cursus bemiddelen Flashcards

1
Q

Uitgangspunten van bemiddeling

A

 Meerzijdige partijdigheid/neutrale betrokkenheid van de bemiddelaar
 Meerzijdige partijdigheid van de cliënten
 Mensen zijn expert in hun eigen situatie
 Het geloof dat mensen het vermogen hebben om zelf oplossingen te creëren
 Mensen laten ontwikkelen en de mogelijkheden hiertoe, door hen aan te
spreken op hun kracht en energie (=ontwikkelingsgericht)
 Het oplossingsgericht vermogen van mensen verhogen door te werken op
diepere lagen en niet alleen de huidige kwestie regelen, de relatie verdiepen
en sterker maken (= toekomstgericht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Deontologie van de bemiddeling

A
 Vertrouwelijkheid
 Vrijwilligheid
 Meerzijdige partijdigheid/neutrale betrokkenheid, zorg voor ieders belangen
 Onafhankelijkheid van de bemiddelaar
 Faciliteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gevolgen, visie op oplossing

A
 Duurzame resultaten
 Verbeterde relaties
 Betere naleving en uitvoering van de afspraken
 Empowerment
 Samenwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Redenen om aan bemiddeling te doen

A
 Vertrouwelijk
 Goedkoop (cfr een rechtszaak)
 Informeel
 Snel (bv 3 maanden)
 Ontwikkelingsgericht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aandachtspunten

A

 Aandacht voor de kracht van het individu
 Aandacht voor het relationele/het verbindende
 Aandacht voor verbale en non-verbale communicatie
 Aandacht voor het conflict en de relatie
 Aandacht voor het proces en de oplossing (product)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bemiddelingsvaardigheden

A
 Luisteren
 Verbindende taal spreken
 Vragen stellen
 Leiding nemen
 Omgaan met gevoelens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Basishoudingen

A

 Aanwezig zijn in het hier en nu/ toekomst en verleden
 Neutrale betrokkenheid van de bemiddelaar/meerzijdig partijdig
 In liefde zijn voor jezelf en voor de ander (liefdevol kordaat)
 Houding van geven en ontvangen
 Ontwikkelingsgericht zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Interventies

A
 Bevragen
 Heretiketteren
 Erkenning geven
 Empoweren
 Samenvatten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Basistechnieken

A
 Pendelen
 Werken met belangen
 Communicatie mogelijk maken
 Verbindend werken
 Ontwikkelingsgericht werken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Methodiek van meerzijdige partijdigheid

A

 Actief luisteren
 Vragen stellen (open vragen, informatieve vragen, vragen die verbreden (ex)
of verdiepen (in), circulaire vragen, hypothetische vragen, bevragen op niveau
van denken, voelen en handelen)
 Erkenning geven op 5 niveaus
 Empathisch luisteren
 Aanspreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In het bemiddelingsproces spreken we van drie fases

A

FASE 1 Intake
FASE 2 Exploratie
FASE 3 Creëren - oplossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In het bemiddelingsproces spreken we van drie fases

A

FASE 1 Intake
FASE 2 Exploratie
FASE 3 Creëren - oplossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een eerste afspraak maken

A
  • Houd het eerste contact zo kort mogelijk, op dit moment begint de meerzijdige
    partijdigheid/neutrale betrokkenheid als bemiddelaar
  • Motiveer mensen -de persoon die met jouw contact opneemt- om de andere partij
    zelf te contacteren en uit te nodigen tot bemiddeling. Als bemiddelaar kan je
    hierin steunend zijn.
  • Ga niet inhoudelijk in op de kwestie, wees liefdevol kordaat
  • Geef kort uitleg over bemiddeling, wat het is en wat praktische info
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

FASE 1: Intake

A

 Fase 1 is de voorbereidingsfase. Wat is de kwestie, wat zijn de standpunten? We
proberen dit helder te krijgen.
 De cliënt blijft in zijn autonomie. Het is ik-ik.
 De bemiddelaar gaat liefdevol leiden, dwz de bemiddelaar luistert en ontvangt en
blijft van de kwestie af. Belangrijke vaardigheden hierbij zijn: onderscheiden,
structuur aanbrengen, leiding nemen en samenvatten.
 Het doel van fase 1 is de drie ja’s krijgen: “Ja, wij hebben een kwestie”of
probleemdefiniering, “Ja, wij willen dit oplossen” of commitment en “Ja, wij willen
dit oplossen door bemiddeling” of informatie geven over bemiddeling.
Een mogelijke 4e ja: “Ja, naar de bemiddelaar”.
 Belangrijke methodiek is pendelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mogelijke interventies om te werken met emoties

A

 Benoem de emoties, welke emoties zie je? Hier wel oppassen met interpretatie!
 Emoties reguleren, geef mensen de kans om emoties te ventileren, om stoom af
te blazen, toon begrip en luister empathisch, ..
 Emoties heretiketteren, bv boosheid-> je bent erg betrokken, klopt dit?
 Wanneer mensen elkaar verwijten naar het hoofd blijven slingeren vanuit
verschillende emoties, kan je de techniek van ‘de beerput leegmaken’ toepassen. Iedereen krijgt om de beurt , zonder onderbroken te worden
de kans om te zeggen wat er gezegd moet worden. Als bemiddelaar faciliteer je
dit door tijdsbewaking en mensen te informeren wat het doel is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

FASE 2: Exploratie

A

 Je werkt en streeft als bemiddelaar naar dialoog-verbinding tussen mensen.
Dit is dan ook de fase van jij-jij.
 Van standpunten (fase 1) maak je de brug naar de belangen. Welke belangen spelen
mee? Belangengesprekken zijn moeilijk omdat cliënten vaak niet gewoon zijn om
over belangen te spreken. Cliënten zijn zich niet altijd bewust van het feit dat er
belangen meespelen. Dit vraagt openheid en kwetsbaarheid. Een belang kan
omschreven worden als iets subjectiefs, een voordeel voor jezelf, iets belangrijk voor
jezelf. Er kunnen ook onderliggende belangen zijn, zoals psychologische belangen
(behoeften) en/of relationele belangen (geven en ontvangen). Het is belangrijk om
tot deze belangen te komen. Hier ligt vaak de kern van het conflict. Hoe dichter je de
kern raakt, hoe duurzamer de oplossing.

16
Q

Fase 2 heeft 3 doelen

A
 De belangen helder krijgen, verduidelijken en legitimeren
 Vergroten van de beleving, de perceptie en het handelen van de ander en 
van zichzelf (meerzijdig partijdig naar elkaar)
 De veranderingsbereidheid vergroten,
17
Q

FASE 3: Creëren -oplossen

A

 Wanneer fase 2 goed verloopt, krijg je gemeenschappelijke belangen op tafel en kom
je op het punt dat cliënten zelf met een oplossing of voorstel komen. Fase 3 is het
product van het bemiddelingsproces en is een heel praktische fase. Hier spreek je van
de wij-fase. Cliënten zoeken samen naar een oplossing: “Wat wil je voor het conflict
in de plaats?”, “ Wat gaat er goed?” en “ Wat werkt wel?”.
 De methodiek van brainstormen kan hierin helpend zijn.
 Het doel is te komen tot de best mogelijke oplossing voor elke cliënt en dit zo
duurzaam mogelijk.
 Er worden veel “stel dat” vragen gesteld, om zoveel mogelijk gevolgen van
oplossingen te checken.

18
Q

ZEVEN STAPPEN OM MET EEN PATSTELLING TE WERKEN

A

Stap 1: Uitleg geven over oplossen van conflicten, wat zijn de mogelijkheden
Stap 2: Bevragen waar cliënten “echt “ meezitten?
Stap 3: Kunnen jullie elkaars vraag, kwestie oplossen of behoeften vervullen? Verzoeken
doen…
Stap 4: Kunnen cliënten niet of willen ze niet of beide.
Stap 5: De vraag stellen: “Waarom moet dit zo?”
Stap 6: Cliënten maken motieven om zich vast te zetten kenbaar
Stap 7: Cliënten praten verder of blazen alles op