H2.8 Flashcards
1
Q
Jewson X drie soorten geneeskunde
A
- Bedgeneeskunde
- Ziekenhuisgeneeskunde
- Laboratoriumgeneeskunde
2
Q
Bedgeneeskunde (kort)
A
- Verhaal van patiënt centraal
- Zieke mens als persoon
3
Q
Ziekenhuisgeneeskunde (kort)
A
- Lichamelijk onderzoek en zintuigelijke waarneming door arts worden belangrijker
- Zieke mens als geval
4
Q
Laboratoriumgeneeskunde (kort)
A
- Bestuderen van lichaamsfuncties op grafische, numerieke en visuele weergave
- Zieke mens is een complex aan cellen
5
Q
Ontwikkeling geneeskunde
A
The disappearance of the sick-man from medical cosmology
6
Q
Aanvulling met nog twee soorten geneeskunde
A
- Surveillance
- Informational medicine
7
Q
Bedgeneeskunde
A
- Thuis
- Niet iedereen betalen
- Verhaal van patiënt
- Autonomie en macht bij patiënt
- Holisme
8
Q
Holisme
A
- Patiënt wordt beïnvloed door omgeving
- Humorenleer
9
Q
Humorenleer doel
A
Evenwicht tussen de vier lichaamsstoffen in stand houden
10
Q
Beeld van humorenleer verschuift
A
- Andreas Vesalius -> humani corporis fabrica
- Opkomst anatomie
11
Q
Gevolg opkomt anatomie
A
- Klassieke denkbeelden werden gecontroleerd en bevestigd / verworpen
- Klassieke geleerden niet altijd gelijk
12
Q
Religieus component
A
Het leven op aarde is tijdelijk, maar we leven voor eeuwig door in de hemel
13
Q
Ziekenhuisgeneeskunde
A
- Holisme -> lokalisatieprincipe
- Waar in het lichaam ziekte lokaliseren?
- Patiënten categoriseren
- Specialisaties
- Lichamelijk onderzoek en pathologische anatomie
- Meer aandacht voor orgaan laesies
- Statistiek
- Stethoscoop
- Arts-patiëntrelatie veranderde
14
Q
Stethoscoop
A
Toegang tot inwendige ziekte
15
Q
Laboratoriumgeneeskunde
A
- Van patiënt inzoomen naar ziekte
- Verder inzoomen op lichaam en geest
- Bouwstenen en chemische stoffen van het lichaam
- Onderzoeksmethode van pathofysiologie naar histologie en fysiologie
- Laboratoriumtesten