MA week 5 begrippen Flashcards

1
Q

Toekomstige kosten die de verschillen van en tussen alternatieve besluitvormingen representeren

A

Relevante kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hiervan is sprake als er een project wordt uitgevoerd dat uiteindelijk niet heel erg winstgevend blijkt te zijn en hiervoor in de plaats is een project niet uitgevoerd waarmee je meer had kunnen verdienen

A

Opportunity costs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer verschillende producties voortkomen uit 1 bepaalde input

A

Joint production proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het moment in het proces wanneer er aparte producten uit voortkomen

A

Split-off point

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kosten worden gemaakt voor het split-off point en kunnen niet terug getraceerd worden naar individuele producten

A

Joint production costs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kosten worden gemaakt na split-off point

A

Separable processing costs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer geldt dat de juiste prijs en productiehoeveelheid worden bepaald door het snijpunt van de marginale kostencurve en de marginale opbrengstcurve

A

Market based pricing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Prijsbepaling op basis van variabele en totale kosten

A

Cost-based pricing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Prijs wordt bepaald door de kosten op te tellen bij een markup (een redelijk rendement dat je wilt krijgen)

A

Cost-plus pricing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gaat om de kosten die je kan maken terwijl je nog steeds de gewenste winst verdient

A

Target costing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een serie activiteiten binnen de onderneming: R&D > ontwerp > fabricage > marketing > distributie > klantenservice

A

Cost life cycle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De volgorde van fasen in het leven van het product binnen de markt

A

Sales life cycle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wordt gebruikt in target costing om productiekosten te verminderen. Gebeurt door het analyseren van afwegingen tussen verschillende soorten productfunctionaliteiten en totale productkosten

A

Value engineering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De prestatie en kosten van elk groot kenmerk van het product worden onderzocht

A

Functional analysis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wordt gebruikt om te bepalen welke kenmerken de onderneming een concurrentievoordeel geven

A

Benchmarking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een vorm van value engineering waarin het ontwerpteam verschillende mogelijke ontwerpen voor het product voorbereid

A

Design analysis

17
Q

Computer gebaseerde databases die uitgebreide informatie over de cost drivers van de onderneming bevatten

A

Cost -tables

18
Q

Een methode om overeenkomsten tussen de geproduceerde onderdelen te identificeren zodat hetzelfde onderdeel in twee of meerdere producten kan worden gebruikt, wat leidt tot kostendrukking

A

Group technology

19
Q

Gelijktijdige engineering, een methode die productontwerp integreert met fabricage en marketing gedurende de lifecycle van het product

A

Concurrent engineering

20
Q

De integratie van value engineering marketing analyse en target costing voor het helpen bepalen welke onderdelen van het product een herontwerp of kostenverlaging nodig hebben

A

Quality function deployment (QFD)

21
Q

De tijd tussen de ontvangst en de verzending van de bestelling

A

Cycle time

22
Q

de ratio van verwerkingstijd tot de totale cyclustijd

A

Manufacturing cycle efficiency (MCE)

23
Q

Een activiteit die de cyclustijd van het product verlaagt

A

Constraint

24
Q

Schakelschema van het voltooide werk, wat de volgorde van de processen en de benodigde tijd voor elk proces laat zien

A

Flow diagram

25
Q

Productieprijs - materiaalkosten

Inclusief alle kosten voor verbruikt materiaal, gekochte onderdelen en material handling kosten

A

Throughput margin

26
Q

Staat voor de snelheid waarmee eenheden gefabriceerd moeten worden om aan de vraag van klanten te voldoen

A

Takt time

27
Q

Langetermijnperspectief aangezien de gehele levenscyclus van het product/de dienst in acht neemt

A

Life-cycle costing

28
Q

Bestaat uit het verhogen van de winst door het vaststellen van een hoge initiële prijs voor degenen die dat ervoor willen betalen, gevolgd door lagere prijzen voor de meer kostbewuste klanten

A

Skimming

29
Q

Bestaat uit het verlagen van prijzen om zo het marktaandeel van de onderneming te vergroten

A

Penetration

30
Q

Hierbij gebruikt een onderneming de totale variabele en constante productiekosten en past het een opslagpercentage toe om de andere bedrijfskosten en winst te dekken

A

Full manufacturing cost plus markup

31
Q

Hierbij gebruikt een onderneming de volledige life cycle kosten om de andere bedrijfskosten en winst te dekken

A

Life-cycle cost plus markup

32
Q

Prijs wordt bepaald op basis van het bepalen van een gewenst brutowinstmarge

A

Full cost and desired gross margin percentage