MA week 1 begrippen Flashcards

1
Q

Financiële informatie over kosten en omzet en financiële informatie over kosteninhoud, productiviteit, kwaliteit en andere belangrijke succesfactoren voor de organisatie

A

Cost management information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De ontwikkeling en het gebruik van informatie van kostenbeheer

A

Cost management

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardeketen

A

Value chain

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De ontwikkeling en implementatie van een duurzame concurrentiepositie, waarin het concurrentievoordeel van het bedrijf voortdurend succes kan opleveren

A

Strategisch management

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Budgettering en winstplanning, cashflow management en andere beslissingen gerelateerd aan de bedrijfsactiviteiten

A

Planning and decision making

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Evaluatie van middle level managers en wat er gebeurd wanneer middle level managers de activiteiten van operating managers en werkgevers controleren

A

Management and operational control

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bedrijven die producten kopen om vervolgens weer te verkopen

A

Merchandising firms

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bedrijven die grondstoffen en arbeid omzetten in producten en verkopen

A

Manufacturing firms

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bedrijven die diensten leveren

A

Service firms

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Diensten waarbij er geen directe relatie is tussen het bedrag dat voor de dienst wordt betaald en de dienst zelf

A

Public goods

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Maatstaven die voor de aspecten van bedrijfsprestatie essentieel zijn voor de concurrerende positie en daarmee voor het succes van het bedrijf

A

Critical success factors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een accounting rapport dat de cruciale succesfactoren van het bedrijf bevat, gesplitst in 4 gebieden

A

Balanced scorecard (BSC)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een van de gebieden van de BSC, bevat alle metingen van winstgevendheid en marktwaarde

A

Financial performance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een van de gebieden van de BSC, bevat metingen van kwaliteit, service en lage kosten

A

Customer satisfaction

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een van de gebieden van de BSC, bevat metingen voor efficiëntie en effectiviteit van de productie

A

Internal processes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een van de gebieden van de BSC, bevat metingen in hoeverre het bedrijf in staat is zich te ontwikkelen en haar human resources kan gebruiken om huidige en toekomstige strategische doelen te behalen

A

Learning and growth

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Methode om te begrijpen hoe verbetering in sommige metingen bijdragen aan betere bedrijfsdoelen en het beste financiële resultaat

A

Strategy map

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wordt gebruikt om een gedetailleerde beschrijving van de specifieke activiteiten te ontwikkelen die zijn ondernomen door het bedrijf

A

Activity analysis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wordt gebruikt om de precisie van kostenanalyse te verbeteren door het verbeteren van het traceren van kosten naar producten of naar individuele klanten

A

Activity-based accounting ABC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Gebruikt activiteitenanalyse en activity-based costing om managers te helpen met het verbeteren van de waarde van producten en het verbeteren van de concurrentiepositie van het bedrijf

A

Activity-based management ABM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Een manier van strategie implementatie waarin de management accountant gegevens gebruikt om de bedrijfsprestaties te begrijpen en te analyseren

A

Business intelligence

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Een methode die de gewenste kosten voor een product bepaald op basis van een gegeven concurrerende prijs, zodat het product de gewenste winst behaalt

A

Target costing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Een methode die wordt gebruikt om de kosten van een product te identificeren tijdens haar levenscyclus

A

Life-cycle costing

24
Q

Een proces waarin een bedrijf haar cruciale succesfactoren identificeert en de beste praktijken van andere bedrijven bestudeert, waarna het verbeteringen in de processen van het bedrijf implementeert

A

Benchmarking

25
Q

Een methode waarin managers en werknemers zich inzetten voor een programma van voortdurende verbetering in kwaliteit en andere cruciale succesfactoren

A

Business process improvement BPI

26
Q

Een methode waarmee managers beleidsmaatregelen en praktijken ontwikkelen om zeker te weten dat de producten en diensten van het bedrijf klantverwachtingen overtreffen

A

Total quality management

27
Q

Gebruikt waardestromen voor het meten van financiële voordelen van de vooruitgang van een onderneming binnen het implementeren van lean fabricage

A

Lean accounting

28
Q

Wordt gebruikt om een belangrijke succesfactor van ondernemingen effectief te verbeteren: de cycle time

A

Theory of constraints TOC

29
Q

Betekent het balanceren van de korte- en langetermijndoelen van de onderneming in alle drie de dimensies van prestatie

A

Sustainability

30
Q

Is een kader en proces dat ondernemingen gebruiken om hun risico’s die positief of negatief de onderneming kunnen beïnvloeden te analyseren

A

Enterprise risk management ERM

31
Q

Kostensoorten die toegewezen zijn aan een bepaalde activiteit

A

Cost pools

32
Q

Elk product, dienst klant, activiteit of organisatie-eenheid waaraan kosten zijn verbonden

A

Cost object

33
Q

Een variabele die de kosten beïnvloedt over een tijdspanne

A

Cost driver

34
Q

Verwijst naar het proces van kosten toewijzen aan cost pools en van cost pools naar cost objects

A

Cost assignment

35
Q

Twee vormen van kostentoewijzing, die men gebruikt voor het toewijzen van indirecte kosten

A

Direct tracing & Allocation

36
Q

Bestaan uit materiaalkosten voor het product of een ander cost object en vaak ook uit een toelage voor schroot en defecte eenheden

A

Directe materiaalkosten

37
Q

Bestaan uit materiaalkosten die geen deel uitmaken van het eindproduct

A

Indirecte materiaalkosten

38
Q

Gecombineerde cost pool van alle indirecte kosten

A

Overhead

39
Q

De overhead in productiebedrijven

A

Factory overhead

40
Q

Verwijzen naar de combinatie van directe materialen en directe arbeid

A

Prime costs

41
Q

Bevatten zowel directe arbeid als fabriek overhead

A

Conversion costs

42
Q

Geïdentificeerd door het gebruik van activiteitenanalyse, een gedetailleerde beschrijving van activiteiten binnen de onderneming

A

Activity-based cost drivers

43
Q

Afhankelijk van de geproduceerde hoeveelheid of de hoeveelheid service die verleend is

A

Volume-based cost drivers

44
Q

Inputs worden steeds productiever en effectiever gebruikt naarmate de output van de fabriek toeneemt

A

Increasing marginal productivity

45
Q

Bij hogere waarden de kosten toenemen met een toenemende snelheid, vanwege inefficiënties die te maken hebben met het opereren tegen de maximale capaciteit

A

Law of diminishing marginal productivity

46
Q

Bereik waarin de relatie tussen het activiteits- volumeniveau en de respectieve kosten constant is

A

Relevant range

47
Q

Van nature strategisch, omdat ze te maken hebben met beslissingen die een langetermijneffect hebben op de totale kosten van de onderneming

A

Structural cost drivers

48
Q

Grotere ondernemingen hebben lagere totale kosten als een gevolg van schaalvoordelen

A

Scale

49
Q

Verhoogt kosten

A

Complexity

50
Q

Factoren die de onderneming op korte termijn dmv operationele besluitvorming kan beheren

A

Executional cost drivers

51
Q

Hebben betrekking op de totale kosten, die de kosten voor zowel de vaste als variabele elementen bevat

A

Mixed costs

52
Q

Kosten die varieren met de kostenfactor in stappen

A

Step costs

53
Q

Kosten en omzetten die verschillen tussen alternatieven en die toekomstige cashflows kunnen beinvloeden

A

Relevante kosten

54
Q

Al-gedane kosten

A

Irrelevante kosten

55
Q

Kosten die essentieel zijn voor het maken van een product in manufacturing of merchandising

A

Productkosten

56
Q

Alle andere kosten die worden gemaakt voor het managen en verkopen van het product

A

Periodekosten