HC.8 Voetafwijkingen Flashcards

1
Q

Hoe kun je een positionele
standsafwijking die lijkt op een
klompvoet onderscheiden van
een structurele klompvoet?

A

Klompvoet heeft enkelvoudige diepe
huidplooien.
Normale voet heeft meerdere
oppervlakkige huidplooien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerken Fibula hemimelia?

A

 Korter onderbeen
 Laterale voetstralen kunnen
ontbreken
 Vaak afwezige voorste kruisband
 Deficiëntie laterale femurcondyl
 Soms ook korter bovenbeen
 Vaker unilateraal dan bilateraal
 Vaker rechts dan links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Moet een metatarsus adductus behandeld worden?

A

Nee 90% corrigeert spontaan voor de leeftijd van 4 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aantal belangrijke begrippen ->

A

 Varus : Naar de lichaamsas toe
 Valgus: : Van de lichaamsas af
 Cavus: : Hol
 Mediaal : Aan de kant van de lichaamsas
 Lateraal: Aan de buitenkant
 Osteotomie: Doorzagen van bot
 Release: Losmaken van weke delen
 Arthrodese: : Vastzetten van een gewricht
 Transpositie: Verplaatsing

: Verplaatsing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ezelsbruggetje om klompvoet te onthouden -»

A
  • Cavus (holvoet)
  • Adductie van de voorvoet
  • Varus van de achtervoet
  • Equinus (spits) van de enkel (voet wijst gewoon naar beneden)

(CAVE)

Pes equino-varus-adductus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke behandeling wordt vaak gedaan bij idiopathische klompvoet?

A

Behandeling volgens Ponseti

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In welke volgorde wordt de klompvoet opgelost volgens Ponseti?

A
  1. eerst cavus opheffen
  2. Abductie/exorotatie van de voet
  3. Achillespees doorsnijden om equines te fixen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houd een peestranspositie in?

A

Je neemt de pees van een spier die bijvoorbeeld supinatie induceert, deze maak je los en zet je vast aan een ander bot. Hierdoor zorgt hij ineens voor extensie ipv supinatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Algemene kenmerken hakvoet

A

 Pes calcaneovalgus
 Veel frequenter dan klompvoeten
 Door intra-uteriene malpositie!
 Zonder actieve behandeling:
uitstekende prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Met welke testen kan je erachter komen dat een kind een soepele platvoet heeft?

A
  • Ontstaan van een mediaal gewelf bij het op de tenen laten staan
  • Ontstaan van een mediaal gewelf bij ontspannen voet, b.v. bij afhangend been
  • Ontstaan van een mediaal gewelf bij het optrekken van de grote teen (Hübscher/ windlass fenomeen)
  • Soepele voet bij bewegingsonderzoek

Dus:

  • op tenen laten staan
  • Test van Hübscher
  • Been laten afhangen en voelen of hij soepel is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de ‘too many toes’ sign?

A

Als je van achterkant kijkt naar voeten zijn meer tenen zichtbaar aan de zijkant van de voet.
Typisch bij platvoeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zijn Holvoeten (pas casus) aangeboren?

A

Nee nooit, ontstaan tussen 5e en 10e levensjaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Naar welke dokter verwijzen bij holvoeten?

A

Neuroloog, waarschijnlijk neurologische afwijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke bevinding bij LO typisch voor holvoeten?

A

Diepstand van de eerste straal (hele rij van je grote teen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke afwijking corrigeert meestal spontaan?

A

Hakvoet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In welk percentage van de patiënten komt (congenitale verticale talus) CVT voor in combinatie met andere congenitale afwijkingen?

A

> 50%

17
Q

Take home messages:

 De eerste behandeling van een pes equinovarus-adductus is volgens
de Ponseti methode
 Een congenitale verticale talus wordt operatief behandeld
 Een soepele knikplatvoet behoeft geen behandeling
 Een patiënt met holvoet moet neurologisch onderzocht worden
 Een pijnlijke, beperkt beweeglijke achtervoet kan passen bij een tarsale
coalitie

A

Leerdoelen:

 Leert een voorbeeld van een congenitale onderbeen- en voetafwijking
d.m.v. een patiëntdemonstratie
 Leert het verschil tussen een positionele “klompvoet-deformiteit” en een ware klompvoet
 Leert het onderscheid tussen een congenitale verticale talus en een
hakvoet
 Leert de diagnostiek van een pijnlijke gefixeerde pes planovalgus
 Leert de diagnostiek van een pes cavus, pes cavovarus