H11: Hart en bloedvaten Flashcards

1
Q

Waarom is bloedcirculatie al vroeg functioneel bij de embryologische ontwikkeling?

A

Eerste 3 weken : diffusie uit het maternale bloed in lacunes > slechts over een afstand van 10 cellen > diffusie snel ontoereikend

Dus ontwikkeling bloedcirculatie vanaf week 3 > operationeel vanaf week 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is vasculogenese?

A

De vorming van bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar start de vasculogenese?

A

Eerst BUITEN het embryo: in EEM van
dooierzakwand
+ hechtsteel
+ chorion

Later BINNEN het embryo: IEM > splanchnische mesoderm gelijkaardig proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe start de vasculogenese?

A

Mesodermale cellen door gerichte genexpressie differentiëren tot hemangioblasten > groeperen in bloedeilandjes > fusie bloedeilandjes > °netwerken van bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn hemangioblasten?

A

Voorlopers van bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaan de bloedeilandjes?

A

Endotheel: buitenste laag afgeplatte cellen
Megaloblasten: binnenste laag cellen vormen om tot grote rode, gekernde voorlopers van alle bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is angiogenese?

A

Het ontstaan van nieuwe bloedvaten uit zijtakken van bestaande bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen vasculogenese en angiogenese?

A

Vasculogenese:
* ontwikkelen nieuwe bloedvaten uit gedifferentieerde mesodermale cellen
* enkel tijdens embryologische ontwikkeling

Angiogenese
* ontwikkelen nieuwe bloedvaten uit zijtakken van bestaande vaten
* tijdens het hele leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

IEM: waar en wanneer vindt de vasculogenese plaats?

A

In het splanchnische mesoderm.
Begin week 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer komt de embryonale circulatie op gang?

A

Bij het verbinden van de intra- en extra-embryonale bloedvaten + starten van de pompfunctie van het hart (d22)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke belangrijke bloedvaten zien we eind 4de week?

A
  • Aorta > vertakt ventraal in 5 kieuwboogarteries (1 per kieuwboog) > samen tot 1 dorsale aorta
  • Cardinaalvenen brengen veneuze bloed terug via vena cardinalis communis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er met de kieuwboogarteries eind 4de week?

A

Deze versmelten grotendeels > °definitieve aortaboog uit IVe kieuwboogarterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe verloopt de aanleg van het hart?

A
  1. Primaire hartveld
  2. Fusie van de hartbuizen
  3. Kromming van de hartbuis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer vindt de vorming van het primaire hartveld plaats?

A

D18-20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer vindt de fusie van de hartbuizen plaast?

A

D22

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer vindt de kromming van de hartbuis plaats?

A

D22-28

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wanneer vindt de septering van de atria & ventrikels plaats?

A

Vanaf d28
W4-5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het primaire hartveld?

A

= speciaal deel van het mesoderm waaruit het hart ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat gebeurt er ter hoogte van het primaire hartveld?

A

Actieve vasculogenese > °hoefijzervormige cluster van bloedeilandjes (d18) > beide zijden kiemschijf clusteren bloedeilandjes samen > °hartbuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat vinden we aan de binnenzijde van het hart?

A

Endocard = gespecialiseerd endotheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat gebeurt met het hart omstreeks dag 22?

A

Door de overlangse kromming:
* draait het 180° om een dwarse as
* groeien beide hartbuizen naar elkaar toe
* omliggende zijplaatmesoderm > °primitieve hartspiercellen > °hartactiviteit 100 sl/min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke verdikkingen ontwikkelen zich in de primitieve hartbuis?

A
  1. Sinus venosus (instroomkanaal)
  2. Primitief atrium & ventrikel
  3. Bulbus cordis (uitstroomkanaal)
23
Q

Wat gebeurt er met het hart omstreeks d23 en volgende?

A

Symmetrie van de hartbuis wordt doorbroken > buiging naar ventraal & rechts thv ventrikel > °plooien > d28: dorsaal atrium & ventraal ventrikel + verder ontwikkelde hartspiercellen

24
Q

Welke plooien ontstaan er door de kromming van de hartbuis?

A
  1. Primaire hartplooi
  2. Atrioventriculaire plooi
25
Q

Waar bevindt de primaire hartplooi zich?

A

Op de toekomstige overgang tussen de linker- en rechterventrikel

26
Q

Waar bevindt de atrioventriculaire plooi zich?

A

Op de overgang tussen de atria en de primitieve ventrikel

27
Q

Welke vitamine is belangrijk op d23? Waarom?

A

Vitamine A speelt een cruciale rol bij het bepalen van de identiteit van de verschillende delen van de hartbuis.

28
Q

Wat is septering?

A

= proces waarbij tussenschotten (septa) worden gevormd

29
Q

Hoe verloopt de septering van de atria?

A
  1. Vorming septum primum
  2. Vorming septum secundum
30
Q

Hoe verloopt de vorming van het septum primum?

A

°septum primum vanuit dak primitief atrium tot aan endocardkussen > °opening aan de bodem van het septum = ostium primum > bloed stroomt tijdelijk van RA naar LA > sluiten ostium primum & °ostium secundum door apoptose bovenaan septum > stroomt bloed nog steeds van RA naar LA

31
Q

Wat is het endocardkussen?

A

= verdikking van het endocard op de bodem van het primitief atrium

32
Q

Hoe verloopt de vorming van het septum secundum?

A

°septum secundum rechterzijde septum primum > °foramen ovale

33
Q

Wat is het foramen ovale?

A

= ovale venster
Een blijvende opening waardoor bloed stroomt van RA naar LA

34
Q

Wat is de functie van de atriale septa?

A

= éénrichtingsklep
Bloed van RA naar LA, NIET terug!

35
Q

Hoe verloopt de septering van de ventrikels?

A

Oppervlak: primaire hartplooi tussen LiV & ReV
Binnenin: verhoging myocard (spierweefsel) > groeit vanuit bodem naar endocardkussen > °tijdelijk interventriculair foramen > versmelting endocardkussen & myocardverhoging > °ventriculaire septum

36
Q

Wat gebeurt er tijdens de septering van de ventrikels ook nog?

A

Differentiatie myocard: spierbalkjes worden gevormd: trabeculae

°hartkleppen (anti-terugstroom)

37
Q

Waaruit bestaat het definitieve ventriculaire septum?

A

Klein, membraneus deel (afkomstig van het endocardkussen) & groot spierig deel (uit myocardverdikking)

38
Q

Wat zijn trabeculae? Functie?

A

= typische spierbalkjes
Ze verhogen de kracht waarmee de hartspier kan samentrekken.

39
Q

Wanneer is de septering van het hart volledig?

A

Aan het einde van de 5de week

!! behalve foramen ovale pas na de geboorte!!

40
Q

Wat is een ASD?

A

= atrium-septumdefect

41
Q

Wat is een VSD?

A

= ventrikel-septumdefect
Vaakst voorkomende aangeboren hartafwijking.

42
Q

Hoe ontstaan ASD & VSD?

A

Door het niet volledig sluiten tegen het einde van de zwangerschap van het interventiculairforamen of sluiten van het foramen ovale na geboorte. Septa zijn niet volledig gevormd of vergroeid.

43
Q

Wat zijn shunts?

A

= bloedvaten die werken als een bypass
Ze omzeilen delen van de circulatie die nog niet functioneren omdat ze in opbouw zijn (vb. longen) > O2 rijke bloed uit placenta verspreiden over foetale weefsels

44
Q

Welke 3 shunts komen voor in de foetale circulatie?

A
  1. Foramen ovale
  2. Ductus arteriosus
  3. Ductus venosus
45
Q

Wat is de functie van het foramen ovale?

A

Het geeft het O2 rijk bloed de kans om rechtstreeks van RA naar LA te stromen ipv via niet-functionele longcirculatie te passeren > foetale hersenen eerste afnemers van O2 rijk bloed

46
Q

Wat gebeurt met het foramen ovale na de geboorte?

A

Druk stijgt in LA > bloedflow keert om doorheen foramen ovale > septa tegen elkaar gedrukt > °sluiting foramen ovale

47
Q

Wat is het ductus arteriosus?

A

= DA
= Ductus van Botalli
° uit VIde kieuwboog, verbinding tussen truncus pulmonalis (TP) & aorta

48
Q

Wat is de functie van DA?

A

Het O2-rijke bloed dat toch in TP terechtkwam, stroomt via DA naar aorta & systeemcirculatie.

49
Q

Wat gebeurt met het DA na de geboorte?

A

Sluit > bindweefselstreng blijft over (ligament)

50
Q

Wat is het ductus venosus?

A

= DV
= Ductus van Aranti
Directe verbinding tussen vena umbilicalis & vena cava inferior

51
Q

Wat is de functie van DV?

A

Deel van het bloed van placenta rechtstreeks naar VCI (ipv onnodig door lever)
+ sfinctermechanisme: bloedtoevoer reguleert uit v. umbilicalis (geen overbelasting foetale circulatie bij contracties)

52
Q

Wat gebeurt met het DV na de geboorte?

A

Sluit > bindweefselstreng blijft over

53
Q

Welke weg legt het bloed af in de foetale circulatie? O2 rijk
Adhv figuur 88 p.113

A

Bloed via vena umbilicalis naar foetus (80% O2) => O2 neemt langzaamaan af door vermenging lager O2
> thv lever: grootste deel via ductus venosus naar VCI (lever omzeilen)
> via VCI naar RA
> grootste deel via foramen ovale naar LA (vermenging bloed uit longen)+ kleinste deel blijft RA (vermenging O2 rijk vanuit VCS)
> van LA via LiV naar aorta
> eerste aftakkingen aorta (coronaire arteries & arteriae carotes) voor hartspier & hersenen

54
Q

Welke weg legt het bloed af in de foetale circulatie? O2 arm
Adhv figuur 88 p.113

A

O2 arm bloed vanuit VCS via RA naar ReV naar TP (a. pulmonalis)
> longen (weerstand zo groot)
> 90% via ductus arteriosus naar aorta descendens (vermenging bloed uit proximale aorta uit LiV)
> via arteriae umbilicales naar placenta
> weer O2 rijk

of O2 arm bloed vanuit VCS naar RA via foramen ovale naar LA > zie O2 rijk