32 Orientierung im Raum Flashcards
de plaats
der Ort
de grens
die Grenze
beperkt
begrenzt
beperken
inperken
beschränken
de rand
de kant
der Rand
de stadsrand
der Stadtrand
zich bevinden
zijn
sich befinden
de ruimte
der Raum
de plek
der Platz
de omgeving
der Raum
ruimtelijk
räumlich
toegankelijk
zugänglich
waar
wo
hier
hier
daar
er
da
daar
dort
in
in (+D oder + AKK)
op
auf (+D oder +AKK)
voor
voorin
vorne
achter
achterin
hinten
voorste
vorderer-vordere-vorderes
achterste
hinterer-hintere-hinteres
boven (in)
bovenaan
oben
onder (in)
onderaan
unten
bovenste
oberer-obere-oberes
onderste
unterer-untere-unteres
boven
über (+D oder +AKK)
onder
unter (+D oder +AKK)
binnen
innen
buiten
außen
innerlijk
inwendig
intern
innerer-innere-inneres
uiterlijk
uitwendig
äußerer-äußere-äußeres
binnen-
intern
inner-
binnen de partij
innerparteilich
binnen het bedrijf
innerbetrieblich
binnen Europa
innereuropäisch
buiten-
außer-
uiterlijk
van buiten
äußerlich
binenn
drinnen
buiten
draußen
in iets
drin
daarheen
tot daar
dahin
de kant
die Seite
ernaast
daneben
rechts
rechts
links
links
rechter
rechter-rechte-rechtes
linker
linker-linke-linkes
overal
überall
nergens
nirgends
nirgendwo
weg
weg
weg-
weg-
horizontaal
waagerecht
verticaal
senkrecht
dwars
haaks
quer
waarheen
waar
wohin
waarvandaan
woher
naar
nach
tot
bis
terug
zurück
heen
naartoe
hin
hier (heen)
her
af
naar beneden
hinunter
afwaarts
naar beneden
abwärts
opwaarts
naar boven
omhoof
aufwärts
binnen-
naar binenn
herein-
uit-
eruit-
naar buiten
heraus-
omhoog-
op-
naar boven
rauf-
af-
omlaag-
naar beneden
runter-
binnen-
naar binnen
rein-
uit-
eruit-
naar buiten
raus-
(naar) binnen
rein
tnaar) buiten
raus
hier(heen)
hiernaartoe
hierher
daar(heen)
daarnaartoe
dorthin
uit elkaar
auseinander
ver
weit
dichtbij
na(bij)
nah-nahe
dik
vol
dicht
ondoordringbaar
dicht
direct
direkt
midden
in het midden
mitten
in het midden liggend
middelst
mittlerer-mittlere-mittleres
tussen
zwischen (+D oder +AKK)
aan de overkant
aan de andere kant
drüben
tegenover
gegenüber (+D)
tegenover
aan de overkant
gegenüber
ernaast
hiernaast
daarnaast
nebenan
paralel
evenwijdig
parallel
volgende
nächster-nächste-nächstes
laatste
letzter-letzte-letztes
achteraan
achterna
hinterher
beginnen
anfangen
stoppen
ophouden
aufhören
eindigen
enden
de distantie
de afstand
die Distanz
die Entfernung
der Abstand
ver
verwijderd
entfernt
de verte
die Ferne
het midden
die Mitte
de nabijheid
de omgeving
de buurt
die Nähe
naderen
dichterbij komen
sich nähern
zich verwijderen
sich entfernen
de lengte
die Länge
de hoogte
die Höhe
de breedte
die Breite
de diepte
die Tiefe
het vlak
de oppervlakte
die Fläche
het areaal
het gebied
das Areal
de grootte
de omvang
die Größe
de afmeting
die Abmessung
de maat
das Maß
lagn
lang
kort
kurz
hoog
(Meterangabe+) hoch
hoog
hoch
breed
breit
diep
tief
vlak
plat
ondiep
flach
diep (afmetingen)
tief
groot
groß
klein
klein
laag
niedrig