Kapitel 7 plauderecke a antwoorden Flashcards

1
Q

Ik woon in een stad/in een dorp in het noorden/oosten/zuiden/westen/in Nederland

A

Ich wohne in einer stadt/in einem dorf im norden/osten/suden/westen der niederlanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ik woon in het centrum/een beetje buiten het centrum

A

Ich wohne im zentrum/ein bisschen auBerhalb vom Zentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ik woon in een nieuwbouw wijk

A

Ich wohne in einem Neubauviertel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nee, het is nogal rustig

A

Nein, es ist ziemlich ruhig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ja, er zijn veel levendige nieuwbouwwijken

A

ja, es gibt viele belebte straBen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nee, in mijn buurt zijn er veel huizen en ondernemingen

A

Nein, in meinem Viertel gibt es viele Hauser und Geschafte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ja er zijn veel bossen en weilanden

A

Ja, es gibt viele Walder und Wiesen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nee, hier gebeurt nooit iets

A

Nein, hier ist nie etwas los

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ja, er zijn veel mogelijkheden om uit te gaan

A

Ja, es gibt viele ausgehmoglichkeiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ja, iedereen kent elkaar

A

Ja, alle leute kennen sich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ja, de bioscoop en alle winkels zijn vlakbij

A

Ja, das Kino und alle Geschafte sind in der Nahe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ongeveer 20 minuten fietsen

A

Ungefahr 20 minuten mit dem fahrrad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ik neem de bus voor een half uur

A

Ich fahre eine halbe stunde mit dem bus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ik kan naar school lopen

A

Ich kann zur schule laufen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ik weet het niet precies, maar ik denk… heeft 5000 inwoners

A

Ich weiB es nicht genau, aber ich glaube, …. hat 5000 Einwohner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het kan me niet schelen. Het belangrijkste is dat het zo is

A

Das ist mir egal. Hauptsache, est ist ein gemutliches haus