Hoofdstuk 6 Plauderecke A antwoorden Flashcards

1
Q

Ik heb ongeveer 60 euro per week/maand

A

ich habe ungefahr 60 Euro in der Woche/im monat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ja, maar het kan iets meer zijn

A

Ja, schon, aber es konnte etwas mehr sein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nee, mijn zakgeld is niet genoeg

A

Nein, mein Taschengeld reicht nie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ja, ik heb een krantenwijk

A

Ja, ich trage Zeitungen aus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ik vul de planken in de supermarkt

A

Ich fulle Regale im Supermarkt auf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ik pas op de kinderen van de buren

A

Ich passe auf die Kinder der Nachbarn auf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nee, ik kan nog niet werken

A

Nein, ich darf noch nicht arbeiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ja, ik heb altijd genoeg

A

Ja, ich habe immer genug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nee ik heb nooit iets meer

A

Nein, ich habe nie was ubrig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Meestal koop ik kleren of snoep

A

Meistens kaufe ich klamotten oder SuBigkeiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Als ik in de stad ben heb ik altijd veel geld nodig

A

Wenn ich in die Stadt gehe, brauche ich immer viel geld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ja, meestal wel

A

Ja, meistens schon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Soms koopt mijn moeder wat voor mij

A

Manchmal kauft meine Mutter was fur mich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ik spaar elke maand 50 euro

A

Ich spare jeden Monat 50 Euro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Helemaal niet, mijn bankrekening is leeg

A

Gar nicht, mein Konto ist leer!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Heel belangrijk, ik ben heel financieel zelfstandig

A

Sehr wichtig, ich bin gerne financiell selbststandig!

17
Q

Nee, dat denk ik niet

A

Nein, das denke ich nicht

18
Q

Misschien een beetje, het is handig

A

Vielleicht ein bisschen, es ist praktisch