HF 4 GEZINSGERICHT WERKEN Flashcards

1
Q

De basishouding omvat verschillende elementen:

A
 Tegemoetkomende hulp
 Afstemmen op het angstniveau
 Richten op wat goed gaat
 Aansluiten bij de hulpvraag
 Vasthoudendheid
 Respectvolle benadering
 Transparant zijn
 Echtheid in de relatie
 Erkenning culturele en ethnische achtergrond
 Willen leren en nieuwsgierig zijn
 Crissen als kansen zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom jonge kinderen betrekken bij een gesprek:

A

jonge kinderen laten veel interactiepatronen in gezinnen zien:
o wie stelt de regels?
o waar zitten coalities?
o wie is de zondebok of de bliksemafleider?
o wat wordt er allemaal gezegd in aanwezigheid van de kinderen:
taboes?
o wordt er leeftijdsadequaat omgegaan met de kinderen?
o worden de kinderen betrokken in de ruzies?
o zij zijn vaak authentieker in die contacten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gebrek aan structuur, regels, orde,…

A

 ondersteun de ouders in hun pogingen om de orde te herstellen
 benoem hoe moeilijk dit wel lijkt
 laat dit niet gebeuren
 veiligheid als een belangrijk criterium in het al dan niet tussenkomen
van de hulpverlener

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de zwijgende jongeren; verlegen, sociaal angstig,…

A

 creatieve technieken gebruiken
 gesloten vragen zijn bij kinderen soms wel aangewezen
 over gemakkelijke thema’s beginnen:
o school, de juf, huiswerk
o vriendjes, broers/zussen
o iets laten zien, iets gaan halen
 als kinderen echt niet willen praten, moet je dit respecteren
 benoem hetgeen je ziet
 laat een kind iets voordoen ipv iets vertellen
 interactie bevragen; dan moet het kind niet over zichzelf vertellen, maar
over de anderen
 vraag hoe de anderen denken dat hij of zij denkt en vraag of het klopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Specifieke technieken:

A
 werken met tekeningen
 werken met beelden en metaforen
 werken met spelmateriaal
 schrijfgesprek
 poppetjes gebruiken: duplopoppen
 enactment: soort rollenspel: laat kinderen de situatie spelen waar ze het 
met jou willen over hebben
 sculpting: boetseren in allerlei vormen van posities
 gezinskaarten maken
 familie in dieren
 kinderkwaliteitenspel
 samen iets doen
- fietsen
- een avontuurlijke tocht
- samen voetballen
 zinaanvulsystemen
- Mijn lievelingsdier is...
- Mijn vader vind ik...
- Mijn grootste angst is...
- ....
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vormen van kindermishandeling

A

De vier hoofdcategorieën zijn min of meer universeel in de
wetgeving over de hele wereld: lichamelijke mishandeling, emotionele
mishandeling, seksueel misbruik en verwaarlozing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Doel van de methode

A

Het doel van Signs of Safety is het creëren van een veilige (opvoed)situatie
voor het kind door een partnerschap aan te gaan met de ouders, kinderen en
een uitgebreid familie- en vriendennetwerk in een situatie waarin
kindermishandeling of verwaarlozing wordt vermoed of is aangetoond.
Het tweede doel is professionals in de jeugdzorg en jeugdbescherming een
praktische aanpak bieden waarmee zij ouders/verzorgers op een niet-
bevoogdende wijze tegemoet kunnen treden en tegelijkertijd de veiligheid van
de kinderen centraal kunnen (blijven) stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zes praktijkelementen

A
  1. Opstelling ten opzichte van het probleem, het oplossen en de
    hulpverlenende instantie
  2. Uitzonderingen op mishandeling en/of verwaarlozing
  3. De sterke punten en hulpbronnen van het gezin in kaart brengen
  4. Concentreren op de doelen
  5. Veiligheid en vooruitgang meten
  6. Bereidheid, vertrouwen en vermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Veiligheidsplannen dienen:

A
  • de doelen van de instelling weer te geven
  • zo veel mogelijk de sterke kanten en kracht- en hulpbronnen van het gezin
    verwerkt te hebben
  • het gezin aan te moedigen datgene te blijven doen wat al werkt
  • de eigen opvattingen van het gezin over veiligheid van het kind te bevatten
  • zich te baseren op de algemene doelen van het gezin, wanneer die zodanig
    zijn dat ze kunnen helpen om de veiligheid van het kind te vergroten
  • altijd die mensen erbij te betrekken die bereid (en in staat) zijn om actie te
    ondernemen
  • complimenten naar het gezin toe te bevatten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Basishouding professional

A
  1. Respecteer cliënten als mensen die de moeite waard zijn om zaken mee te
    doen
  2. Werk samen met de persoon, werk niet met de mishandeling
  3. Zie in dat samenwerking mogelijk is, ook al is er sprake van dwang
  4. Erken dat in alle gezinnen signalen van veiligheid voorkomen
  5. Blijf gericht op veiligheid
  6. Zorg dat je erachter komt wat de cliënten willen
  7. altijd op zoek naar details
  8. Richt je op het tot stand brengen van kleine veranderingen
  9. Houd details en oordelen strikt uit elkaar
  10. Bied keuzes aan
  11. Zie het gesprek als een forum voor verandering
  12. Zie deze uitgangspunten als iets waar je naar streeft, niet als vaste
    uitgangspunten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Benodigde competenties van de professional

A

De professional heeft de volgende vaardigheden nodig.
 Complexe problematiek in de taal van de betrokkenen helder uiteen kunnen
zetten. Fijngevoelige wijze van optreden.
 Mogelijke risico’s weten in te schatten.
 Acties durven ondernemen om de veiligheid van het kind te waarborgen.
Tegelijkertijd verder werken aan de samenwerking met de gezinsleden.
 Omgaan met wettelijke bevoegdheden.
 Expertise gebruiken om vragen te stellen.
 Houding van niet weten, dat wil zeggen onbevooroordeeld zoveel mogelijk
informatie vergaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

twee basiscomponenten in de benadering van geweldloos verzet:

A

het bieden

van actieve weerstand tegen probleemgedrag en het vermijden van escalatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

drie niveaus van waakzame

zorg.

A

Bij het eerste niveau, ‘de open dialoog’, zijn er geen noemenswaardige
problemen. Er is sprake van een positieve en open communicatie tussen ouders
en hun kind. Bij het tweede niveau, ‘gerichte aandacht en gericht bevragen’, is
er sprake van ongerustheid. De ouders merken verdacht gedrag op. Het kind
begint bijvoorbeeld zijn kamerdeur op slot te doen, het verbergt ijverig zijn
computeractiviteiten of het geeft zeer vage of ontwijkende antwoorden. In
dergelijke situaties verhogen de ouders hun niveau van aanwezigheid. Ze
stellen gerichte vragen en proberen precies uit te vinden waar het kind heen
gaat, met wie het gaat, wat het doet en wanneer het terugkomt. Bij het laatste
of derde niveau, ‘de eenzijdige acties’, heerst er een grote ongerustheid bij de
ouders. Er zijn ernstige alarmsignalen: het kind blijft geregeld langere perioden
zonder toelating weg, er is een ernstig vermoeden van druggebruik,… In
dergelijke situaties gaan ouders over tot eenzijdige acties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kids’ Skills

A

is een methode waarmee kinderen op een positieve, constructieve
manier problemen leren overwinnen door zich nieuwe vaardigheden eigen te
maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De vijftien stappen

A

Stap 1: Nagaan welke vaardigheid het kind moet
hebben/aanleren om een probleem te overwinnen
Stap 2: Het probleem met het kind bespreken en het eens
worden over de vaardigheid die het gaat leren
Stap 3: Het kind meer bewust maken van de voordelen die het
heeft om iets te kunnen
Stap 4: Laat het kind de vaardigheid een naam geven
Stap 5: Laat het kind een dier of een ander willekeurige figuur
kiezen die helpt bij het leren van een vaardigheid
Stap 6: Laat het kind een aantal mensen kiezen om supporter te
worden
Stap 7: Laat het kind meer vertrouwen krijgen in het feit dat het
een vaardigheid kan leren
Stap 8: Maak samen met het kind vooraf een plan hoe je het gaat
vieren als het een vaardigheid beheerst
Stap 9: Laat het kind zelf vertellen en voordoen hoe het zich zal
gedragen wanneer het de vaardigheid beheerst
Stap 10: Laat supporters en nabije context weten welke
vaardigheid het kind aan het leren is
Stap 11: Spreek met het kind af hoe het de vaardigheid gaat
oefenen
Stap 12: Laat het kind bedenken hoe het wil dat anderen
reageren wanneer het zijn vaardigheid vergeet
Stap 13: Wanneer het kind de vaardigheid beheerst, is het tijd
om dat te vieren. Het geeft de kans om iedereen te bedanken
Stap 14: Stimuleer het kind om een ander kind de vaardigheid
aan te leren
Stap 15: Bedenk samen met het kind een nieuwe vaardigheid om
aan te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ervaringsgericht leren en begeleiden

A

Ervaringsgericht leren en begeleiden is een begeleidersfilosofie die steunt op de
veronderstelling dat de lerende zelf (een individu of een groep) eigenaar is van
het leerprobleem en de oplossing ervan.
Ervaringsgericht begeleiden betekent de lerende helpen inzien welke waarden en
normen zorgen voor zijn of haar gedragsmoeilijkheden en laat de lerende door
middel van aangepaste activiteiten inzien dat er verandering noodzakelijk is.
Eens dit inzicht bereikt is, is de kans groot dat de lerende zijn nieuwe waarden
en normen ook in de toekomst, in dagdagelijkse situaties, zal toepassen.
Kortom: men gaat ervan uit dat het doel van ervaringsleren het volgende is: een
ontwikkelingsproces op gang brengen. De lerende laten groeien.

17
Q

leercyclus van Kolb.

A

• Concrete ervaring:
voorbeeld: er ontstaat een conflict tussen twee jongeren.
• Reflectieve observatie:
Helder krijgen wat de lerende nodig heeft. Als begeleider samen met de lerende
op zoek gaan. Voorbeeld: de jongere staat stil bij wat er gebeurd is.
• Abstract concept:
Er wordt gereflecteerd/gepraat over de ruimere context van het probleem en er
wordt door de jongere zelf gezocht naar alternatieven in moeilijke soortgelijke
situaties.
De jongere zoekt naar andere mogelijkheden dan agressie; bijvoorbeeld
weglopen.
• Actief experiment:
De alternatieven worden toegepast in soortgelijke situaties.
Voorbeeld: de jongere zal tijdens een volgende ruzie weglopen van de situatie.
De jongere zal merken of weglopen al dan niet een goede manier is om ruzies te
benaderen. Hij zal dus als het ware opnieuw een concrete ervaring opdoen.

18
Q

Congruent gedrag stellen

A

wil zeggen dat de uiterlijke responsen naar een persoon in
overeenstemming zijn met de innerlijke gevoelens en sensatie die men heeft in relatie tot die
persoon. Deze persoon merkt deze overeenstemming ook en ervaart deze als echt, eerlijk en
oprecht.