H13 - Macht en politiek Flashcards
macht
- het vermogen van A om het gedrag van B zo te beïnvloeden dat B iets doet wat hij anders niet zou doen
- belangrijkste aspect van macht is afhankelijkheid (perceptie van B)
macht en liegen
- als je erg afhankelijk van iemand bent zul je eerder een smoes verzinnen als je bang voor straf
- als niet zo sterke manager zul je werknemer minder snel aanpakken omdat je bang bent voor negatieve feedback
- als je veel macht hebt is liegen makkelijker
verschillen tussen macht en leiderschap
- voor machtsuitoefening is het niet vereist dat de doelen van leider en ondergeschikten overeenstemmen
- leiderschap is neerwaartse invloed waardoor lateraal en opwaards minder belangrijk zijn. Macht kan alle kanten opgaan, zelfs omdraaien (kind en ouders)
- focus van onderzoek naar leiderschap ligt op individuele leidinggevende en effect van stijl. Bij macht veel breder terrein en kijkt vaak naar tacktieken om gehoorzaamheid te krijgen
formele machtsbronnen
- afgedwongen macht (o.b.v. angst)
- beloningsmacht (materieel en immaterieel)
- legitieme macht (o.b.v. formele bevoegdheid in functie)
persoonlijke macht
komt voort uit bepaalde unieke kenmerken
- 2 soorten
- expertisemacht
- referentiemacht
- zijn effectiever dan formele machtsbronnen
expertisemacht (persoonlijke macht)
- op basis van kennis en kunde
- belangrijkste bron van macht wereldwijd (artsen, IT)
referentiemacht (persoonlijke macht)
- op basis van respect en bewondering
- wij identificeren ons met iemand die aantrekkelijke hulpmiddelen of persoonlijke eigenschappen bezit
- krijg je door charisma
9 machtstactieken
- legitimiteit (baseren op je bevoegdheid)
- rationele overreding (logische argumenten)
- inspirerend appel (emotioneel verzoeken)
- consultatie (ander betrekken)
- ruil (gunsten aanbieden in ruil voor steun)
- persoonlijk appel (o.b.v. vriendschap) (WERKT NIET)
- innemendheid (vleierij, complimenten)
- druk (waarschuwingen, dreigementen)
- coalities (hulp van anderen inroepen)
welke tactieken effectief bij: opwaartse invloed
- rationele overreding
welke tactieken effectief bij: neerwaartse invloed
- ondergeschikten beïnvloeden
- rationele overreding
- inspirerend appel
- druk
- consultatie
- legitimiteit
- vleierij
welke tactieken effectief bij: laterale invloed
- gelijken beïnvloeden
- rationele overreding
- consultatie
- innemendheid
- ruil
- legitimiteit
- coalities
hoe machtstactieken inzetten
- meerdere softe tactieken + rationele overreding werkt beter dan 1 harde of combi harde
extraverte mensen invloedrijker in
- teamgerichte organisatie
plichtsgetrouwe mensen invloedrijker in
- in organisatie die veel waarde hecht aan zelfstandig taken uitvoeren
politiek gedrag in organisaties
- die activiteiten die niet vereist zijn voor iemands officiële rol binnen de organisatie, maar die de verdeling van voor- en nadelen binnen de organisatie proberen te beïnvloeden
- altijd gepaard met machtstechnieken inzetten
politiek gedrag natuurlijke verschijnsel
- legitiem politiek gedrag (dingen gedaan krijgen)
- illegitiem politiek gedrag (benadelen organisatie of andere personen, zonder empathy)
voorwaarden om zonder politiek te kunnen
- alle leden van die organisatie dezelfde doelen en belangen hebben
- er voldoende middelen zijn voor iedereen en voor alle doelen
- de te leveren prestaties volledig duidelijk en objectief zijn
factoren die politiek gedrag stimuleren
- individuele factoren
- organisatiefactoren
a situationele factoren
b factoren organisatiecultuur
organisatiefactoren
Situationele factoren
a bij bezuinigingen
b elke elke verandering vooral in middelen
c beslissingen over promoties
Factoren organisatiecultuur
- prestatiebeoordelingen
- weinig vertrouwen in de organisatie
- rolambiguïteit
- zero-sumbenadering beloningen
- hoe groter prestatiedruk
- wanneer werknemers merken managers succesvol politieke spelletjes spelen
individuele factoren
indien deze 3 dan politiek bezig a hoog scoren op self-monitoring b interne locus of control c gemakkelijk aanpassen aan anderen - je eigen investering in de organisatie - je verwachtingen en alternatieven
hoe reageren mensen op politiek in organisatie
- degene die er bedreven in zijn mogelijk gunstig
- degene die het niet kunnen of willen vaak negatief
- negatieve werktevredenheid
- toenemen stress en angst op het werk
- leidt tot lagere prestaties (oneerlijk = demotiverend)
- toegenomen personeelsverloop
verschil mannen en vrouwen politiek
- vrouwen houden van apolitiek en consistent ethisch
- mannen positief op ethisch leiderschap en sterke mate van politiek
soorten defensief gedrag
- inspanningen vermijden
- beschuldigingen vermijden
- veranderingen vermijden
defensief gedrag: inspanningen vermijden
- te sterk conformeren
- Zwartepiet doorspelen
- Je van de domme houden
- Rekken
- Aan het lijntje houden