Mijn buurt: een enquête Flashcards
déclarer, signaler, indiquer
aangeven, gaf aan, aangegeven
absent
afwezig
toujours
altijd
presquer
bijna
assister à
bijwonen
sembler, paraître
blijken, bleek, gebleken
le service donné aux voisins / par les voisins
de burendienst
le voisin
de buur
le voisinage
de buurt
le conflit
het conflict
le tiers
de derde
l’enquête
de enquête
souhaiter les meilleurs voeux, la bonne année
het gelukkig nieuwjaar wensen
le toutes-boîtes
het huis-aan-huisblad
l’animal domestique
het huisdier
les petits travaux
de klus, klusjes
glacial
kil
le quart
het kwart
plusieurs
de meerdere
connaître de nom
bij naam kene
l’environnement
de omgeving
entretenir les contacts
het contact onderhouden, onderhield, onderhouden
la personne interrogée
de ondervraagde
interroger
ondervragen, ondervroeg, ondervraagd
environ
ongeveer
avoir pitié de, prendre soin de
ontfermen
se tenir prêt, être prêt
paraat staan, stond, gestaan
la plante
de plant
régulièrement
regelmatig
largement, amplement
ruim
toutefois, cependant
toch
prêter
uitlenen
effectuer, accomplir, exécuter
uitvoeren
lointain
ver
compléter
vervolledigen
le Flamand
de Vlaming
la sagesse populaire
de volkswijsheid
l’année passée
het vorig jaar
souhaiter
wensen
certainement
zeker