H2.2 Flashcards
Waarom ‘autonoom’?
Functioneert grotendeels buiten invloed van de wilt
Autonoom = vegetatief, waarom?
Omdat het anabole en katabole functies ondersteunt
Anabole functies
- Groei van weefsels
- Herstel van weefsels
Katabole functies
Fight-or-flight
Drie subsystemen van autonome zenuwstelsel
- Parasympatisch systeem -> efferent
- Sympathisch systeem -> afferent
- Plexus entericus (zenuwstelsel darmen)
Verloop afferente informatie
- Via 9e of 10e hersenzenuw naar nucleus tractus solitarii
- Verdeeld naar o.a. hypothalamus
- Stuurt vervolgens efferente informatie richting eindorganen
Reflexen X drie stappen
- Input -> sensorische prikkel
- Verwerking -> integratie
- Output -> spieractiviteit, secretie
Kenmerken sympathische neuronen
- Uit thoracale en hoog lumbale wervels
- Preganglionaire neuron is kort
- Schakelt snel over op postganglionair
- Overschakeling via grensstreng of nabij gelegen ruggenmerg ganglia
- Postganglionaire neuronen zijn lang
Kenmerken parasympathische neuronen
- Uit hersenstam en sacrale wervels
- Preganglionaire neuron is lang
- Ganglion dichtbij het te innerveren orgaan
- Postganglionaire neuronen kort
- Preganglionaire neuronen lopen vanuit de hersenstam mee met verschillende hersenzenuwen (3, 7, 9, 10)
Sympathicus X oog, pupil
Mydriase -> verwijding
Sympathicus X speekselklieren
Secretie (licht)
Sympathicus X hartfrequentie
Omhoog
Sympathicus X longen
Bronchodilatatie
Sympathicus X spijsverteringskanaal
Verlaagde mobiliteit
Sympathicus X blaas, sphincter
Contractie
Sympathicus X penis
Ejaculatie
Sympathicus X clitoris, labia minora
Geen effect
Parasympaticus X oog, puil
Miose -> vernauwing
Parasympaticus X speekselklieren
Secretie
Parasympaticus X hartfrequentie
Omlaag
Parasympaticus X longen
Bronchoconstrictie
Parasympaticus X spijsverteringskanaal
Verhoogde mobiliteit
Parasympaticus X blaas, sphincter
Relaxatie
Parasympaticus X penis
Erectie
Parasympaticus X clitoris, labia minora
Erectie / zwellen
Wat doet parasympaticus
- Verlagen HF
- Verhogen speekselsecretie
- Erectie
Wat doet sympathicus?:
- Verwijden pupil
- Verlagen motaliteit darm (beweeglijkheid)
- Positief inotroop effect hart (verhoogd kracht)
- Verhogen speekselsecretie
- Contractie sphincter blaas
- Pilo-erectie (recht overeind staan van haren)
Belangrijkste neurotransmitter voor parasympathische zenuwstelsel
Acetylcholine
Maken van acetylcholine
- ACh gemaakt uit choline
- Choline wordt o.i.v. acetyl CoA door choline acetyltransferase (CAT) omgezet in ACh
Vervoer acetylcholine
Vesicles, kunnen ACh afgeven in synapsspleet
Aan wat kan acetylcholine binden?
- Nicotine receptoren (ligand gestuurde ionkanalen)
- Muscarine receptoren (G-eiwit gekoppelde)
Acetylcholine X neurotransmitter X parasympatisch
- Preganglionair bindt hij een nicotine receptoren
- Postganglionair bindt hij aan muscarine-receptoren
Afbreken van acetylcholine
- In synapsspleet
- Door acetylcholinesterase naar choline
- Choline kan weer worden gebruikt om ACh te maken
Preganglionair X sympathisch
- Gebruikt als uitzondering ACh
- Bindt aan nicotine receptoren
Postganglionair X sympathisch
- Noradrenaline
- Bindt aan alfa- en beta-receptoren
Aanmaak van adrenaline
- Door chromaffiene cellen
- In bijnier
- Afgegeven aan bloed
Aanmaak van noradrenaline
- Uit tyrosine
- Dopa en dopamine gevormd
- Door dopamine beta-hydroxylase omzetten in noradrenaline
- Afgeven in synapsspleet
Zenuwuiteinden van sympathische zenuwen
Varicositeiten = axonale verdikkingen
Twee typen acetylcholinereceptoren
- Nicotine receptoren
- Mucarine receptoren
Nicotine receptoren
- Ligand gestuurde ionkanalen
- Agonisten: nicotine en ACh
- = ionotrope receptoren
Wat gebeurt er bij activatie van nicotine receptoren?
- Ionkanaal gaat open
- Natrium naar binnen
- Cel depolariseert
Muscarine receptoren
- G-eiwit gekoppelde receptoren
- Agonisten: muscarine en ACh
- = metabotrope receptoren
Hoe werken muscarine receptoren?
- Middels second messengers
- Kalium ionkanalen activeren
- Hyperpolarisatie
Parasympatisch X effect op vaten
- Vasodilaterend
- Verlaging HF
Sympathisch X effect op vaten
- Vasoconstrictie
- Verhoging HF en contractiekracht
- Inspelen op bijniermerg, waar adrenaline-aanmaak kan worden aangestuurd
Co-transmisse
Meerdere neurotransmitters / stoffen in vesicles
ATP
- Binden aan purine receptor (ligand gestuurd)
- Snelle depolarisatie door natrium en calcium
- Opening calciumkanalen
Noradrenaline
- Trager
- Bindt aan noradrenerge receptor
- Via second messengers (IP3) de receptor op het ER activeren
- Maakt calcium vrij
Neurpeptide Y
- Binden aan G-eiwit gekoppelde receptor
- Verhoogde intracellulaire calciumconcentratie
Hoe ontstaat een langer durende respons?
Door de verschillen in snelheid:
1 -> ATP
2 -> Noradrenaline
3 -> Neuropeptide Y
Co-transmissie X parasympatisch systeem met ACh, NO en VIP
- ACh activeert de aanmaak van NO -> relaxatie
- O.i.v. enzym NO-synthase (eNOS) wordt L-arginine omgezet in NO
- NO diffundeert naar gladde spiercel
- Door enzym guanylyl cyclase stijgt concentratie cGMP
- Hoge cGMP zorgt voor daling calciumconcentratie en dilatatie
VIP
- Samen met ACh afgegeven
- Relaxatie
- Langzamer
Activatie van pacemakercellen in drie fasen
- Depolarisatie fase door opening calciumkanalen
- Repolarisatie door kaliumkanalen
- Diastolische depolarisatie fase door o.a. funny current
Funny current
- Natriumkanalen
- T-type calciumkanalen
If wordt geremd
- Depolarisatie duurt langer
- Minder natrium naar binnen
- Minder snel depolariseren
Activatie kaliumkanalen
- Hyperpolarisatie
- Funny current wordt tegengewerkt
- Duurt langer voordat de actiepotentiaal drempel bereikt wordt
Remmen calciumkanalen
- Drempelwaarde halen duurt langer
- Drempelwaarde wordt minder makkelijk bereikt
Parasympaticus X HF
- Verlaging
- Remming calciumkanalen -> drempelwaarde halen duurt langer
- Stimuleren kaliumkanalen -> hyperpolarisatie
- Remming funny current -> diastolische depolarisatie duurt langer
Sympathicus X HF
- Stimuleren van calciumkanalen -> snellere depolarisatie
- Stimuleren van funny current -> sneller behalen van de drempelwaarde
Functie calcium
Contractie
Hoe ontstaat calcium induced calcium release?
- Calcium zorgt in hoge concentratie voor contractie
- Calcium bindt aan de ryanodine receptor
- Er wordt calcium vrijgegeven uit SR
- Contractie duurt totdat het calcium uit het cytosol is weggepompt
Beta-receptor en gevolg
- Stimuleert de cAMP-concentratie via G-eiwit GS
- Calciumconcentratie wordt verhoogd -> contractiliteit wordt verhoogd
Waar zitten baroreceptoren?
In sinus carotis of aortaboog
Baroreceptoren
Snelle invloed op hartslag en vaatweerstand
Waar zitten volume receptoren?
- In atria en vena cava
- Lange termijn invloed op het circulerend volume
Symptomen van autonome zenuwstelsel degeneratie -> multiple system atrophy (4)
- Impotentie
- Incontinentie
- Orthostatische hypotensie
- Verlies van transpiratie vermogen
- Bewegingsstoornissen
Bewegingsstoornissen
Lijken op Parkinson of cerebellaire ataxie