Hoofdstuk 2 - Renkema Flashcards

1
Q

Welke drie functies van een discours onderscheidt Renkema? (Renkema)

A
  1. De spreker wil de luisteraar informeren
  2. De spreker wil de luisteraar zijn mening geven
  3. De spreker wil dat de luisteraar zijn houding of handelen verandert.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke verschillen stappen onderneemt men bij het ontwikkelen van leesbaarheidsformules en het testen? (Renkema)

A
  1. Het verzamelen van teksten met verschillende moeilijkheidsgraden.
  2. Analyse van de aspecten van de teksten die invloed hebben op de leesbaarheid ervan.
  3. Door statistisch onderzoek kan worden gekeken in hoeverre de verschillen in moeilijkheidsgraad komen door tekstspecifieke eigenschappen
  4. Vaststellen welke tekstspecifieke eigenschappen het meeste bijdragen aan de moeilijkheidsgraad van een tekst.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de reden geweest voor de ontwikkeling van leesbaarheidsformules? (Renkema)

A

Hiermee kan worden nagegaan of een bepaald discours begrijpelijk is voor een specifieke doelgroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vier bezwaren zijn aan te tekenen tegen leesbaarheidsformules? (Renkema)

A
  1. De formule is gebaseerd op schoolonderzoeken, maar dit betekent niet dat het overal op kan worden toegepast.
  2. Woord- en zinslengte zeggen weinig over de leesbaarheid van de tekst
  3. De begrijpelijkheidstesten die gebruikt worden zijn nogal dubieus bevonden.
  4. Bij een andere zinsvolgorde zou men hetzelfde resultaat krijgen; er wordt geen rekening gehouden met coherentie en cohesie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het grootste verschil tussen leesbaarheidsformules en andere leesmethodieken? (Renkema)

A

Bij een leesbaarheidsformule heeft men geen proefpersonen nodig - bij andere methodes wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het voordeel van het gebruik van proeflezers? (Renkema)

A

Hiermee kan men inzicht krijgen in het begripsproces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de cloze-test en hoe wordt deze gebruikt? (Renkema)

A

Dit is een test die uitgaat van het idee dat mensen de neiging hebben om gaten in een tekst op te vullen. Hierbij gaat men uit van de aanname dat hoe begrijpelijker een tekst is, hoe makkelijker het voor de lezer is om de ontbrekende woorden in te vullen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke andere manieren kan het begrip van een tekst van lezers worden getest? (Renkema)

A
  1. Samenvatten, vragen beantwoorden
  2. Hardopdenkprotocol om begrijpelijkheid te beoordelen
  3. Plus-min methode; plus- en minpunten in de marge schrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn offline-methodes? (Renkema)

A

Offline-methodes zijn methodes die gericht zijn op het meten van begrijpelijkheid na het lezen zelf. Online methodes worden gebruikt tijdens het lezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de meest gebruikte online-methodes? (Renkema)

A

Leessnelheid meten en snelheid van oogbeweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat bemoeilijkt het onderzoek naar de kwaliteit van discoursen? (Renkema)

A
  1. Het is lastig om de factoren die van invloed zijn op de kwaliteit van een tekst vast te stellen.
  2. Beoordelingen over discoursen variëren zeer en zijn daardoor weinig betrouwbaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke vijf soorten beoordelaars erkent Renkema aan de hand van Diederichs onderzoek? (Renkema)

A
  1. De groep die zich op inhoud concentreert (ideeën)
  2. De groep die zich richt op taal- en stijlfouten (mechanieken)
  3. De groep die zich richt op de organisatie van de tekst (organisatie)
  4. De groep die zich richt op het woordgebruik (verwoording)
  5. De groep die uitgaat van eigen smaak en voorkeuren (smaak).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke drie criteria is het CCC-model gebaseerd? (Renkema)

A
  1. Correspondentie - doel bereikt door schrijver en behoefte vervuld van ontvanger.
  2. Consistentie - vasthouden aan gemaakte keuzes (structuur).
  3. Correctheid - foutloze tekst zonder valse informatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op welke vijf niveaus worden de criteria van het CCC-model toegepast? (Renkema)

A
  1. Teksttype
  2. Inhoud
  3. Structuur
  4. Verwoording
  5. Presentatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarmee moet men rekening houden bij het versimpelen van een discours? (Renkema)

A

Met pragmatische factoren; rekening houden met de manier waarop een discours functioneert voor een lezer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een communication audit? (Renkema)

A

Een vragenlijst waarmee onderzoekers kunnen kijken naar de communicatieve gesteldheid binnen een bedrijf.