Introductie hoofdstuk Flashcards

1
Q

Welke 4 doelstellingen heeft de bedrijfspsychologie?

A
  1. personeelsbeleid
  2. organisatiepsychologie
  3. arbeidspsychologie
  4. consumentenpsychologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke kenmerken bevatten de definitie van de bedrijspsychologie?

A

De bedrijfspsychologie beroept zich op psychologische principes & wetenschap om problemen op te lossen op het werk, binnen de organisatie en in het bedrijfsleven in het algemeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 2 hoofdkenmerken haalt de uitgebreide definitie aan?

A
  1. de bedrijfspsychologie past zijn principes toe op het individu, de groep en op het organisationeel niveau = multileven aanpak
  2. vind dat er een balans moet gemaakt worden tussen effectiviteit en welzijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 4 fundamentele uitgangspunten kent de bedrijfspsychologie?

A
  1. wetenschap
  2. pragmatiek
  3. ethisch handelen
  4. Voor mens & organisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar heeft Henry Ford voor gezorgd? Benoem de term en leg uit

A

De assembly line = bandwerk gaan doen zodat iedereen mee helpt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar heeft Frederick Taylor voor gezorgd? Benoem de term en leg uit

A

Scientific management = dat niet 1 persoon meer gewoon verantwoordelijk was voor de hele taak, maar de taak werd in deeltjes opgedeeld om makkelijker te standaardiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke uitkomst gaf de Hawthorne studies?

A

Ze zagen dat het werken van sterker ligt leidde tot betere productiviteit, maar ook minder sterk licht leidde tot betere productiviteit. We kunnen dit interpreteren als dat mensen niet enkel fysieke factoren nodig hebben voor belang van productiviteit, maar ook sociale factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke resultaten gaf de GLOBE studie?

A
  1. de universele eigenschappen van een goeie leider = integriteit, betrouwbaar, teamgericht, besluitvaardig & eerlijkheid
  2. ook cultuur-contigente eigenschappen zoals het tonen van enthousiasme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat bedoelen we met duurzame ontwikkeling?

A

Hierbij maken we een onderscheid van 3 zaken
1. ecologisch handelen
2. economisch handelen
3. sociaal handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly