HC 2.2: Dysfagie Flashcards
3 fases van het slikproces:
- orale fase: opnemen van voedsel in de mond (vrijwillig)
- faryngeale fase: wanneer het voedsel doorgeslikt is, maar zich nog niet in de slokdarm bevindt (onvrijwillig)
- oesophagiale fase: als het voedsel in de slokdarm zit (onvrijwillig)
er zijn motor en beschermende functies van het slikproces.
motor functie bovenste slokdarm sphincter:
poortwachter voor de slokdarm
beschermende functie bovenste slokdarm sphincter:
beschermt de luchtpijp tegen voedsel en maagsap reflux
motor functie slokdarm:
transport van voedsel bolus richting de maag
beschermende functie slokdarm:
verwijdert reflux materiaal van de maag en beweegt het eigenlijk weer terug naar de maag
motor functie onderste slokdarm sphincter:
poortwachter voor de maag
beschermende functie van onderste slokdarm sphincter:
beschermt de slokdarm tegen maagsap reflux
de coördinatie van de peristaltiek gaat via het … zenuwstelsel
enterische zenuwstelsel
het enterische zenuwstelsel is een onderdeel van het … zenuwstelsel
autonome
de neuronen van dat enterische zenuwstelsel die te maken hebben met het verteringsstelsel, bevinden zich in 2 plexussen:
- de myenterische plexus: die bevindt zich tussen de longitudinale en circulaire spieren. die vindt je vanaf de slokdarm tot en met het rectum.
- de submucosale plexus: die bevindt zich alleen in de submucosa, die heb je alleen in de dikke en dunne darm
hoe werkt de regelkring van peristaltiek?
- enterische zenuwstelsel
- communicatie binnen het zenuwstelsel via actiepotentialen en neurotransmitters.
- myenterische neuronen moeten input krijgen van het parasympatische en sympatische zenuwstelsel
- die neuronen monitoren de rekking van spieren, pH, osmolaliteit en mechanische stimulatie
- die neuronen verwerken die input en stimuleren of remmen vervolgens via de interneuronen, de gladde spieren, sekretorische cellen, submucosale endocriene cellen en bloedaten.
peristaltiek is een patroon van contractie en relaxatie van de circulaire en longitudinale spieren.
gelijktijdige inhibitie gevolgd door sequentiële excitatie
gelijktijdige inhibitie tijdens de peristaltiek:
- cDMN activeren enterische neuronen, die als neurotransmitter stikstof oxide hebben (NO)
- die activatie van die neuronen zorgt voor een inhibitie langs de slokdarm
- die inhibitie is langer aan de distale kant
- de inhibitie zorgt voor relaxatie van de spieren.
sequentiële excitatie van de peristaltiek:
- rDMN activeert enterische neuronen die acetylcholine als neurotransmitter hebben. dat zorgt voor excitatie/spiercontractie.