H1 begrippen Flashcards
sociale psychologie
wetenschappelijk onderzoek naar de manier waarop gedachten, gevoelens en gedragingen worden beïnvloed door anderen
- anderen die fysiek, in gedachten aanwezig zijn of geïmpliceerd zijn
intrapersoonlijk verklaringsniveau
= persoon in context
- stereotypen sturen (binnen jezelf) oordeel over andere
- individu beïnvloed door stereotypen en ideologie
interpersoonlijk verklaringsniveau
= sociale relaties
- gedrag onder invloed van sociale situaties, relaties en interacties
- als omgeving stereotypes activeert zullen ze meer doorwegen in gedrag
positioneel verklaringsniveau
= sociale groepen
- status van een persoon in een groep, lidmaatschap en groepsrelaties bepalen gedrag
ideologisch verklaringsniveau
= cultureel
- algemene opvattingen en ideeën over culturele betekenissen en praktijken bepalen gedrag
- cultuur/ ideologie activeert stereotypen
role congruity theory
uitgangspunt: eigenschappen die meer worden geassocieerd bij mannen, worden ook meer geassocieerd met leidinggeven => stereotype man/vrouw (in)congruent met stereotype leider
gini coëfficiënt
weerspiegelt de mate van ongelijkheid tussen rijk en arm binnen een land