HC 4.3: IBD inleiding Flashcards

1
Q

waar staat IBD voor?

A

Inflammatory Bowel Diseases

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

IBD delen we vaak in 3en in:

A
  • ziekte van Crohn
  • Colitis Ulcerosa
  • IBD unclassified (wanneer niet duidelijk wordt welke van de 2 het is)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Colitis Ulcerosa beperkt zich tot…

A

het colon, de dikke darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ziekte van Crohn kan voorkomen…

A

in het hele maag darm stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar bevindt zich de ontsteking bij Morbus Crohn?

A
  • het is een transmurale inflammatie, en dat betekent dat de hele darmwand meedoet
  • het meest voorkomend is in het ileum, een ileocolitis. maar het colon doet ook vaak mee. het rectum blijft vaak wel vrij van ontsteking, wat niet zo is bij CU
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zien we vaker complicaties bij Crohn of CU?

A

bij Crohn, door de transmurale inflammatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

klinische verschijnselen Crohn:

A
  • buikpijn, diarree (met/zonder bloedverlies), vermoeidheid en gewichtsverlies
  • fistelvorming
  • perianale ziekte of proximale ziekte
  • malabsorptie
  • extra-intestinale manifestaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar bevindt zich de ontsteking in de darmwand, bij CU?

A

het is een oppervlakkige inflammatie, dus alleen mucosa en eventueel submucosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar begint de ontsteking bij CU en hoe breidt het uit?

A

de ontsteking begint in de endeldarm/het rectum en kan zich dan gaan uitbreiden naar proximaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lokalisatie van de ontsteking bij CU:

A
  • proctitis (alleen endeldarm)
  • linkszijdige colitis (alleen colon descendens, sigmoïdeum en endeldarm, dus tot flexura lienalis)
  • (pan) colitis (ontsteking bevindt zich meer proximaal dan de flexura lienalis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

klinische verschijnselen bij CU:

A
  • diarree (vrijwel altijd met bloed en slijm)
  • bloed en slijm (met of zonder ontlasting)
  • toename defecatiedrang (loze aandrang)
  • algemene ziekteverschijnselen zoals, koorts, anorexie en vermagering
  • pijnlijke krampen vóór de defecatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

CU vs Crohn: kenmerken CU

A
  • colon
  • continue ontsteking
  • oppervlakkig (mucosa en submucosa)
  • geen fisteling, zelden perianaal abces
  • minder vaak extra-intestinale manifestaties: artritis, uveitis, huidlaesies, PSC overlap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

CU vs Crohn: kenmerken Crohn

A
  • van mond tot kont
  • discontinu (er zijn stukken darm die niet aangedaan zijn)
  • transmurale inflammatie
  • fisteling, perianaal abces
  • vaak extra-intestinale manifestaties: aften, artritis, uveïtis, erythema nodosum, pyoderma)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

epidemiologie van IBD in NL:

A
  • in Nl ongeveer 90.000 IBD patiënten
  • iets minder dan de helft heeft Crohn
  • vrouwen iets vaker dan mannen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

piekincidentie van nieuwe IBD diagnoses:

A

tussen 15 - 25 jaar oud
en tussen 55 - 65 jaar oud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ontstaan van IBD, samenspel van allerlei factoren:

A
  • omgevingsfactoren
  • genetische aanleg
  • verstoring van het mircobioom
  • immuun verstoring
17
Q

wat is een grote risicofactor voor IBD?

A

roken

18
Q

IBD pathogenese is multifactorieel:

A
  • erfelijkheid, omgevingsfactoren, microbioom
  • verstoring in de balans van het immuunsysteem
  • over expressie van pro-inflammatoire cytokines
  • beschadiging van het epitheel
  • continue ontsteking
19
Q

definitie diarree:

A

3 of meer keer per dag ongevormde ontlasting of vloeibaar volume van > 200 g/dag

20
Q

definitie chronische diarree:

A

diarree die > 4 weken bestaat

21
Q

lichamelijk onderzoek bij diarree:

A
  • controles (kijken naar uitdroging, bloeddruk, enz.)
  • kijken naar de buik
  • luisteren naar de peristaltiek
  • gewichtsverlies
  • spierverlies
    –> meestal is lichamelijk onderzoek normaal bij diarree
22
Q

differentiaal diagnose van diarree:

A
  • bacteriële of virale infectie (Salmonella, Shigella, Campylobacter, CMV)
  • parasitair (Amoebiasis)
  • niet-infectieus (IBD, microscopische colitis, diverticulitis)
  • medicatie gerelateerd (NSAID’s)
  • vasculair (ischemische colitis)
  • latrogeen (radiatie colitis, dus na bestraling)
  • maligniteit (carcinomen)
23
Q

diagnostiek bij IBD:

A
  • bloed en ontlasting onderzoeken
  • endoscopie met biopten
  • MRI
  • CT (alleen in specifieke gevallen)
24
Q

wat is CALPROTECTINE en waar wordt het voor gebruikt?

A
  • het is een eiwit dat aanwezig is in het cytoplasma van neutrofiele granulocyten en monocyten.
  • als die kapot gaan in het epitheel van de darm, dan is dat eiwit te meten in de ontlasting
  • het is een goede maat om de diagnose van IBD waarschijnlijkheid te bepalen
  • en als iemand de diagnose al heeft, is het een goede manier om het ziektebeloop te monitoren
25
Q

Belangrijk kenmerk van ziekte van Crohn op microscopisch beeld:

A

stukjes mucosa op het biopt zijn aangedaan en andere stukjes mucosa niet.

26
Q

Ongeveer 50% van de IBD patiënten ontwikkelt een extra-intestinale manifestatie (EIM), een manifestatie buiten de darm, tijdens het ziektebeloop.
Het kan een onderdeel zijn van de ziekte, maar het kan ook een bijwerking zijn van de medicatie.

A

27
Q

risicofactoren voor een EIM (extra intestinale manifestatie):

A
  • jonge leeftijd
  • vrouw
  • vaker bij Crohn dan bij colitis ulcerosa
  • roken
  • EIM in familie (dus mensen in de familie met bijvoorbeeld Crohn die ook een EIM hebben)
  • IBD chirurgie
28
Q

Veelvoorkomende EIM:

A

gewrichtsklachten, soms echt artritis.

29
Q

Ook aan de huid kunnen we complicaties zien/EIM. Bijvoorbeeld een pyoderma gangrenosum (bij minimaal trauma ontstaat een huiddefect). Of erythema nodosum (hangt samen met inflammatie van de darm).

A