HF 2 ouder worden Flashcards
wat zij Fitz de lange zijn 5 morele dimensies?
1) natuurlijke behoeften
2) gewaardeerd lid van de gemeenschap
3) leven volgens morele overtuigingen
4) het leven betekenis geven
5) een redelijk evenwicht
Primaire inschatting
de persoon beoordeelt de gebeurtenis om te bepalen of de gevolgen positief, negatief of neutraal zijn.
positieve/ negatieve inschatting
Bij positieve inschatting en de verwachting van weinig of geen schade, gaat
er geen dreiging uit van de situaties en is er geen stress. Bij negatieve
inschatting gaat de persoon na welke schade eenzelfde situatie in het
verleden teweeg bracht en in het slechtste geval wordt de nieuwe situatie
als bedreigend ingeschat.
secundaire inschatting
Hier vraagt de betrokkene zich
af of hij de situatie aankan. Heeft hij afdoende copingvaardigheden? Kan hij
hulpbronnen inroepen om de dreiging het hoofd te bieden? Als er geen
hulpbronnen zijn en de potentiële dreiging groot is, ervaart hij stress. Een
fikse verkeersboete brengt iedereen van streek, maar als je geen geld hebt
om ze te betalen, ervaar je een hoop meer stress.
voorspellers van stressvolle situaties
- Gebeurtenissen en omstandigheden die negatieve emoties
oproepen - Situaties die onbeheersbaar of onvoorspelbaar zijn
- Gebeurtenissen en omstandigheden die verwarrend zijn
- Mensen die tegelijkertijd veel taken moeten vervullen die veel
van hun capaciteiten vragen ervaren meer stress
gevolgen van stress
- De fysiologische arousal (prikkeling) leidt op langere termijn tot slijtage en kan leiden tot ernstige schade. Hoofdpijn, rugpijn, huiduitslag, verstopping, chronische vermoeidheid en zelfs een verkoudheid zijn mogelijke stress gerelateerde aandoeningen.
- Het immuunsysteem kan beschadigd geraken: ziektekiemen vermenigvuldigen zich gemakkelijker en kankercellen verspreiden zich gemakkelijker.
- Psychosomatische aandoeningen worden veroorzaakt door
het samenspel van psychologische, emotionele en
lichamelijke problemen - De blik op de wereld vertroebelt, men ziet waarvoor men bang is, maar ziet geen oplossing, waardoor het
oordeelsvermogen wordt aangetast. - Schadelijk gedrag neemt toe: roken, drinken, slechtere
voeding, minder slaap - Vooral middelbare volwassenen vertonen indirect gezondheid gerelateerd gedrag in verband met medische hulp
probleemgerichte coping
proberen mensen een stressvolle situatie het
hoofd te bieden door de situatie rechtstreeks te veranderen. De oudere die een probleem ondervindt op de gang van haar flatje, kan met de conciërge
gaan praten.
emotiegerichte coping
bewust hun emoties proberen te reguleren. De oudere die vindt dat er teveel geluiden zijn op de gang in het rusthuis, kan zichzelf inpraten dat ze tenminste een dak boven haar hoofd heeft.
Defensieve coping
is een manier om het werkelijke probleem te vermijden
of te negeren. De oudere die de diagnose kanker wegwuift of meent dat het
zo’n vaart wel niet zal lopen, of dat het er niet zoveel toe doet. Als dit een gewoontereactie wordt zal de persoon de situatie nooit echt aanpakken. Overmatig drugs-, alcohol- of medicijngebruik zijn ook vormen van
defensieve coping.
het sociaalpsychologisch
stress en coping paradigma (Lazarus en Folkman)
wordt onderscheid gemaakt naar het belang van
enerzijds persoonskenmerken (zoals opleidingsniveau,
competentieverwachtingen en gevoelens controle of greep te hebben op het
leven) en anderzijds sociale steun (zoals omvang en kwaliteit van het
sociaal netwerk) voor de taxatie van stressvolle gebeurtenissen, voor de
wijze waarop personen omgaan met (gezondheids-)problemen en voor het
welbevinden.
het sociaal-medisch
disablement process model (Verbrugge en Jette).
wordt onderscheid gemaakt naar de rol van
risicofactoren (al dan niet aanwezig voordat ziekte z’n intrede doet zoals
levenslange slechte leefgewoonten en genetische factoren), externe
factoren (zoals het gebruik van zorg, aanpassingen in de woonomgeving)
en interne factoren (zoals genoemde persoonskenmerken) in het proces
van ziekte naar eventuele belemmeringen in het dagelijks functioneren en
zelfredzaamheid.
drie theorieën met een eigen verklaring en visie op gelukkig oud worden
- de disengagement theory
- de activity theory
- continuity theory.
Disengagement of geleidelijk terugtrekken
Ouderen trekken zich terug op drie vlakken:
- Lichamelijk: ze doen het kalmer aan
- Psychologisch: nemen afstand van anderen en van de wereld en doen meer aan introspectie
- Sociaal: minder interacties, minder betrokken en verbonden met anderen. Ze investeren minder emotioneel in anderen wat als voordeel heeft dat ze gemakkelijker met
verlieservaringen om kunnen.
Activity of voortdurende ontwikkeling
stelt dat ouderen gelukkig oud worden als ze hun
activiteiten, sociale contacten vanuit hun volwassenheid voortzetten en als de hoeveelheid en intensiteit van sociale contacten niet vermindert. Als mensen met pensioen gaan of geen zorg meer hebben voor anderen
(kinderen, kleinkinderen, partner) moeten ze zelfs hun activiteiten uitbreiden en / of vernieuwen.
Continuity, een compromis
Deze theorie stelt dat ouderen “voor een maximaal gevoel van welzijn en zelfachting een door hen gewenst niveau van betrokkenheid met de maatschappij moeten zien vast te houden”. Mensen die vroeger heel actief en sociaal waren zijn gelukkig als ze daarmee kunnen doorgaan. Meer op zichzelf getrokken personen genieten van alleen zijn en individuele activiteiten (lezen bijv.) en zijn daarmee het gelukkigst.