H9 - gedrag in groepen Flashcards
groep
2 of meer individuen die met elkaar in contact staan en wederzijds afhankelijk zijn, en die samenkomen om bepaalde doelstellingen te verwezenlijken
formele groep
informele groep = vrienden
formele groep zijn ingebed in de organisatie en krijgen van daaruit opdrachten of taken toegewezen
door sociale contacten bestaan binnen de formele groep ook informele groepen
groep onder verdelen in:
- formele en informele groep
- afdelingen en taakgroepen (formeel)
- belangen- en vriendengroepen (informeel)
verschil taakgroep en afdeling
- taakgroep houdt niet op bij de directe superieur
- taakgroep daarom niet in organigram (afdeling wel)
- taakgroep groepsleden kunnen uit verschillende niveaus organisatie afkomstig zijn.
- een afdeling is wel een taakgroep (maar dus niet omgekeerd)
motieven om bij groep aan te sluiten
- veiligheid
- status
- eigenwaarde
- affiliatie
- macht
- doelen bereiken
elke nieuwe groep heeft dubbele opgave
- het ontwikkelen van een sociaal-emotionele relatie
- het uitvoeren van de opdracht met een bep. doel (taakaspecten)
taakaspecten groep
- groep samenstellen op basis van competenties
- bereiken van het doel
- wat wordt er gedaan?
- taakgerichte activiteiten
- taakoriëntatie
- formele leider bewaakt het resultaat
- nadruk op planning, aanpak, expertise
sociaal-emotionele aspecten groep
- de groep als groep in stand houden
- het interne groepsfunctioneren
- hoe gaat men met elkaar om?
- de onderlingen betrekkingen
- sociaal-emotionele oriëntatie
- informele leider bewaakt de satisfactie
- nadruk op relaties, emoties en conflicten
vijf-fasenmodel van groepsontwikkeling
Tuckman
forming storming norming performing adjourning
forming
- samenstellen groep
- onzekerheid over doel, structuur en leiderschap groep
- leden tasten situatie af
- fase voltooid als de leden zichzelf als onderdeel van de groep beginnen te zien
storming
- intragroepsconflict
- leden accepteren groep maar weerstand tegen de beperkingen die groep aan individu oplegt
- conflict over wie de leiding in de groep krijgt
- na deze fase relatief duidelijke hiërarchie
norming
- ontwikkelen van innige relaties
- begint groep samenhang te vertonen
- sterke groepsidentiteit en gevoel kameraadschap
- afgerond als groep gezamenlijke verwachtingen heeft aangenomen over ledengedrag dat correct wordt beschouwd
performing
- groepsstructuur volledig functioneel en geaccepteerd
- groepsenergie verschoven van elkaar leren kennen en begrijpen naar uitvoeren van de taak
adjourning
- bij tijdelijke teams volgt de opheffingsfase van de groep
- aanpak besproken en bereikte resultaat geëvalueerd
tijdelijke groepen met een deadline
- volgen het vijf-fasenmodel niet
- hebben hun eigen unieke opvolging van activiteiten
- dat heet onderbroken-evenwichtmodel
onderbroken-evenwichtmodel
= groepen en deviant gedrag
Fase 1
- elke groep kent halverweg eerste bijeenkomst en de officiele deadline een overgang (ongeacht project, 3 uur of 6 maand bezig)
- punt halverwege werkt als alarmbel en versterkt besef dat project beperkte duur heeft
- resulteert in geconcentreerde uitbarsting van veranderingen, laten vallen oude patronen en ontdekken nieuwe perspectieven
Fase 2
- nieuw evenwicht of periode inertie, plannen uitvoeren
- laatste bijeenkomst spurt om alles op tijd af te krijgen