H11 Flashcards

1
Q

Wat is autismespectrumstoornis? (ASS)

A

Pervasieve ontwikkelingsstoornis die wordt gekenmerkt door ernstige gebreken in ontwikkeling van sociaal-communicatieve vaardigheden en het voorkomen van stereotype gedragingen en interesses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn 2 oorzaken van ASS in de volwassenenzorg?

A
  1. Bovengemiddelde intelligentie (heeft verhullende werking)
  2. Goed gestructureerd sociaal steunsysteem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn 2 kenmerken voor diagnose van ASS?

A
  1. Sociale communicatie en interactie
  2. Repetitieve gedragingen en interesses
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is afwijkende sociale wederkerigheid?

A

Onvermogen om spontaan vreugde, interesses of successen te delen met andere personen; besef van sociale conventies kan ontbreken zoals om de beurt praten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Benoem 3 afwijkingen in sociale communicatie en interactie bij ASS

A
  1. Afwijkende sociale wederkerigheid
  2. Afwijkende non-verbale communicatie
  3. Moeilijkheid met relaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem 3 kenmerken van afwijkende non-verbale communicatie in ASS

A
  1. Weinig oogcontact maken
  2. Ontbreken van gezichtsuitdrukkingen
  3. Moeite met het gebruik en begrijpen van gebaren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Benoem 3 kenmerken van moeilijkheden in relaties bij ASS

A
  1. Moeilijk vrienden kunnen maken of onderhouden
  2. Beperkingen in het afstemmen van gedrag op verschillende sociale situaties
  3. Afwezigheid van symbolisch of fantasiespel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn 4 kenmerken van repetitieve gedragingen en interesses in ASS?

A
  1. Stereotype bewegingen, gedragingen of spraak
  2. Moeite met veranderingen
  3. Stereotype interesses
  4. Sensorische overgevoeligheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem 3 eigenschappen van sociale communicatiestoornis

A
  1. Overwogen als symptomen van repetitieve gedragingen en specifieke interesses afwezig zijn
  2. Aparte categorie DSM-5
  3. Kenmerken: aanhoudende problemen met toepassen van (non-)verbale communicatie in sociale context; omgang met anderen (geen contact, vriendschappen moeizaam)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is erfelijkheid betrokken bij ASS?

A
  1. 35-50% erfelijk; minder bij vrouwen (13-16%)
  2. 10-15% onderdeel genetische stoornis (dan ook anatomische afwijkingen en 1 gen mutatie aanwijsbaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zijn omgevingsfactoren vio ASS?

A
  1. 40-65%
  2. Zwangerschap, leeftijd ouders (mn vader)
  3. Beschermend: foliumzuur tijdens zwangerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de prevalentie van ASS?

A
  1. 0.6% (1.1% kids <14jr) - symtpomen vaak pas later tot uiting
  2. Man-vrouw 4:1
  3. Diagnoses toegenomen door 1) verruiming DSM-IV criteria 2) eisen samenleving aan sociale vaardigheden en flexibiliteit
  4. Diagnoses verwacht te dalen door veranderde DSM criteria (PDD-NOS eruit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het historisch perspectief van ASS?

A
  1. Autismus (Eugen Bleuler, 1911): ‘het verlies van de werkelijkheid’ en ‘he tin zichzelf terugtrekkend gedrag’ symptomen van schizofrenie
  2. DSM-III: autisme als zelfstandige diagnose
  3. DSM-5: subtypen eruit (moeilijk te onderscheiden) + domeinen ‘sociale interacties’ en ‘beperkingen in communicatie’ samengevoegd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn diagnostische methoden van ASS?

A
  1. Alleen obv gedrag (bevragen + observeren) dmv semi-gestructureerd interview
  2. Ook heteroanamnese
  3. Gedragingen al in kindertijd aanwezig? Soms pas later problematisch
  4. Testonderzoek –> inschatting sterke/zwakke kanten (handelingsgerichte diagnostiek). Vb IQ test intelligentie vs informatieverwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke behandeling is er voor ASS?

A
  1. CGT –> reduceren comorbide angststoornissen bij normaal tot hoog begaafde ASS
  2. Gedragtherapie en medicatie: verbeteren sociale communicatie, angst + boosheid minder, impulscontroleproblemen
  3. Hoge intelligentie: psycho-educatie (doel = accepteren diagnose)
  4. Mindfullness: reduceren comorbide klachten, lange termijn effecten
  5. Medicatie (risperidon): dwangmatig gedrag, stemmingsklachten. Wetenschappelijke onderbouwing laag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn 2 kenmerken van ADHD?

A

Externaliserende psychische stoornis

  1. Onoplettendheid
  2. Impulsiviteit en hyperactiviteit
17
Q

Welk subtype van ADHD komt het meeste voor?

A

Gecombineerde type (oplettend en hyperactief-impulsief), 50-75%

18
Q

Benoem 9 kenmerken van onoplettendheid bij ADHD

A
  1. Onvoldoende aandacht voor details of achteloze fouten maken
  2. Moeite met aandacht bij activiteit houden
  3. Niet lijken te luisteren
  4. Krijgt (school)werk vaak niet af en volgt aanwijzingen niet op
  5. Moeite met organiseren van werk
  6. Vermijdt taken die langdurige aandacht vragen
  7. Raakt dingen vaak kwijt
  8. Makkelijk afgeleid
  9. Vergeetachtig
19
Q

Benoem 9 kenmerken van hyperactiviteit en impulsiviteit

A
  1. Fysiek onrustig
  2. Moeilijk op plaats blijven zitten
  3. In ongepaste situaties rondrennen of overal opklimmen
  4. Moeilijk rustig spelen of ontspannen
  5. Drug bezig of doordraven
  6. Praat veel
  7. antwoordt al voordat vraag gesteld is
  8. Moeite met wachten
  9. Opdringerig of stoort anderen
20
Q

Wat zijn 7 kenmerken van ADHD bij volwassenen?

A
  1. Hyperactiviteit en impulsiviteit minder aanwezig dan bij kinderen
  2. Verhoogde afleidbaarheid, moeite organiseren, onoplettendheid, beperkte efficientie op werk en bij academische prestaties
  3. Rusteloosheid, vermijden activiteiten met stilzitten
  4. Geen problemen als: interessante zaken
  5. Meoite sociale contacten en onderhouden relaties
  6. Comorbiditeit: angststoornissen (47%), stemmingsstoornissen (38%), verslaving (15%)
  7. Symptomen moeten in kindertijd aanwezig zijn
21
Q

Wat zijn 4 oorzaken van ADHD?

A
  1. Erfelijkheid 76%; biologische factoren: roken moeder tijdens zwangerschap en geboortecomplicaties
  2. Psychosociaal: gezin tijdens kindertijd (conflicten, stress, opvoedingsgedrag, ouderlijke psychopathologie)
  3. Voor volwassenen: lager opleidingsniveau, gescheiden status, man-zijn
  4. Vergrote kans blijvende ADHD symptomen door (ADHD) restricties als kind of <16jr comorbide depressie/angststoornis.
22
Q

Waardoor is diagnose van ADHD moeilijker bij volwassenen?

A
  1. Onderrapportage symptomen
  2. Retrospectief vaststellen symptomen <12 jr
23
Q

Waardoor is ADHD is het algemeen moeilijk?

A
  1. Maskeren symptomen (beperkingen compenseren)
  2. Hoge comorbiditeit

Geen objectief, betrouwbaar medisch, genetisch of neuropsychologisch meetinstrument

24
Q

Wat is het stappenplan voor diagnose van ADHD? Door clinicus

A
  1. Symptomen vaststellen + beeld beperkingen
  2. Oorsprong symptomen bepalen en alternatieven uitsluiten
  3. Aan-of afwezigheid comorbide problemen en invloed behandeling bepalen
25
Q

Hoe wordt ADHD bij volwassenen behandeld?

A
  1. Bij 11%
  2. Non-medicamenteus amper onderzocht
  3. Gedragsbehandeling: leren structuur en praktische voorzorgsmaatregelen voor ondersteunen taken beginnen + afmaken
  4. Sociale omgeving inzetten voor ondersteuning
  5. Medicatie: 1) stimulanta (DA in synaptische spleet verhogen) 2) tricyclische antidepressiva (DA of NA) 3) antihypertensiva (clonidine) voor hyperactiviteit en impulsiviteit
26
Q

Geef 3 redenen waarom diagnose ADHD door DSM-5 makkelijker is tov DSM-IV-TR

A
  1. Voorbeelden betreffen gehele levensloop (tov jeugd)
  2. Aanvangsleeftijd verruimd naar <12jr (tov <7jr)
  3. Volwassenen moeten 5 criteria hebben ipv 6 (voor kinderen)