HC 20 Gentherapie Flashcards

1
Q

Wat is gentherapie?

A

Overdragen van correctie versie van gemuteerd gen / stabiele introductie van een gen in een levende cel met therapeutisch doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kreupele virussen?

A

Replicatie deficiënte virussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is PID geschikt voor gentherapie?

A
  • Monogenetisch
  • Bloedstamcellen zijn relatief makkelijk te verkrijgen en te manipuleren
  • Bloedstamcellen zijn pluripotent en zelfvernieuwend
  • Multi lineage correctie mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke stappen bestaat gentherapie?

A
  • Verkrijg stamcellen
  • Verrijken met CD34 en genetisch modificeren
  • Intraveneuze re-infusie
  • Stamcelhoming in patiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het doel van ex vivo modellen?

A

Effectiviteit en veiligheid aantonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van gentherapie bij RAG1 mutaties?

A
  • RAG gen in lentivirus inbrengen
  • B cellen nemen toe, T cellen niet
  • Codon optimization voor hogere expressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken van gen addition?

A
  • Efficient
  • Niet endogeen gereguleerd
  • Gevaar insertie mutagenese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van gen repair?

A
  • Niet efficient
  • Endogeen gereguleerd
  • Makkelijkere vectorproductie
  • Heel duur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly