H7: Tweede week

Question 1

Wat gebeurt op dag 8 na de bevruchting?

Answer 1

1. Blastocyst ligt partieel ingebed in het endometrium
2. Trofoblast gaat differentiëren > °cytotrofoblast & syncytiotrofoblast
3. Embryoblast gaat uitgroeien > °tweebladige kiemschijf

Question 2

Wat is de syncytiotrofoblast?

Answer 2

= invasief groeiend weefsel met sterk fagocyterende eigenschappen, de afzonderlijke celkernen zijn nog zichtbaar maar de cellen delen nooit volledig
=SCT

Question 3

Wat is de verantwoordelijkheid van de syncytiotrofoblast?

Answer 3

De eigenlijke innesteling

Question 4

Waaruit bestaat de tweebladige kiemschijf?

Answer 4

Twee ovaalvormige platen die op elkaar liggen: epiblast (dorsaal) & hypoblast (ventraal)

Question 5

Waarvan is de epiblast een voorloper?

Answer 5

Het ectoderm

Question 6

Waarvan is de hypoblast een voorloper?

Answer 6

Het endoderm

Question 7

Als wat staat dag 8 na de bevruchting gekend?

Answer 7

De regel van 2:
Er ontstaan 2 trofoblasten, 2 kiembladen & 2 holtes

Question 8

Wat gebeurt er met de blastocystholte op dag 8?

Answer 8

Wordt nu de (primaire) dooierzak & grenst aan de hypoblast

Question 9

Waaruit bestaat de epiblast?

Answer 9

Epiblastcellen
Amnionholte
Amnioblasten

Question 10

Wat is de functie van de amnioblasten?

Answer 10

Ze omsluiten de amnionholte
Ze lekken > °vruchtwater

Question 11

Welke fase vindt plaats op d9 na de bevruchting?

Answer 11

De lacunaire fase

Question 12

Wat houdt de lacunaire fase in?

Answer 12

1. Door het uitbreiden van SCT > vrucht volledig verzonken in endometrium & defect baarmoederslijmvlies afgesloten met fibrineprop
2. In SCT vormen zich vacuolen (holtes) > vacuolen versmelten > °lacunes
3. Hypoblastcellen migreren > aflijning dooierzak > °membraan van Heuser
4. Decidua-reactie bij stroma-cellen baarmoederwand(metabool actiever)

Question 13

Wat houdt de decidua-reactie in?

Answer 13

De cellen gaan zich transformeren naar metabool actievere cellen > later ontstaat hieruit het maternale deel van de placenta

Question 14

Wat gebeurt op d11 na de bevruchting?

Answer 14

Ophoping losmazig bindweefsel tussen de hypoblast/amnionepitheel & CT > °extra-embryonaal mesoderm (E.E.M)

1. °Intracellulaire holtes in losmazig bindweefsel > °extra-embryonaal coeloom
2. Wand chorionholte bedekt met mesodermcellen: pariëtaal & visceraal mesoderm
3. één plaats volledige verbinding tussen tweebladige kiemschijf & CT > °hechtsteel

Question 15

Geef een synoniem voor het extra-embryonaal coeloom

Answer 15

Chorionholte

Question 16

Waar bevindt het pariëtaal mesoderm zich?

Answer 16

Tegen de cytotrofoblast

Question 17

Waar bevindt het visceraal mesoderm zich?

Answer 17

Tegen de amnioblasten & membraan van Heuser

Question 18

Wat is de functie van de mesoderm lagen op d11?

Answer 18

Steunfunctie

Question 19

Waaruit bestaat het amnion?

Answer 19

Amnioblasten + visceraal mesoderm

Question 20

Waaruit bestaat de dooierzakwand?

Answer 20

Membraan van Heuser + visceraal mesoderm

Question 21

Waaruit bestaat het chorion?

Answer 21

Trofoblast (CT & SCT) + pariëtaal mesoderm

Question 22

Wat is de hechtsteel?

Answer 22

De voorloper van de navelstreng ontspringt vanuit het chorion & bevindt zich aan de caudale zijde van de kiemschijf.
Er zullen in de toekomst bloedvaten ontstaan die tussen het embryo en de placenta lopen.

Question 23

Wat gebeurt nog extra op d11 naast EEM-vorming?

Answer 23

• Vrucht volledig verzonken & geen fibrineprop meer zichtbaar
• Lacunes in SCT reiken diep in stroma > contact met maternale bloedvaten = sinusoïden

Question 24

Waarvoor zorgen de sinusoïden?

Answer 24

°bloedcirculatie in lacunes > opgang komen uteroplacentaire circulatie