H16 Slaap- en waakstoornissen Flashcards
Hoe is de kennis over slaap de laatste decennia toegenomen?
Meten van
1. Spanning in spieren
2. Oogbewegingen
3. Elektirsche signalen in de hersenen
Welke slaapstoornissen kent de DSM?
- Insomniastoornis
- Hypersomnolentie
- Narcolepsie
- Slaapapneu
- Slaapstoornis gebonden aan circacianeritme
- Non-REM-slaap arausalstoornissen
- Nachtmerriestoornis
- REM-slaapgedragstoornis
Welke 2 processen regelen slapen en waken?
- Homestatisch proces - slaapfactor (afvalprocessen waakperiode opruimen)
- Circadiaans proces - slaperigheidsritme (biologische klok fysiologische processen)
Neutraliseren elkaar –> stabiele waaktoestand.
Grafiek interacties gedurende de dag?
Welke 2 functies heeft slaap?
- Herstellen lichaam en brein
- Verwijderen neurotoxisch ‘afval’ (beta-amyloid) in hersenvocht (vitale rol)
- Opstapeling afvalstoffen in zenuwcellen kan bijdrage zijn aan toenemende slaapdruk gedurende dag (‘slaapfactor’)
Welke methoden bestaan om slaap te meten?
Polysomnogram (PSG). Bestaat uit:
- EEG + elektro-oculogram (EOG) en spierspanning (elektromyogram, ECG)
- Voor differentiaaldiagnose voeg toe: hartslag (ECG), nasale en orale luchtstroom, borst- en buikademhaling, beenbewegingen en zuurstofverzadiging in de aderen
Welke slaapstadia bestaan er?
- Lichte slaap. Waken –> slaap, geleidelijk, zweven of spiertrekken
- Lichte slaap. Begin van slaap.
- Slow-wave sleep/diepe slaap. EEG delta (toename bij behoefte aan fysiek herstel). Synchroon. REM.
- Slow-wave sleep. REM.
Wat is sleep inertia?
Gedesoriënteerde staat als persoon ontwaakt in slaapstadia 3 en 4
Wat is REM-slaap?
- Rapid Eye Movements
- Vermindering spiertonus
- Toename variatie in autonome zenuwstelsel
- Cerebrale stofwisseling =
- Dromen
Wat is slaaplatentie?
Tijd tussen naar bed gaan en inslapen. Gemiddeld <30 min
Waar wordt een hypnogram voor gebruikt?
Meten van slaappatroon
Hoe ziet een gemiddeld slaappatroon eruit?
- Slaaplatentie < 30 min
- Korte perioden stadium 1 en 2
- Grote periode stadium 3, vooral 4
- Uur na slaap REM-episoden, gemi <5 min
- REM-episoden om de 1.5 uur, duur ~25 min
- non-REM/REM-cycli 4-5x per nacht
- Begin nacht: REM-diepe slaap; later REM-lichte slaap
- Slaap wordt lichter naarmate de nacht vordert
- Lichte slaap 50%; diepe slaap 20%; REM-slaap 25%
Hoe verschillen dag- en nachtslaap?
- Slaapstructuur is sterk afhankelijk van de tijd waarop geslapen wordt
- Dagslaap: periode diepe slaap eerder afgebroken en direct gevolgd door lange periode REM-slaap
- Diepe slaap: Onafh tijdstip, altijd snel na begin slaap
- REM-slaap: Afh tijdstip (biologische klok), REM-druk grootst in vroege ochtend
Waarom is dagslaap lichter/slechter dan nachtslaap?
- Competitie tussen diepe slaap en REM-slaap tijdens eerste uren van dagslaap
- Verstoring normale synchronisatie homeostatische en circadiane proces –> kortere dagslaap
Hoe hangen leeftijd en slaap samen?
- Hypnogram vlakt af met leeftijd; lichte slaap neemt toe en diepe slaap neemt af; REM ongewijzigd
- Microarausals (korte perioden ontwaken) stijgen in frequentie (20 p/u bij 60+)
- Nachtelijke slaap daalt, hoeveelheid slaap per etmaal ongewijzigd –> middagdutjes ouderen
Wat is de gemiddelde slaapduur?
- 7 uur. 30% <6 ur
- Kort- en langslapen –> verhoogd risico mortaliteit
Hoe werkt een jetlag?
- Aanpassingsfase na veranderd dag-nachtritme
- Vermoeidheid, geheugenzwakte, slaapproblemen, slecht functioneren
- Ploegendienst: aanpassing moeilijker dan jetlag doordat omgeving niet helpt met interne klok aanpassen aan nieuwe situatie + overdag slapen lastiger ivm licht en geluid
Wat is kenmerk van een ochtendmens?
- Spontaan vroeg wakker worden
- Eerder op avond slaperig worden
Wat is kenmerk van een avondmens?
- Biologische klok ~2u vertraag
- 50% genetisch
- 10-20 jaar verschuiving ochtend –> avondmens, daarna omgekeerd
Welke onderdelen bevat een anamnese bij slaapwaak stoornissen?
- Gestructureerde vragenlijst
- evt aanvulling specifieke vragenlijsten of registraties
- bedpartner aanvullende informatie
- Slaapkracht
- Slaap-waakschema
- Voorgeschiedenis
- Slaapconditie (‘slaaphygiëne’)
- Levensstijl
- Medische status
- Psychologische status (SCL-90, BDI, PSWQ)
Wat is polysomnografie?
- Slaapregistratie waarbij verschillende lichaamsfuncties worden gemeten
- Gebruikt bij hypersomnolentie of parasomnie
- Ambulant mbv kleine recorders zodat patient in eigen omgeving kan slapen
- Actometer