H24 Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen Flashcards
Benoem 4 kenmerken van obsessieve-compulsieve stoornis (dwangstoornis)
- Obsessie (dwangedachten, kleine groep), compulsies (dwanghandelingen) of beide (80%)
- Tijdrovend (> 1u per dag) of veroorzaken sign lijdensdruk of beperkingen in functioneren
- Diagnose: gespecificeerd op realiteitsbesef en vraag of er al dan niet sprake is van een ticstoornis
- Prevalentie 2.5%, incidentie 1.6%
Noem 2 kenmerken van obsessies
- Recidiverend en persisterende gedachten, impulsen of voorstellingen die op bepaalde momenten ervaren worden als intrusief en ongewenst en zorgen voor angst of lijden
- Betrokkene probeert deze gedachten, impulsen of voorstellingen te onderdrukken of te neutraliseren met andere gedachte of handeling
Beschrijf 3 kenmerken van compulsies
- Repetitieve handelingen (bv handen wassen, ordenen, controleren) of psychische activiteiten (bv bidden, tellen, in gedachte woorden herhalen) waartoe betrokkene zich gedwongen voelt in reactie op obsessie of omdat hij zichzelf bepaalde regels oplegt die rigide moeten worden toegepast
- Handelingen of psychische activiteiten zijn gericht op het voorkomen van een bepaalde gevreesde gebeurtenis of situatie
- Hebben geen reeël verband met datgene wat geneutraliseerd of voorkomen moet worden, of zijn duidelijk excessief
Wat zijn coverte dwanghandelingen?
Handelingen die worden uitgevoerd om angstoproepende obsessies te reduceren
Noem 2 eigenschappen van smetvrees
- Wanneer iemand iets aanraakt dat besmet kan zijn de handen en armen worden gewassen
- Ook gedachten of beeld daaraan kunnen de wassen en schoonmaakrituelen in gang zetten
Noem 3 eigenschappen van controledwang
- Nagaan of ramen en deuren wel goed gesloten zijn en of het gas uit is en de stekkers uit het stopcontact; wanneer client huis verlaat gaat iemand ettelijke malen terug om te controleren of inderdaad alles in orde is
- Niet teruggaan –> spanning. Ondraaglijk. Controleren neemt spanning af
- Dwangmatig tellen kan samengaan met controleren en wassen; bij sommigen is telsysteem kernsymptoom: iemand moet handelingen vast aantal keer herhalen
Wat is passieve vermijding?
Persoon vermijdt stimuli of situatie die angst en spanning kunnen oproepen
Wat is actieve vermijding?
Dwanghandelingen zoals controleren en schoonmaken
Wat is de interpretatiestijl van dwangclienten?
- Inflated responsibility: Overschatting van gevaar en eigen verantwoordelijkheid
- Thought action fusion: client kan daardoor angstig worden van eigen gedachten (vb ‘als ik deze slechte dingen denk, ben ik een slecht mens’); vaak gepaard met magisch denken
- Als clienten angstig woren van eigen dwanghandelingen proberen ze die te neutraliseren 1) onderdrukken –> frequenter voorkomen gedachten 2) uitvoeren dwanghandelingen
Hoe onderscheidt dwangstoornissen zich van anderen?
- Angststoornissen (agorafobie): overeenkomst = vermijden, verschil = motief voor vermijden: agorafobie bang voor paniekaanval, terwijl dwangclienten bijv bang zijn voor besmetting
- Depressie: secundair aan dwang; excessieve en dwangmatige gedachten van bezorgdheid over eigen gezondheid –> ‘ziekteangststoornis’, preoccupatie met lichamelijke afwijking –> ‘morfodysfore stoornis’
Hoe is diagnostiek bij dwangstoornissen?
- Y-BOCS yale-Brown Obsessive compulsive scale: 10-items meten ernst dwangsymptomen; subschalen obsessies en dwanghandelingen
- Padua Inventory (NL versie): 42-items dwanghandelingen en obsessies 5 subschalen: impulsen, wassen, controleren, rumineren, precisie
Hoe is diagnostiek bij dwangstoornissen?
- Y-BOCS yale-Brown Obsessive compulsive scale: 10-items meten ernst dwangsymptomen; subschalen obsessies en dwanghandelingen
- Padua Inventory (NL versie): 42-items dwanghandelingen en obsessies 5 subschalen: impulsen, wassen, controleren, rumineren, precisie
Welke behandelmogelijkheden zijn er voor dwangstoornissen?
- Gedragstherapei: exposure in vivo en responspreventie. Exposure zonder dat ze handeling mogen uitvoeren. Eerste voorkeur voor behandeling
- Cognitieve therapie: Doel = automatische gedachten en interpretaties uitdagen (mbv gedachtedagboek) + vervangen door rationele en realistische interpretaties. Thema’s: Overschatting rampen, verantwoordelijkheid, perfectie en consequenties angst.
Welke behandelmogelijkheden zijn er voor dwangstoornissen?
- Gedragstherapie: exposure in vivo en responspreventie. Exposure zonder dat ze handeling mogen uitvoeren. Eerste voorkeur voor behandeling
- Cognitieve therapie: Doel = automatische gedachten en interpretaties uitdagen (mbv gedachtedagboek) + vervangen door rationele en realistische interpretaties. Thema’s: Overschatting rampen, verantwoordelijkheid, perfectie en consequenties angst.
Noem 4 kenmerken van verzamelstoornis (hoarding disorder)
- Persisterende moeite hebben om bezittingen weg te doen of er afstand van te nemen, ongeacht de werkelijke waarde
- Behoefte om bepaalde voorwerpen te bewaren en lijdensdruk bij wegdoen
- –> verzamelen grote hoeveelheden bezittingen die in de weg staan; rommel; woonruimte vol
- Excessief verwerven: overmatig verwerven van voorwerpen die de betrokkene niet nodig heeft of waarvoor hij geen ruimte heeft
- Prevalantie 2-6%, zonder behandeling chronisch en onveranderlijk verloop. Meer bij mannen en 3x vakder bij 55+ers
Benoem 3 aspecten van verzameldwang volgens Frost & Steketee, 1998
- Informatieverwerking. Beperkingen mbt aandacht, vermogen tot categoriseren, geheugen en besluitvorming; underinclusive cognitive style
- Overtuigingen over gehechtheid aan bezittingen. 4 terreinen
- Emotionele reactie - negatieve emoties (angst en verdriet, vermeden door toe te geven aan koopdrang)
Wat is underinclusive cognitive style?
Ieder object als op zichzelf staand zien en niet als behorend tot een bepaalde categorie
Benoem 4 terreinen van gehechtheid aan bezittingen
- Emotionele gehechtheid aan spullen
- Overtuigingen die te maken hebben met het geheugen
- Controlebehoefte
- Verantwoordelijkheid
Hoe is comorbiditeit bij verzameldwang?
- Hoog
- Schizofrenie, organische mentale stoornissen, eetstoornissen, hersenbeschadiging, dementie, sociale fobie, bipolaire stoornis
Noem 3 diagnostische manieren voor verzwamelstoornis
- Hoarding Rating Scale Interview: semigestructureerd, 5 dimensies: hoeveelheid spullen; moeite weggooien; buitensporige instroom spullen; gespannenheid; beperkingen
- Saving Inventory: self-report; 3 subschalen: ophoping van spullen; moeite spullen weg te doen; drang om spullen te kopen of mee te nemen
- Clutter Image Rating: mate bepalen waarin het huis is volgepakt met spullen; per vertrek 9 foto’s in oplopende mate gevuld met spullen; foto’s beschikbaar via internet
Hoe is de etiologie van verzamelstoornis? Noem er 3
- Cognitief-gedragstherapeutisch model (Frost & Steketee, 1998-2000): factoren: gebrekkige infoverwerking, verkeerde overtuigingen over en gehechtheid aan bezittingen en emotioneel lijden met hieruit ontstane vermijdingsgedrag
- Neuropsychologische factoren: aandachtspanne bij verzamelaars is verminderd en ze functioneren slechter op planningstaken: direct aan de slag zonder plan
- Neurobiologische factoren: gedeeltelijke overeenstemming in hersengebieden met OCS-patiënten
Welke behandeling bestaat voor verzamelstoornis?
Volgens cognitief-gedragstherapeutisch model
- Motiveren voor verandering. Grootste, terugkerende probleem is gebrek aan interne motivatie tot verandering; blijft vaak extern (bv buren klagen, ontruiming dreigt)
- Uitvoeringsfase: categoriseren en organiseren van spullen; aankoopbeleid bespreken; wegdoen (imaginair en in vivo exposure)
Noem 5 kenmerken van morfodysfore stoornis (Body Dysmorphic Disorder, BDD)
- Preoccupatie met een of meer vermeende misvormingen of onvolkomenheden in het uiterlijk, die door anderen niet waarneembaar zij, of als beduidend worden beschouwd
- Als reactie op ongerustheid –> repetitieve handelingen, zoals controleren in spiegel, excessief uiterlijk verzorgen, huid pulken of geruststelling vragen
- Significant lijden of beperkingen functioneren
- Niet verklaard vanuit eetstoornis
- Musculodysfore stoornis: idee dat het lichaam e klein of onvoldoende gespierd is
Wat is musculodysfore stoornis?
Idee dat het lichaam te klein of onvoldoende gespierd is