HC 4.4: IBD therapie Flashcards
Behandeldoelen bij IBD:
- klachten snel onderdrukken met inductie behandeling
- daarna wil je de bereikte remissie onderhouden
We starten therapie gebaseerd op het type IBD, de ernst en uitbreiding van de ziekte.
Elke patiënt wordt aangeraden om te stoppen met roken.
…
2 strategieën bij behandeling IBD:
- step-up behandeling
- top-down approach
step-up behandeling:
- eerst mesalazine (5-ASA) (kan zowel oraal als topicaal)
- (prednison of budesonide gebruik je alleen als inductie therapie, niet als onderhoudende therapie)
- daarna immunomodulatoren, azathioprine (AZA) of 6-mercaptopurine (6-MP) of methotrexaat (MTX).
- biologicals of JAK-remmers
- colectomie
wat is het verschil in set-up behandeling tussen Crohn en CU?
- bij ziekte van Crohn, valt de eerste stap mesalazine weg, want die is bij Crohn niet effectief
kiezen we bij Crohn of bij CU steeds vaker voor top-down approach?
bij ziekte van Crohn kiezen we steeds vaker voor de top-down approach.
wat houdt top-down approach in?
je kiest voor de meest effectieve stap en begint daar meteen mee.
dus bij iemand met Crohn, of met hele heftige klachten, kies je meteen voor biological en immunomodulator in plaats van bij de eerste stap te beginnen
wanneer gebruik je de verschillende strategieën in IBD behandeling?
- heb je de tijd, vooral bij CU, dan step-up
- bij Crohn en bij iemand met hele erge klachten, top-down
corticosteroïden:
- we gebruiken het nog regelmatig, vooral vaak kort na de diagnose
- we maken onderscheid tussen prednison en budesonide
prednison:
- oraal, intraveneus, zetpillen of klysma
- voor inductiebehandeling bij M. Crohn en CU
- kent veel bijwerkingen: hypertensie, acne, infecties, diabetes, gewichtstoename, osteoporose
budesonide:
- topicaal: voor behandeling van rectum en linkszijdig colon
- per os: voor behandeling rechtszijdige colon en ileocecale regio
- minder bijwerkingen dan prednison, maar ook iets minder goed werkend
mesalazine:
- gebruiken we alleen bij CU
- we gebruiken het als inductie en onderhoudstherapie
- zowel oraal als topicaal
- over het algemeen geen bijwerkingen, maar soms: hoofdpijn, misselijk en uitslag, pancreatitis, interstitiële nefritis
behandeling van het colon, topicaal/lokaal:
- met zetpil kan je tot 15 cm vanaf de anus behandelen
- met schuim klysma kan je ongeveer tot 25 cm behandelen, dus ongeveer sigmoïdeum erbij.
- met meer vloeibare klysma (enemas) kan je tot de flexura lienalis behandelen
- om het colon verder dan de flexura lienalis te behandelen, is orale therapie nodig
welke immunomodulatoren hebben we? hoe is de behandeling?
- thiopurines: azathioprine, mercaptopurine, tioguanine
- methotrexaat
- ze hebben 3 maanden inwerktijd en zijn dus alleen onderhoudstherapie
- en vooral bij het opstarten van de therapie is heel frequent bloedonderzoek nodig
bijwerkingen thiopurines:
- beenmergtoxiciteit
- acute pancreatitis
- griep achtige verschijnselen
- hepatitis
- lymfoom
- non-melanoom huidkanker