h4 begrippen Flashcards

1
Q

appraisal

A

evaluatie van de situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

primaire appraisal

A

bepaalt of situatie de threshold (drempelwaarde) bereikt voor een emotie
- hoe belangrijk is situatie voor eigen belangen en doelen?
- is dit congruent of incongruent met belangen of doelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

secundaire appraisal

A
  • hoe verantwoordelijk ben je zelf voor situatie?
  • hoe verantwoordelijk is iets/iemand anders ervoor
  • is de situatie controleerbaar? kan ik handelen zodat situatie meer overeenkomt met wat ik wil?
  • kan ik me aanpassen aan de situatie, en deze hanteren ongeacht hoe deze verder uitpakt?
  • verwacht ik dat de situatie verbetert, slechter wordt of hetzelfde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

actiebereidheid

A

het stellen van gedragsdoelen die prioriteit krijgen om ook uitgevoerd te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

antecedent

A

voorafgaande situatie die als dusdanig werd geëvalueerd dat het X emotie veroorzaakte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gevolg

A

respons van de ander, die op zijn beurt ook weer jouw emotie beïnvloed => transactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verbindende (engaging) emoties

A
  • helpen bij samenwerking, onderhouden harmonieuze relaties
  • schaamte, liefde, geluk, dankbaarheid
  • collectivistische culturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

onderscheidende (disengaging) emoties

A
  • helpen individu macht te verwerven en zichzelf te doen gelden
  • boosheid, trots, verachting/ minachting
  • individualistische culturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

the four horsemen of the apocalypse

A

= de vier boodschappers van de ondergang
- kritiek op de persoon van de ander
- defensief zijn
- stone walling: je als luisteraar terugtrekken
- minachting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

antifoon lachen

A

het lachen van iemand zet je aan om ook te lachen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

MINE EMOTIES

A

Mental: feelings are important
INside: inward focused - emphasis on individual
Essence: Inward out - emotions seek expression
- Westen vooral vanuit dit model
- emotie bestaat uit subjectief gevoel dat gepaard gaat met bepaalde activatie in hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

OURS EMOTIES

A

OUtside: outward focused - emphasis on the social
Relation: acts are important
Situated: Outward-in - emotional acts seek to meet social norms
- OURS emotions vinden plaats in interactie met anderen - belang van relationele
- SITUATED: emoties gericht om sociale normen te confirmeren in interacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

componenten emotie

A

appraisal
actiebereidheid
expressie, gewaarwording, veranderende ideeën
antecedent en gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wanneer eindigt een emotie

A
  1. situatie weer in overeenstemming met belangen
  2. situatie herhaalt zich niet meer, belangen zijn dus veilig gesteld in de toekomst
  3. situatie incongruent met belangen, maar….
    - Habituatie, extinctie (gewenning)
    - actieve bewerkingen doen, emotieregulatie, reappraisal (erover praten met iemand, er op andere manier naar proberen te kijken,…)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly