Hoofdstuk 5 - Schellens & Steehouder Flashcards
Welke drie soorten genres onderscheiden Schellens en Steehouder? (Schellens & Steehouder)
- Gerechtelijk pleidooi
- Politieke rede
- Gelegenheidsrede
Waarop was het boek van Swales over genre-analyse een reactie en waarom was dit vernieuwend? (Schellens & Steehouder)
Het boek was een reactie op bestaande benaderingen van tekstanalyse, die vaak te veel alleen gefocust waren op een beperkt aantal linguïstische of contextuele kenmerken van de bestudeerde tekst. Genreanalisten vonden dat dit te weinig inzicht bood in de sociale functie van een tekst.
Waarom is het genreconcept geïntroduceerd? (Schellens & Steehouder)
Om teksten te kunnen karakteriseren aan de hand van regelmatigheden in taalgebruik en om verschillende kenmerken van een tekst te kunnen verklaren vanuit een bredere gebruikscontext.
Wat is een genre volgens het traditionele idee? (Schellens & Steehouder)
Een categorie van teksten die bepaalde kenmerken gemeenschappelijk hebben. Iedereen in een taalgemeenschap herkent de conventies bewust of onbewust. Belangrijk is dat genrespecifieke kenmerken gezien worden als onveranderlijk en vaststaand.
Welke twee zaken zijn volgens Renkema van belang als het gaat om genrekenmerken? (Schellens & Steehouder)
- De genrezuiverheid; als een schrijver eenmaal voor een bepaald genre heeft gekozen, dienen de conventies van het betreffende genre te worden gerespecteerd.
- De toepassing van genreregels; een tekstgenre dat is gekozen moet op een correcte manier worden vormgegeven.
Wat behelst het sociaal constructivisme? (Schellens & Steehouder)
Genreanalyse waarin centraal staat hoe genres ontstaan of veranderen onder invloed van de omgeving waarin de teksten fungeren. Wisselwerking tussen tekst en context staat centraal.
Welke drie uitgangspunten heeft de huidige genreanalyse ontleend aan het sociaal-constructivisme? (Schellens & Steehouder)
- Dat de realiteit niet een vanzelf gegeven entiteit is, maar dat die door mensen binnen een bepaalde gemeenschap wordt gecreëerd (sociale werkelijkheid).
- Dat de sociale werkelijkheid van een groep ook regels voor communicatief gedrag omvat.
- Dat er een wisselwerking is tussen de tekst en de context. De communicatieve situatie van een tekst oefent ook invloed uit op het inhoudelijke en formele ontwerp van die tekst.
Met welke drie doelen houdt de genre-analyse zich bezig? (Schellens & Steehouder)
- Het analyseren en formuleren van genreconventies voor een genre
- Het verklaren van typische tekstkenmerken aan de hand van de sociale en cognitieve factoren die een rol spelen bij het ontstaan van de tekst.
- Het evalueren van de tekstkwaliteit door na te gaan of de tekst afwijkt van de conventies van het betreffende genre en of eventuele afwijkingen functioneel zijn.
Wat zijn twee belangrijke verschillen tussen genreanalyse en functionele analyse? (Schellens & Steehouder)
- Bij functionele analyse gaat het om één specifieke tekst, bij een genre gaat het om een verzameling teksten.
- Bij genreanalyse gaat het om conventies die in de loop van de tijd zijn gegroeid en die door de gemiddelde taalgebruiker in elk geval onbewust worden gekend.
Welke drie tradities/onderzoeksscholen worden onderscheiden binnen de genreanalyse? (Schellens & Steehouder)
1/ Halliday; onderzoek naar lexicale en grammaticale tekstkenmerken en de pragmatische functie van de gebruikte stijl.
- New Rhetorics: nadruk op relatie tussen de sociale situatie en de retorische functie van de tekst.
- ESP; gaat uit van het idee dat de communicatieve context van een tekst voortdurend de inhoudelijke en formele eigenschappen van de tekst kan beïnvloeden; waarom worden teksttypen op een bepaalde manier ontworpen en gebruikt?
Welke vier begrippen zijn van belang in een genreanalyse? (Schellens & Steehouder)
- De context inclusief het beoogde communicatieve doel.
- De inhoudelijke kenmerken van de tekst
- De linguïstische kenmerken van de tekst
- De vormkenmerken van de tekst
Hoe omschrijft Miller de ontwikkeling van tekstgenres? (Schellens & Steehouder)
Als een direct gevolg van herhaaldelijk gebruik van sterk gelijkende teksten in situaties die in hoge mate op elkaar lijken.
Wat is het PPPP-model? (Schellens & Steehouder)
Dit is een model waarin de tekststructuur wordt aangeduid. De vier P’s staan voor:
- Picture: het probleem wordt uitgelegd; dit moet de Attentie van het publiek trekken.
- Promise: er wordt een oplossing in het vooruitzicht gesteld. Dit moet Interesse wekken.
- Prove: er wordt bewijsmateriaal voor de effectiviteit van de oplossing geleverd. Dit moet Desire opwekken.
- Push: er wordt een aanmoediging gegeven om de gewenste actie te ondernemen. Dit moet tot Actie leiden bij de geadresseerde.
Wat verstaan we onder strategieën? (Schellens &Steehouder)
De manier waarop een zet gerealiseerd wordt.
Wat zijn de vier vaste zetten van de probleemstelling als eerste paragraaf van een wetenschappelijke tekst? (Schellens & Steehouder)
- Introductie van het probleem
- Korte recapitulatie van de huidige inzichten
- Anticipatie op het onderzoek
- Introductie van het eigen onderzoek