HRM Begrippen workshops Flashcards

1
Q

social justice case voor gelijkheid

A

houdt in dat organisaties een morele en wettelijke verplichting hebben, ongeacht de winst, om diversiteit te erkennen en om beleid en procedures te ontwikkelen om ervoor te zorgen dat mensen op een eerlijke en rechtvaardige manier worden behandeld in alle facetten van het bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

diversiteitsmanagement perspectief

A

houdt in dat organisaties verschil moeten erkennen als een positieve organisatorische factor en dit verschil moeten bevorderen, waarderen en gebruiken te voordele van de organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sociale inclusie

A

is een maatstaf voor de mate waarin een persoon of groepen kunnen deelnemen aan aspecten van de samenleving op hetzelfde niveau als de gemiddelde bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vergelijker/comporator

A

een persoon of groep waarmee iemand die beweert te worden gediscrimineerd zichzelf zal vergelijken, met als doel aan te tonen dat hij/zij anders/onrechtvaardig is behandeld door die vergelijker als maatstaf te gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

directe discriminatie

A

duidelijk in strijd is met de voorwaarden van de gelijkheidswetgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

indirecte discriminatie

A

doet zich voor wanneer een schijnbaar neutrale bepaling die aan ee baan is verbonden, een persoon of groep die door de wetgeving inzake gelijke behandeling wordt beschermd, uitsluit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

overlevingscurve

A

model dat aangeeft dat nieuwe starters in een organisatie meer risico lopen om de eerste 6 weken na het begin van een nieuwe baan te vertrekken. de kans op vertrek neemt af naarmate de duur van het dienstverband toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

buddy benadering

A

een informele benadering om nieuwe medewerkers te begeleiden bij het leren kennen van de organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

organisatorisch burgerschapsgedrag

A

gedrag van individuele medewerkers dat niet direct of expliciet door een organisatie wordt vereist als onderdeel van de rol, maar dat het effectief functioneren van de organisatie bevordert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pullfactoren

A

factoren die buiten controle van de organisatie liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pushfactoren

A

factoren die een negatieve invloed hebben op een medewerker en de aanleiding kunnen zijn om na te denken over het verlaten van een organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

medewerkersbetrokkenheid enquetes

A

kunnen een organisatie helpen bij het bepalen van de intentie van het verloop binnen de organisatie en bij het identificeren van beloningen die het meest waarschijnlijk de medewerker zullen ondersteunen om zich te wijden aan zijn/haar werk en de organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly