HC 1 Opbouw en functie van het immuunsysteem Flashcards
Hoe kunnen ziekteverwekkers binnenkomen?
Luchtwegen, gastrointestinaal, huid en reproductieve tractus
Welke typen barrières zijn er?
Mechanisch, chemisch en microbiologisch
Welke mechanische barrières zijn er?
- Tight junctions
- Cillia
- Tranen
- Luchtstroming
- Vloeistofstroming
Welke chemische barrières zijn er?
- Vetzuren
- Lage pH
- Antimicrobiele peptides/enzymen
- Surfactant
Wat doen microbiotica?
- Competitie met pathogenen
- Stimulatie epitheel om antimicrobiele peptiden te secreteren
Welke fasen van het immuun systeem zijn er?
- Innate immuniteit: 0-4 uur
- Vroeg geinduceerde innate respons: 4-96 uur
- Adaptieve immuun respons
Wat wordt er gebruikt in de verschillende fasen van het immuunsysteem?
- Innate: antimicrobiele peptiden
- Early induced: genome encoded receptors
- Adaptieve: germline encoded receptors, B & T cellen
Welke factoren leiden tot acute inflammatie?
Schade: toxiciteit, trauma, infectie, post ischemie, auto immuun
Wat zijn kenmerken van inflammatie?
- Warmte
- Roodheid
- Zwelling
- Pijn
- Verlies van functie
Waaruit bestaat de inflammatoire cascade?
- Recognition: innate en adaptive immunity
- Recruitment: inflammatoire leukocyten
- Removal: stimulans
- Regulation: inflammatoire componenten
- Restoration: homeostase
Welke leukocyten zijn er?
- Eosinofiele granulocyt
- Basofiele granulocyt
- Neutrofiele granulocyt (40-80%)
- Monocyt
- B en T lymfocyten (15-50%)
Waaruit bestaat de adaptieve respons?
B en T cellen, rearranged receptoren
Waaruit bestaat de innate respons?
Macrofagen en dendristische cellen, genome encoded receptoren
Waaruit bestaat de T cel receptor?
- a en b regio
- Variabele regio met antigeen binding site
- Constante regio
Uit welke signalen bestaat de activatie van de T cel?
- Activatie: HLA/MHC
- Survival/co stimulatie: CD28
- Differentiatie: cytokines
Hoe werkt de T helper cel?
- Activatie door binding CD4 en HLA II
- Helpt CD8 T cellen bij differentiatie
- Helpt geactiveerde B cellen
Welke lymfoïde organen zijn er?
- Primair: thymus en beenmerg
- Sceundair: lymfeklieren
Waaruit bestaat een lymfeklier?
- Afferente en efferente lymfe
- Buitenste cortex, paracortex en medulla
Welke cellen kun je waar aantonen met immuunhistologie?
- B cellen: aand rand in follikels
- T cellen: paracortex
- Macrofagen: rand sinussen
- Dendritische cellen: paracortex
Welke fibroblastische cellen zijn er in de lymfeklier?
- Reticulum cellen: structuur, antigeen transport, cel migratie
- Folliculaire dendritische cellen: antigeen presentatie in B cel follikels
Welke fagocyten komen er in de huid voor?
- Langerhans cellen: via subcapsulaire sinus
- Dermale macrofagen
Hoe kunnen lymfocyten uit de bloedbaan treden?
Via hoog endotheliale venules
Uit welke stappen bestaat lymfocyt extravasation?
- Entry
- Rolling
- Integrine activatie
- Firm adhesie
- Diapedesis
Hoe wordt B en T-cel migratie gereguleerd?
Chemokinen
- CCR-7 trekt naive T cellen aan
- CXCL13 in follikel trekt CXCR5 op B cellen aan
Wat zijn kenmerken van een memory respons?
- Sneller
- Hogere piek
- Grotere affiniteit
- Langere respons
- Verschillende isotypen
Hoe wordt immuun tolerantie verzorgd?
- Centraal: clonale deletie in thymus en beenmerg
- Perifeer: activatie geinduceerde dood, immune ignorance, mutual inhibition
Welke soorten T helper cellen zijn er?
Th1: cellulair, auto immuun
Th2: humoraal, allergie
Welke cellen moeten in balans zijn?
- Th1 en Th2 cellen
- T effector cellen en T suppressor cellen