HF 6 ouderen als persoon Flashcards
shifting identity
betekent dat er sprake is van een kwalitatieve
verandering van de identiteit. Dit kan het gevolg zijn van groei, rijping,
ontwikkeling.
The big five
- altruïsme
- conscientiuesheid
- neuroticisme
- extraversie
- openheid
normatieve crisis
is een soort van vraagstuk waar de mens voor komt
te staan als hij een bepaalde leeftijd heeft of in een specifieke situatie
terecht komt waar vele mensen op een bepaald moment mee
geconfronteerd worden. Zo zal de jongvolwassene een richting moeten
kiezen in partnerrelatie en werk en zal de oudere moeten leren een andere
invulling aan zijn leven te geven dan zijn beroep.
levenslooptheorie erikson
1) zeugeling vertrouwen vs wantrouwen primaire opvoeder 2) peuter autonomie vs schaamte/twijfel gezaghebbende 3) kleuter initiatief vs schuldgevoel voorbeeldfiguren en leeftijdsgenootjes 4) kind vlijt vs minderwaardigheid voorbeeldfiguren en leeftijdsgenootjes 5) adolescent identiteit vs identiteitsverwarring peers, de samenlevingswaarden/normen 6) jongvolwassenheid intimiteit vs isolement partner, de buurt , ... 7) midden volwassenheid generativiteit vs stagnatie nakomelingen in het gezin, werk 8) late volwassenheid ik integriteit vs wanhoop reminiscentie
drie grote uitdagingen peck
- Ego-differentiatie versus rolpreoccupatie
De oudere moet zich herdefiniëren. Hij kan de rollen en taken –
vooral beroepstaken - niet meer vervullen en evolueert van wat hij
“deed” naar wat hij werkelijk “is” als persoon. - Transcendentie van het lichaam versus het gefixeerd zijn op het
lichamelijke
Bij het veranderen van de lichamelijke toestand zal de oudere zijn
welbevinden niet laten afhangen van een prima gezondheid, maar
wel van dingen die het lichamelijk comfort overstijgen
(transcenderen). Ouderen die geobsedeerd worden door hun
lichamelijke achteruitgang, belemmeren hun eigen persoonlijke
ontwikkeling. - Ego-transcendentie versus ego-preoccupatie
Bij het naderen van de dood zal de oudere zich ofwel realiseren dat
het leven verder gaat via anderen ofwel zal de oudere de dood
hardnekkig blijven ontkennen en zich vastklampen aan het leven.
De positieve uitkomst hier is wanneer de oudere inziet dat hij
sowieso een bijdrage heeft geleverd aan de samenleving, in de vorm
van een nageslacht, werk of sociale activiteiten.
vier persoonlijkheidstypes neugarten
- Het gedesintegreerde en ongeorganiseerde type: sommige mensen
kunnen niet accepteren dat ze ouder worden, ze ervaren wanhoop.
Velen van hen wonen in een verzorgingstehuis of een verpleeghuis.
Deze oudere heeft bijvoorbeeld geen zin om te leren omgaan met
een tablet of smartphone. - Het passief-afhankelijke type: anderen worden angstig – bang voor
ziekte, bang voor de toekomst, bang voor hun eigen onvermogen
om de situatie te hanteren. Sommige mensen zijn zo bang dat ze
ten onrechte voor elk klein wissewasje hulp inroepen van
familieleden en verzorgenden. - Het afwerende type: weer anderen proberen het proces van
veroudering tegen te houden. Ze gedragen zich jonger dan ze zijn,
gaan fanatiek sporten en ondernemen activiteiten waar ze eigenlijk
te oud voor zijn. Dit kan positief zijn in de filosofie van healthy
ageing. Helaas hebben ze soms onrealistische verwachtingen,
waardoor ze teleurgesteld kunnen geraken. - Het geïntegreerde type: de mensen die het ouder worden het beste
hanteren, zijn diegenen die er vrij gemakkelijk mee omgaan. Ze
accepteren het feit dat ze ouder worden en blijven hun gevoel van
eigenwaarde behouden.
assimilatie
de bestaande identiteit wordt
in stand gehouden. De vroegere hovenier blijft na zijn pensioen toch zijn
eigen groentetuin bijhouden. Als dat vanwege lichamelijke beperkingen niet
meer kan, zorgt hij voor zijn kamerplanten. Zijn identiteit als iemand met
groene vingers blijft daarbij in stand.
accommodatie
de identiteit wordt
aangepast aan nieuwe omstandigheden. De hovenier gaat na het pensioen
eindelijk de cursus Engels volgen waar hij nooit aan toegekomen is. Zo
verandert hij zijn identiteit van iemand met groene vingers naar iemand
met een talenknobbel.
butler
Hij postuleerde dat alle oudere mensen geneigd zijn terug te kijken op hun
leven. Dit innerlijke mentale proces bestaat uit terugblikken (reminiscentie)
en doorwerken van het leven (life-review). Als men erin slaagt tot
reïntegratie van levensconflicten te komen, zullen kenmerken als innerlijke
rust en wijsheid ontwikkelen. Als men daar niet in slaagt zou dit (mede)
een oorzaak kunnen zijn voor het ontstaan van (stemmings-)stoornissen op
late leeftijd, zoals depressie.
reminiscentie
staat op de voorgrond het op een gestructureerde manier
praten en denken over positieve ervaringen in het verleden waardoor de
patiënt een positiever beeld krijgt van zichzelf en de positieve kanten van
zijn leven ‘herontdekt’. Het maakt verbinding tussen verleden en heden en
versterkt nieuwe inzichten in het eigen leven en in anderen, waardoor de
persoonlijkheid kan groeien.
life-review
gaat men meer directief en intensiever te werk. Men zal
trachten ook negatieve ervaringen, bijvoorbeeld mislukkingen, tegenslagen
of onopgeloste problemen naar boven te halen. Hierdoor kunnen
onverwerkte vroegere gevoelens alsnog verwerkt worden of met meer
afstand worden bekeken of zelfs worden geherwaardeerd in een positievere
zin of een breder perspectief. Bijvoorbeeld kan het helpen om aanhoudende
problemen of conflicten, zoals ruzie met een kind, beter te plaatsen en zelfs
op te lossen. Uitgangspunt daarbij is dat praten en denken over vroeger
helpt om de balans van het leven op te maken en om daarmee te komen
tot aanvaarding en integratie van positieve en negatieve ervaringen in het
leven. Hierdoor wordt de kans op depressie en andere psychische proble-
men kleiner.