HC 4.6: fysiologie van de bloedaanmaak en pathofysiologie van bloedarmoede Flashcards
definitie bloedarmoede:
tekort aan Hb
Hb bestaat uit:
- 2 alfa en 2 bèta ketens, die samen de heem groep vormen
- in die alfa en bèta ketens zit ijzer en dat wil zuurstof binden in een zuurstofrijke omgeving en wil het afstaan in een zuurstofarme omgeving
chromosoom waarop de genen liggen die coderen voor de alfa ketens:
chromosoom 16
chromosoom waarop de genen liggen die coderen voor de bèta en delta ketens:
chromosoom 11
hoeveel genen heb je in totaal die voor de alfa ketens coderen? en hoe werkt het dan als er 1 of meerdere kapot zijn?
- er bevinden zich 2 alfa genen per chromosoom 16 en dus heb je er in totaal 4.
- wanneer er 1 kapot is, heb je er nog 3 over en dan is er geen bloedarmoede
- wanneer er 2 kapot zijn, heb je maar 50% van het Hb over en dan heb je dus ook anemie.
hoeveel genen voor de bèta ketens hebben we? en hoe werkt dat als er 1 kapot gaat?
- er bevinden zich in totaal 2 bèta genen
- dus wanneer er 1 kapot is, kan dat al meteen zorgen voor bloedarmoede
alfa-thalassemie:
tekort aan alfa ketens
bèta-thalassemie:
tekort aan bèta ketens
wat gebeurt er in het lichaam bij een aangeboren bloedarmoede?
- bij een aangeboren bloedarmoede gaat het lichaam proberen te compenseren, door de productie van vooral bèta ketens heel erg op te hogen
- die kinderen zien bleek, wat tekort Hb, maar omdat erytrocyten in het beenmerg worden aangemaakt, gaan botten heel erg groeien
- en krijg je dus bijvoorbeeld kinderen met hele grote schedels
naast een tekort aan alfa en bèta ketens, wat kan nog meer een aangeboren anemie geven?
mutatie in het gen voor alfa en bèta ketens, waardoor ze niet functioneel zijn
bij HbA is de opname en afgifte van zuurstof afhankelijk van:
- zuurstof spanning
- pH (bij acidose gaat de zuurstof afgifte makkelijker)
- temperatuur
- 2,3-DiPhosphoGlyceraat concentratie (2,3-DPG)
2,3-DPG:
- is een stofje wat in alle erytrocyten voorkomt
- bij anemie gaat de productie van dat stofje omhoog
- 2,3-DPG gaat de concurrentie aan met zuurstof voor de bindingsplaats op het Hb
- als je een laag Hb gehalte hebt, gaat het 2,3-DPG gehalte omhoog, zuurstof gaat makkelijker van het Hb af en maakt daarmee het zuurstof transport door het lijf makkelijker
vorming van rode bloedcellen tijdens de embryonale fase:
- in de 3e week van de embryonale fase gebeurt dat in de dooierzak
- in de 6e week van de embryonale fase gebeurt dat in de lever/milt
- in de 5e maand van de embryonale fase gebeurt het in het beenmerg
Bij kinderen vindt die rode bloedcel vorming in ongeveer alle botten plaats. Naarmate je ouder wordt, gaan in steeds minder botten die bloedcellen gevormd worden.
…