HRM Begrippen week 2 Flashcards

1
Q

personeelsplanning

A

proces dat ervoor zorgt dat het juiste aantal mensen met de nodige vaardigheden op de juiste plaats en op het juiste moment worden ingezet om de korte- en langetermijndoelstellingen van een organisatie te helpen realiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

actieplanning

A

de fase in de hr planningscyclus waarin de organisatie een specifiek plan maakt over hoe het personeel het beste kan worden ingezet om strategische doelen te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

key performers

A

werknemers die momenteel een hoog prestatieniveau bereiken maar weinig potentieel hebben om een belangrijke bijdrage te leveren aan de strategische ontwikkeling van het bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

competenties

A

gedragskenmerken van een individu die verband houden met haar effectieve prestaties in een functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

functieanalyse

A

proces dat wordt gebruikt om gedetailleerde informatie te verzamelen over de verschillende taken en verantwoordelijkheden die bij een functie betrokken zijn. D,mv dit proces worden ook de kennis, vaardigheden, bekwaamheden, houdingen en gedragingen in verband met succesvolle prestaties in de functie geidentificeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bevestigend vooroordeel

A

interviewers worden er vaak van beschuldigd snel een beslissing te hebben genomen over een kandidaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoorns/ halo effect

A

perceptuele fout waarbij enkel kenmerk van het individu een te positieve/negatieve indruk van de geinterviewde maakt en dit vervolgens een onevenwichtig gewicht in de selectiebeslissing heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

projectiefout

A

interviewer beoordeelt kandidaten met kenmerken, ervaringen of voorkeuren die vergelijkbaar zijn met zichzelf gunstiger dan andere kandidaten, ook andersom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

attainment tests

A

meten het niveau van kennis en vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

cognitieve vaardigheidstesten

A

omvatten verbaal begrip, numeriek vermogen en het vermogen om te redeneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly