begrippenlijst Verdieping sociale wetgeving Flashcards

1
Q

arbeidsovereenkomst

A

een wederkerige overeenkomst voor het verrichten van arbeid tegen loon onder gezag van een werkgever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ondergeschikt verband

A

–Gezagsrelatie tussen werkgever en werknemer
• Bevelrecht van de werkgver over organisatie en uitvoering van
het werk
• Plicht van de werknemer om deze instructies op te volgen
–Gezagsrelatie staat onafhankelijkheid bij de uitvoering
van de arbeidsovereenkomst niet in de weg
–Ook tussen gehuwden, familieleden of concubanten kan
een gezagsrelatie bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

schijnzelfstandige en pseudowerknemers

A

–Schijnzelfstandigen
• Werkgevers proberen sociale bijdragen voor werknemers
te ontlopen
–Oneigenlijke of pseudowerknemers
• Zelfstandigen proberen te profiteren van de sociale
zekerheid voor werknemers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Arbeidsrelatieswet

A

–Poging van de wetgever om duidelijkheid te
scheppen in deze problematiek
–Criteria om uit te maken of iemand zelfstandige dan
wel werknemer is
• Neutrale criteria: puur vormelijke elementen
• Algemene criteria
– Wil van de partijen
– Vrijheid van organisatie van de werktijd
– Vrijheid van organisatie van het werk
– Mogelijkheid tot hiërarchische controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geldigheidsvereisten

A

–De partijen moeten bekwaam zijn
–Er moet een geldige toestemming zijn
–Er moet een bepaald voorwerp zijn
–Er moet een geoorloofde oorzaak zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bekwaamheid

A

–Algemeen principe: iedereen is bekwaam om een
overeenkomst af te sluiten, tenzij hij door de wet hiertoe
onbekwaam is verklaard
–Minderjarigen
• Zijn in beginsel rechtsbekwaam om arbeidsovereenkomsten af
te sluiten, tenzij er uitdrukkelijk verzet is van de vader, de
moeder of de voogd
–Kinderen
• Verbod op tewerkstelling van kinderen in de Arbeidswet
• Kind = minderjarigen beneden de 15 jaar, of nog voltijds
leerplichtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geldige toestemming

A

–De toestemming van de partijen kan aangetast worden door wilsgebreken
–Geweld
• Kan van fysieke of morele aard zijn
• Moet “op een redelijk mens indruk maken en doen vrezen dat hijzelf, zijn onmiddellijke familie of zijn vermogen bloot staan aan een aanzienlijk en dadelijk kwaad”
–Dwaling
• Zich vergissen, een verkeerde mening toegedaan zijn
• Moet een belangrijke dwaling over een essentieel element zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bedrog

A

• Is het opzettelijk misleiden van de andere partij
• Kan bestaan uit leugens of bedrieglijk verzwijgen
• Moet van die aard zijn dat de overeenkomst zonder het
bedrog nooit tot stand zou zijn gekomen
• Goede trouw bij het aangaan van de overeenkomst
veronderstelt een spontane mededeling van substantiële
informatie aan de andere partij
• Leugenachtige antwoorden op ongeoorloofde vragen
– Leveren geen vernietigend bedrog op
– Zwangerschap
– Lidmaatschap bepaalde (vak-)verenigingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorwerp en oorzaak

A

–Voorwerp = datgene waartoe men zich verbindt
–Oorzaak = het doel van de verbintenis
–Moeten zeker en bepaald zijn
• Volstaat dat ze bepaalbaar zijn(ook mogelijk door te
verwijzen naar een cao)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

absolute en relatieve nietigheid

A

–Absolute nietigheid
• Ter bescherming van de openbare orde of goede zeden
• Kan door derden of door de rechter ingeroepen worden
• Kan niet gedekt worden door de benadeelde partij
–Relatieve nietigheid
• Voor de bescherming van private belangen
• Kan enkel door de benadeelde partij ingeroepen worden
• Kan gedekt worden door de benadeelde partij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dwingend recht

A

• Bepalingen ter bescherming van private belangen waar de
partijen niet van mogen afwijken op straffe van relatieve
nietigheid
• In het arbeidsrecht: ter bescherming van de werknemer– Werknemer kan deze bepalingen inroepen tegen de werkgever, maar de
werkgever niet tegen de werknemer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Openbare orde

A

• Bepalingen ter bescherming van algemene belangen van
de samenleving waarvan niet mag afgeweken worden op
straffe van absolute nietigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een concurrentiebeding?

A

–De werknemer gaat de verbintenis aan om geen
soortgelijke activiteiten uit te oefenen wanneer hij de
onderneming verlaat
• Hetzij door zelf een onderneming uit te baten
• Hetzij door bij een concurrerende werkgever te gaan werken
–Twee soorten concurrentiebedingen
• Gewoon concurrentiebeding voor arbeiders en bedienden
– Voor sommige bedienden is een “afwijkend” concurrentiebeding
mogelijk
• Concurrentiebeding voor handelsvertegenwoordigers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Concurrentiebeding voor arbeiders en bedienden

A

–Geldigheidsvereisten:
• Het loon moet voldoende hoog zijn
• Het beding heeft betrekking op soortgelijke activiteiten
• Het moet geografisch beperkt zijn
• Het moet in de tijd beperkt zijn
• Het moet voorzien in een eenmalige, forfaitaire en
compensatoire vergoeding voor de werknemer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Concurrentiebeding voor

handelsvertegenwoordigers

A

–Geldigheidsvoorwaarden
• Moet schriftelijk worden vastgesteld
• Mogelijk voor jaarloon hoger dan 34.180 euro (bedrag voor
2018)
• Beding moet betrekking hebben op soortgelijke activiteiten
• Beding mag niet langer duren dan 12 maanden
• Beding moet geografisch beperkt zijn tot het gebied
waarbinnen de vertegenwoordiger werkelijk actief was
– Maar dit gebied is niet noodzakelijk beperkt tot het Belgische
grondgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een scholingsbeding?

A

–Werknemer gaat de verbintenis aan om een
bepaalde tijd in dienst te blijven bij zijn werkgever
omdat hij op diens kosten een opleiding volgt
–Als hij toch voortijdig opstapt, zal de werknemer een
deel van de opleidingskosten moeten terugbetalen
aan de werkgever

17
Q

Scholingsbeding mag ten slotte ook niet toegepast

worden:

A

• Als het ontslag tijdens de eerste zes maanden van de
uitvoering van de overeenkomst valt
• Als de werkgever de werknemer ontslaat, behalve om een
dringende reden
• Als de werknemer om een dringende reden ontslag geeft
• Als het ontslag door de werknemer gebeurt als gevolg van
een herstructurering in de onderneming

18
Q

Verplichtingen van de werknemer

A

–Veiligheid
• Niet naleven van veiligheidsinstructies kan een dringende
reden voor ontslag zijn
• Werknemer kan echter bevelen weigeren die hemzelf of
zijn collega’s in gevaar brengen
–Arbeidsgereedschap
• Werknemer moet de ongebruikte grondstoffen en het
hem toevertrouwde gereedschap in goede staat
teruggeven
–Concurrentie

19
Q

Verplichtingen van de werkgever

A

–Arbeid verschaffen
• Primaire verplichting voor de werkgever
• Effectieve tewerkstelling is vereist: het loon betalen
volstaat niet
• Overeengekomen arbeidsvoorwaarden mogen niet
eenzijdig gewijzigd of herroepen worden
– Tenzij uitdrukkelijk overeengekomen, en voor niet-essentiële
arbeidsvoorwaarden
–Hulp
• Ter beschikking stellen van de nodige hulp, hulpmiddelen
en materialen
–Veiligheid en gezondheid
–Loon
• Dwingende bepalingen in de Loonbeschermingswet
• Loon is de tegenprestatie voor geleverde arbeidsprestaties
– Werknemer heeft (tenzij de wet of de overeenkomst het anders bepaalt
via een regeling gewaarborgd loon) geen recht op loon voor dagen
waarop hij niet werkt, zelfs als dit de schuld van de werkgever is
– Hij heeft in dat laatste geval eventueel wel recht op een
schadevergoeding gelijk aan het gederfde loon
–Huisvesting en voeding
• Indien dit zo werd overeengekomen in de overeenkomst
– Huisvesting moet “behoorlijk” zijn
– Het voedsel “gezond en voldoende”
–Geloofsplichten en burgerlijke plichten
• Werknemer moet hiervoor de nodige tijd krijgen
–Onthaal
• Nodige zorg en aandacht voor nieuwe werknemers
–Arbeidsgereedschap
• Werkgever moet als “goed huisvader” zorgen voor persoonlijk
gereedschap van de werknemer en persoonlijke voorwerpen
die in bewaring moeten worden gegeven
–Documenten afleveren bij einde arbeidsovereenkomst

20
Q

Aansprakelijkheid van de werknemer

A

werknemer is enkel aansprakelijk bij:
• Bedrog
• Zware schuld
• Eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomende lichte schuld
–Immuniteit voor de werknemer geldt echter enkel bij de
uitvoering van de arbeidsovereenkomst, en niet voor of
na deze uitvoering

21
Q

Strafrechtelijke aansprakelijkheid werknemer

A

–Werknemer zal steeds persoonlijk strafrechtelijk
aansprakelijk zijn voor boetes
• Kan tot onbillijke situaties leiden
–Werkgever zal burgerrechtelijk aansprakelijk zijn
voor de betaling van de boetes van zijn werknemer

22
Q

overmacht

A

Begrip
–Onvoorzienbare gebeurtenis
–Onafhankelijk van de wil der partijen
–Onmogelijk de overeenkomst verder uit te voeren
Gevolgen
• Tijdelijke overmacht is een schorsing, en dus niet het einde,
van de arbeidsovereenkomst
– Tijdelijk versus definitief of tijdelijk versus van lange duur?
• Echter geen loonwaarborg
• Bewijs te leveren door de partij die overmacht inroept
Recht op werkloosheidsuitkeringen
–Werkgever stopt bij overmacht direct met betalen van
loon
–Er is dan onmiddellijk recht op tijdelijke uitkeringen voor
werkloosheid bij de RVA

23
Q

Gewaarborgd dagloon

A

situaties waarin er toch recht op
“normaal” loon is:
–Met vertraging of niet op het werk aankomen
• Men moet wel zich op normale wijze naar het werk begeven
hebben
• Gebeurtenis moet onafhankelijk zijn van de wil van de
werknemer
–De arbeid niet kunnen beginnen of voortzetten
• Werknemer moet arbeidsgeschikt zijn als hij zich naar het werk
begeeft
• Uitzondering: staking
–Stemplicht vervullen als men geen volmacht kan geven

24
Q

Arbeidsongeschiktheid

A

–Onmogelijkheid om het overeengekomen werk te
verrichten
• Wegens ziekte of ongeval
• Beoordeling op grond van de gewoonlijk verrichte arbeid
• Geen onderscheid i.v.m. duur van de schorsing
– Kan blijvende arbeidsongeschiktheid een geval van beëindigende
overmacht zijn?
• Moet gaan om een volledige arbeidsongeschiktheid
– Gedeeltelijke arbeid in een re-integratietraject is geen schorsing
• Verplichtingen van de werknemer
–Meldingsplicht: onmiddellijk
• Geen termijn bepaald / geen vormvoorschriften
–Geneeskundig getuigschrift
• Indien voorgeschreven door cao of individuele overeenkomst, of als de werkgever het vraagt
• Binnen de twee werkdagen, tenzij anders bepaald
• Moet melding maken van:
– Het bestaan van een arbeidsongeschiktheid en de waarschijnlijke duur ervan
– Of de werknemer zich naar een andere plaats mag begeven
• Moet afgeleverd worden door een beoefenaar van de geneeskunde

25
Q

Arbeidsongeschiktheid

• Bedrag van het gewaarborgd loon voor werklieden

A

–Periode en bedrag
• Normaal loon tijdens eerste zeven dagen
• Bijkomende vergoeding van 25,88% tijdens de volgende 23
dagen
• 60% begrensde loon van 8ste t.e.m. 14e dag
–Begrip “normaal loon”
• Het loon dat de werkman zou gekregen hebben als hij niet
arbeidsongeschikt zou zijn geweest

26
Q

Hervalling(en)

A

• Gewaarborgd loon is niet opnieuw verschuldigd
– Indien nieuwe ongeschiktheid, met dezelfde oorzaak
– Na een werkhervatting
– Binnen de 14 dagen na een vorige periode
– Die aanleiding gaf tot betalen van door de wet gewaarborgd loon

27
Q

Gewaarborgd loon bij arbeidsongeval en

beroepsziekte van arbeiders

A

• Behoud van normaal loon gedurende 7 dagen
• Geen anciënniteitsvoorwaarde
• Voorschot door de werkgever te betalen van 23
daaropvolgende dagen
• Gewaarborgd loon dat werkgever aan werknemer
betaalde wordt door de verzekeraar terugbetaald aan de
werkgever