäftigt sein als
zijn
sein
de architect
der Architekt
de architecte
die Architektin
de arts
der Arzt
de arts (v)
die Ärztin
de fotograaf
der Fotograf
de fotografe
die Fotografin
de kapper
der Friseur
de kapster
die Friseurin
de tuinman
der Gärtner
de tuinvrouw
die Gärtnerin
de werkman
de handwerker
de ambachtsman
der Handwerker
de werkvrouw
de handwerkster
die Handwerkerin
de huisvrouw
die Hausfrau
de huisman
der Hausmann
de conciërge
de huimeester
der Hausmeister
de conciërge (v)
de huismeester (v)
die Hausmeisterin
de ingenieur
der Ingenieur
de ingenieur (v)
die Ingenieurin
de journalist
der Journalist
de journaliste
die Journalistin
de verpleegkundige
der Krankenpfleger
de verpleegkundige (v)
die Krankenschwester
de kunstenaar
der Künstler
de kunstenares
die Künstlerin
de meester
de docent
de leraar
der Lehrer
de juf
de docente
de lerares
die Lehrerin
de manager
der Manager
de manager (v)
die Managerin
de werktuigkundige
der Mechaniker
de werktuigkundige (v)
die Mechanikerin
de verslaggever
der Reporter
de verslaggeefster
die Reporterin
de secretaris
der Sekretär
de secretaresse
die Sekretärin
de maatschappelijk werker
der Sozialarbeiter
de maatschappelijk werkster
die Sozialarbeiterin
de steward
der Steward
de stewardess
die Stewardess
de verkoper
de salesman
der Verkäufer
de verkoopster
de saleswoman
die Verkäuferin
de vertegenwoordiger
der Vertreter
de vertegenwoordigster
die Vertreterin
de wetenschapper
der Wissenschaftler
de wetenschapster
die Wissenschaftlerin
een (tijdelijk) baantje hebben
jobben
de baan
het (tijdelijke) werk
der Jb
de baan
het werk
der Arbeitsplatz
willen worden
werden wollen
de (beroeps)opleiding
die Ausbildung
de praktische opleiding in een bedrijf
die betriebliche Ausbildung
opgeleid
geleerd
ausgebildet
de voorwaarde
de vereiste
die Voraussetzung
de vakopleiding
die Lehre
een (vak)opleiding volgen
in die Lehre gehen
plaats bij een vakopleiding
die Lehrstelle
de leerling (binnen een beroepsopleiding) (oud)
der Lehrling
de leerling (binnen een beroepsopleiding)
der Auszubildende
die Auszubildende
de stage
das Praktikum
een stage volgen
ein Praktikum absolvieren
de stagiair
der Praktikant
de stagiaire
die Praktikantin
het bedrijf
der Betrieb
de fabiek
die Fabrik
het bedrijf
de firma
die Firma
het kantoor
das Büro
naar kantoor gaan
ins Büro gehen
de zaak
de winkel
das Geschäft
de organisatie
die Organisation
de baan
het werk
die Arbeitsstelle
die Stelle
de functiebeschrijving
die Stellenbeschreibung
de vacature
die Stellenauschreibung
een baan zoeken
eine Stelle suchen
in dienst treden
eine Stelle antreten
in dienst nemen
anstellen
in dienst hebben
beschäftigen
werkzaam
beschäftigt
de arbeidsplaats
het werk
de baan
der Arbeitsplatz
in dienst zijn van
dienen
dienen
de bezigheid
de betrekking
de baan
het werk
die Beschäftigung
die Anstellung
de voltijdbaan
de fulltimeaanstelling
die Vollbeschäftigung
de aanstelling
de betrekking
die Anstellung
de employé
de werknemer
der Angestellte
die Angestellte
in dienst zijn
angestellt sein
de stafmedewerker
der leitende Angestellte
die leitende Angestellte
de arbeider
der Arbeiter
de arbeider (v)
die Arbeiterin
de ambtenaar
de beambte
der Beamte
de ambtenaar (v)
de beambte (v)
die Beamtin
de freelancer
de zelfstandige ondernemer
der Freiberufler
de freelancer (v)
de zelfstandige ondernemer (v)
die Freiberuflerin
zelfstandig
selbständig
selbstständig
het werken als zelfstandige
die Selbstständigkeit
een eigen zaak beginnen
sich selbstständig machen
het hoofd
de leidinggevende
der Leiter
het hoofd (v)
de leidinggevende (v)
die Leiterin
de afdeling
die Abteilung
de marketingafdeling
die Marketingabteilung
de directeur
der Direktor
de directeur (v)
de directrice
die Direktorin
de baas
de directeur
de leidinggevende
der Chef
de baas (v)
de directeur (v)
de leidinggevende (v)
die Chefin
populair
geliefd
beliebt
serieus
ernstig
ernsthaft
leiden
aan het hoofd staan
besturen
leiten
voeren
leiden
führen
de leiding
die Leitung
die Führung
de bedrijfsleiding
die Geschäftsleitung
overnemen
übernehmen
afstaan
abgeben
(aan)voeren
leiden
führen
de leiding
het management
die Führung
de leiding van een bedrijf
het leiden van een bedrijf
die Geschäftsführung
toebehoren
zijn van
gehören
hebben
haben
hebben
bezitten
de eigenaar zijn van
besitzen
de eigenaar
der Besitzer
der Eigentümer
der Inhaber
de eigenares
die Besitzerin
de functie
die Funktion
de positie
die Position
de werkgever
der Arbeitgeber
de werkgever (v)
die Arbeitgeberin
de werknemer
der Arbeitnehmer
de werknemer (v)
die Arbeitnehmerin
de medewerker
der Mitarbeiter
de medewerker (v)
die Mitarbeiterin
in dienst nemen
aanstellen
einstellen
de vakman
de professional
der Fachman
de vakvrouw
de professional (v)
die Fachfrau
de vakmensen
de professionals
die Fachleute
de specialisten
die Fachkräfte
de expert
der Experte
de expert (v)
die Expertin
de specialist
der Spezialist
de specialiste
die Spezialistin
vervangen (tijdelijk)
inspringen voor
vertreten
Vertretung machen
de vervanging
die Vertretung
vervangen
ersetzen
bevoegd
onder de verantwoordelijkheid vallend
zuständig
de werzkaamheden
die Tätigkeit
het werk
die Arbeit
de taak
die Aufgabe
verantwoordelijk
verantwortlich
de verantwoordelijkheid
die Verantwortung
de verantwoordelijkheid op zich nemen
Verantwortung übernehmen
de uitdaging
die Herausforderung
het gebied
het domein
der Bereich
praten met
sprechen
gaan
betreffen
sich handeln
handelen
optreden
handeln
handelen met
handelen in
handeln mit
behandelen
gaan over
handeln von
gaan om
betreffen
sich handeln um
persoonlijk
privé
persönlich
werken
arbeiten
op de bouw werken
auf dem Bau arbeiten
bij een omroep werken
voor de tv werken
beim Fernsehen arbeiten
verrichten
presteren
leisten
de prestatie
die Leistung
een slechte prestatie
eine schwache Leistung
het succes
der Erfolg
de mislukking
het fiasco
der Misserfolg
vervullen
voldoen aan
erfüllen
een wens vervullen
einen Wunsch erfüllen
succesvol
erfolgreich
lichamelijk
körperlich
het project
das Projekt
het team
das Team
de collega
der Kollege
de collega (v)
die Kollegin
werken met
arbeiten mit
nauw
eng
de samenwerking
die Zusammenarbeit
samen
zusammen
het netwerk
das Netzwerk
de afspraak
de datum
der Termin
de deadline
de termijn
der Abgabetermin
vast
fest
opschrijven
noteren
aufschreiben
vaststaan
feststehen
vastleggen
bepalen
festsetzen
overeenkomen
vaststellen
vereinbaren
overeenkomen
afspreken
ausmachen
de agend
der Terminkalender
het geval
der Fall
in ieder geval
auf jeden Fall
auf alle Fälle
de vergaderign
die Sitzung
de vergadering
het overleg
die Besprechung
organiseren
organisieren
het congres
de conferentie
die Konferenz
uitstellen
verzetten
verschieben
afwezig
abwesend
aanwezig
anwesend
spoed-
haast hebben
eilig
haast hebben
es eilig haben
de spoed
de haast
die Eile
geen haast hebben
keine Eile haben
zich haasten
eilen
bezig
beschäftigt
de stress
de (werk)druk
der Stress
zwaar
belastend
stressig
onder stress staan
unter Stress stehen
kapot
stuk
doodop
kaputt
uitgeput
erschöpft
fertig
de communicatie
die Kommunikation
het coflict
der Konflikt
zich bezighouden
sich beschäftigen
ordenen
orde brengen in
ordnen
de orde
die Ordnung
de aantekening
de notitie
die Notiz
noteren
aantekenen
opschrijven
(sich) notieren
opschrijven
aufschreiben
de notulen
das Protokoll
faxen
faxen
de fax
das Fax
het faxnummer
die Faxnummer
bellen
opbellen
aan de telefoon zijn
telefonieren
ontbieden
willen spreken
verlagnen
bereiken
erreichen
telefonisch beschikbaar zijn
telefonisch erreichbar sein
de aanbeveling
het aanraden
het advies
die Empfehlung
onderhandelen
verhandeln
de website
de webpagina
de homepage
die Homepage
de link
der Link
das Link
de zoekmachine
die Suchmaschine
het contract
de overeenkomst
der Vertrag
de arbeidovereenkomst
der Arbeitsvertrag
eindigen
enden
de voorwaarde
die Bedingung
de conditie
die Kondition
uitvoeren
afhandelen
doen
erledigen
zorgvuldig
nauwgezet
sorgfältig
precies
genau
de werktijden
de arbeidstijden
die Arbeitszeit
de dienst
der Dienst
de ochtenddienst
der Frühdienst
de deeltijd
die Teilzeit
deeltijds werken
arbeiten (in) Teilzeit
de voltijdbaan
die Vollzeit
halve dagen
halbtags
overeenkomen
afspreken
vereinbaren
het overuur
het overwerk
die Überstunde
hard
zwaar
hart
op werkdagen
door de week
werktags
het einde van de werktijd
de tijd na het werk
der Feierabend
vrij zijn
vrij hebben
freihaben
prevé
privaat
persoonlijk
privat
de vakantie(reis)
het verlof
der Urlaub
met vakantie zijn
in Urlaub sein
im Urlaub sein
vakantie (aan)vragen
Urlaub beantragen
(een dag/week) vrijaf nemen
vrij nemen
sich (einen Tag/ eine Woche) frei nehmen
op reis gaan
verreisen
het vrouwenquotum
die Frauenquote
de gelijke rechten
de gelijke behandeling
die Gleichberechtigung
verdienen
verdienen
de verdienste
het loon
der Verdienst
goed verdienen
gut verdienen
het salaris
das Gehalt
een salaris ontvangen
ein Gehalt beziehen
een vast salaris
ein sicheres Gehalt
ein festes Gehalt
laag
niedrig
hoog
hoch
de loon
het salaris
der Lohn
het inkomen
das Einkommen
het jaarlijks inkomen
das Jahreseinkommen
vergoeden
terugbetalen
ersetzen
erstatten
een gezin onderhouden
eine Familie ernähren
de inkomsten
die Einnahme
rijk
vermogend
reich
arm
arm
de luxe
der Luxus
zich iets veroorloven
sich den Luxus gönnen
de rijkdom
het vermogen
der Reichtum
de welvaart
der Wohlstand
de armoede
die Armut
het ontslag
de opzegging
die Kündigung
ontslag nemen
opzeggen
kündigen
ontslag nemen voor het einde van de maand
ontslag nemen voor het einde van het kwartaal
zum Monatsende kündigen
zum Ende des Quartals kündigen
ontslagen worden
gekündigt werden
het ontslag
die Entlassung
ontslaan
entlassen
waard
wert
veel waard zijn
weinig waard zijn
niets waard zijn
viel wert sein
wenig wert sein
nichts wert sein
de ondernemingsraad (OR)
het lid van de OR
der Betriebsrat
het lid van de OR (v)
die Betriebsrätin
een klacht indiene
sich beschweren
de klacht
die Beschwerde
de vakbond
die Gewerkschaft
het vakbondslid
der Gewerkschafter
die Gewerkschafterin
de staking
der Streik
staken
streiken
het werk neerleggen
in staking gaan
die Arbeit niederlegen
voldoende
toereikend
ausreichend
de kwalificatie
die Qualifikation
zich ontwikkelen
(sich) qualifizieren
gekwalificeerd
bekwaam
qualifiziert
de bijscholing
de extra opleiding
die Weiterbildung
zich verder ontwikkelen
bijscholen
sich weiterbilden
de bijscholing
de training
die Fortbildung
de sollicitatie
die Bewerbung
solliciteren
sich bewerben
de sollicitatiestukken
die Bewerbungsunterlagen
het cv
der Lebenslauf
de loopbaan
der berufliche Werdegang
het rapport
het diploma
het getuigschrift
das Zeugnis
het getuigschrift
de referentiebrief
das Arbeitszeugnis
zich voorstellen
sich vorstellen
het sollicitatiegsprek
das Vorstellungsgespräch
het visitekaartje
die Visitenkarte
de indruk
der Eindruck
de kans
die Chance
de ervarign
die Erfahrung
ervaring opdoen
Erfahrungen sammeln
de capaciteit
de vaardigheid
die Fähigkeit
de kennis
die Kenntnisse
het talent
de aanleg
das Talent
die Begabung
het organisatietalent
das Organisationstalent
dromen
träumen
droom-
van iemand dromen
Traumen-
de droomcarrière
die Traumkarrier
wisselen
veranderen van
wechseln
van baan veranderen
den Arbeitsplatz wechseln
het gebied
het domein
das Gebiet
het onderwerp
het thema
das Sachgebiet
het vakgebied
das Fachgebiet
de carrière
die Karriere
een grote carrière voor de boeg hebben
eine große Karriere vor sich haben
de positie
de functie
die Position
naar een functie solliciteren
sich auf eine Position bewerben
de baan
het werk
de arbeidplaats
der Arbeitsplatz
de werkloosheid
die Arbeitslosigkeit
werkloos
arbeitslos
erwerbslos
de werkloze
iemand zonder werk
der Arbeitslose
die Arbeitslose
Duits arbeidsbureau
die Agentur für Arbeti
de aanspraak
der Anspruch
het recht
das Anrecht
aanspraak maken op iets
auf etwas Anspruch erheben
iets opeisen
een beroep doen op iets
etwas in Anspruch nehmen
het pensioen
die Rente
met pensioen gaan
in Rente gehen
persioen aanvragen
Rente beantragen
de gepensioneerde
der Rentner
der Pensionär
de gepensioneerde (v)
die Rentnerin
die Pensionärin
het (ambtenaren)pensioen
die Pension
met pensioen gaan
in Pension gehen
elektronisch
elektronisch
de computer
der Computer
der Rechner
de pc
der PC
de monitor
der Monitor
het (beeld)scherm
der Bildshcirm
het touchscreen
der Touchscreen
de laptop
der Laptop
das Laptop
het (computer) programma
das Programm
installeren
installieren
de software
die Software
de hardware
die Harware
ontwikkelen
entwicklen
de drive
das Laufwerk
de harde schijf
die Festplatte
de usb-stick
der USB-Stick
de e-mail
die E-Mail
das E-Mail
(e-)mailen
mailen
checken
checken
de (computer)muis
die Maus
de muisklik
der Mausklick
markeren
arceren
markieren
klikken
klicken
aanklikken
klikken op
anklicken
de klik
der Klick
het toetsenbord
die Tastatur
typen
tippen
de toets
die Taste
aansluiten
anschließen
de gebruiker
der User
der Nutzer
de gebruiker (v)
die Userin
die Nutzerin
inloggen
sich aanmelden
sich einloggen
uitloggen
zich afmelden
sich ausloggen
het wachtwoord
das Passwort
het gebruik
die Nutzung
het bestand
die Datei
opslaan
speichern
een bestand aanmaken
eine Datei anlegen
een bestand openen
eine Datei öffnen
een bestand sluiten
eine Datei schließen
bewaren
sichern
printen
het virus
der Virus
de bijlage
de attachment
der Anhang
die Anlage
de map
der Ordner
een map aanmaken
einen Ordner anlegen
opstarten
hochfahren
afsluiten
herunterfahren
het kopieerapparaat
der Kopiere
de kopie
die Kopie
kopiëren
kopieren
de printer
der Drucker
(ui)printen
ausdrucken
de ordner
der Ordner
der Aktenordner
het papier
das Papier
het briefje
het stukje papier
der Zettel
het blad papier
das Blatt Papier
de pen
der Stift
plakken
kleben
de lijm
der Klebstoff
de stempel
der Stempel
de gum
der Radiergummi
de lineaal
das Lineal
het bureau
der Schreibtisch