H2 Onderzoeken Flashcards

1
Q

Oyserman, Brickman, Bybee & Celious, 2006 - jongens op school in Detroit waar overwegend Afro-Amerikaanse studenten (90%)

A

VERONDERSTELLINGEN
- belonging: bij groep horen is belangrijk voor je nood om erbij te horen
- fysieke kenmerken die passen bij groep maken het gemakkelijker om tot groep te behoren
- hypothese: als je niet de fysieke kenmerken hebt die aantonen dat je bij een groep hoort, dan zal je dat op andere manieren willen aantonen, nl. door gedrag te vertonen dat prototypisch/normatief is voor de groep (hier: adolescenten jongens => niet focussen op school)
VERLOOP
- vragenlijsten over of men zich geaccepteerd voelt door de klasgenoten (belonging) + over hoe goed men vond dat prestaties zijn op school (academische self efficacy)
- in paint: aangeven wat haarkleur, oogkleur en huidskleur is
RESULTATEN: naarmate men witter is…
- lagere belonging (voelden zich minder sociaal geaccepteerd
- lagere academische self efficacy
- lagere punten
=> sommige gedragingen worden gesteld omdat ze de norm zijn in een groep waar men graag bij wil horen, maar zijn nefast op verschillende levensdomeinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Jans, Postmes & Vanderzee, 2010 - veel groepen zijn heel divers en hebben weinig gemeen, dus is dan deductieve vorming minder waarschijnlijk in zulke groepen

A

verloop (2x2 design)
- vragenlijst invullen met oa PH-trekken
- samengezet in groepje
- manipulatie van gepercipieerde hetero-of homogeniteit
-> conditie 1: ‘jullie zijn samengezet omdat jullie gelijkaardig zijn’
-> conditie 2 ‘jullie allemaal verschillend’
- manipulatie van inductieve of deductieve groepsvorming
-> deductief: iedereen krijgt t shirt met groepsnaam en groepslogo
-> inductief: iedereen selecteert 2 letters en deeltje van logo en deze worden samengevoegd
- AV: mate waarin leden zich met groep identificeren
=> homogene groep: geen significant verschil tussen deductief en inductief
=> heterogene groep: inductief werkt beter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onderzoek inductief groepsvormingsproces bij studenten psychologie

A
  • in vragenlijsten voor prestatiewaarden (om x aantal weken opnieuw afgenomen
    bevindingen
  • FORMING: iedereen komt samen met elk eigen waarden
  • STORMING: conflict verhoogt en waarden botsen
  • NORMING: nog steeds conflict, maar leden beïnvloeden elkaar waarden en groeien naar elkaar toe
  • PERFORMING: als leden even veel belang hechten aan prestatiewaarden voelen ze zich meer verbonden met de groep
    => mate waarop men doorheen project naar elkaar toegroeit voorspelt verbondenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Van Vught & Hart, 2004 - groepsleden moesten public goods dilemma oplossen

A
  • kiezen of geld investeren in groep of niet, indien voldoende investeerders krijgen ze bonus
    VERLOOP
  • manipulatie groepsidentificatie
    -> laag ‘doel van studie is om te kijken hoe goed studenten individueel op taak presteren’
    -> hoog:’doel is om te kijken hoe prestaties van studenten uit verschillende universiteiten zijn’
  • feedback ‘je groep deed het niet zo goed. Mss wil je alleen verder werken? Dan wordt het wel moeilijker voor de groep om bonus te behalen’
  • manipulatie aantrekkelijkheid van stoppen
    -> aantrekkelijk: ‘je gaat meer geld verdienen ind. alleen
    -> onaantrekkelijk: ‘je gaat minder geld verdienen indien alleen’
  • vraag: in hoeverre wil je onderdeel van groep blijven (=groepsloyaliteit)
    RESULTATEN
  • stoppen onaantrekkelijk: geen significant verschil
  • stoppen aantrekkelijk: hoge groepsidentificatie scoort veel hoger, zelfs hoger dan de onaantrekkelijke conditie
  • mediatie: groepsidentificatie => positief over groepslidmaatschap => loyaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Knotterus & Greenstein, 1981 - studie ongelijkheid in groepen

A
  • vrouw voet 2 taken uit met andere deelnemer (pseudo)
    VERLOOP
  • test waarop men goed of slecht kon scoren (cogn. taak)
  • manipulatie van status
    -> leeftijd: ouder vs. jonger
    -> competentie: beter vs slechter dan pseudodnmr
  • samen taak uitvoerne
    RESULTATEN
  • AV: mate waarin ppn toegeeft aan suggesties van pseudodnmr (=meting van status)
  • Hoofdeffect van leeftijd: meer luisteren naar oudere psdnmr
    ->hoofdeffect prestatie: meer luisteren indien zelf lagere prestatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Meeuwsen en Van Dijk, 2015 - groepswerk ingenieurswetenschappen bij ULB-studenten

A
  • navragen van status bij iedereen in de groep (de andere beoordelen) in groepswerk ingenierusstudenten
  • welke statuspredictoren waren er?
    -> Migratie-achtergrond of niet
    -> geen geslachtsverschillen (ond. mannelijke richting)
    -> teamleader (iemand uit hoger jaar)
    -> intelligentie/competentie obv studieresultaten vorig jaar
    -> meer identificeren met groep (loyaliteit!!!!)
  • EFFECT VAN GROEPSIDENTIFICATIE OP STATUS GEMEDIEERD DOOR HARDER WILLEN INZETTEN, JE BEST DOEN
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

studie eerstejaars bouwkunde studenten in groepswekr maanden olv docent (28% etnische minderheid)

A
  • vragenlijstonderzoek aan einde van project
  • studenten
    -> mate waarin geaccepteerd voelen in groep
    -> mate waarin men afstand neemt van de groep
    -> mate waarin er conflict is binnen de groep
  • Docenten
    ->mate van multiculturalisme (hoog/laag)
    -> mate van kleurenblindheid (hoog/laag)
    RESULTATEN
  • Multiculturalistisch perspectief docent: invloed op geaccepteerd voelen
    -> meerderheidsgroep scoort hoog, geen significant verschil
    -> minderheidsgroep scoort lager, significant verschil - meer acceptatie ind. docent multiculturalistisch
  • kleurenblindheid docent: invloed op afstand nemen van groep
    -> meerderheid: niet significant
    -> minderheid: hoge kleurenblindheid hangt samen met meer afstand nemen van de groep
  • kleurenblindheid docent: invloed op groepsconflict
    -> meerderheid: niet significant
    -> minderheid: hogere kleurenblindheid hangt samen met meer conflict
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly