Dutch Vocabulary 6 Flashcards
energie
energy
hunt
hunt
waarschijnlijk
probable
bedden
bed
broer
brother
ei
egg
rit
ride
cel
cell
geloven
believe
misschien
perhaps
pick
pick
plotseling
sudden
tellen
count
square
square
reden
reason
lengte
length
vertegenwoordigen
represent
kunst
art
onderwerp
subject
regio
region
grootte
size
variëren
vary
vestigen
settle
spreken
speak
gewicht
weight
algemeen
general
ijs
ice
aangelegenheid
matter
cirkel
circle
paar
pair
omvatten
include
kloof
divide
lettergreep
syllable
vilt
felt
grand
grand
bal
ball
nog
yet
wave
wave
laten vallen
drop
hart
heart
ben
am
aanwezig
present
zwaar
heavy
dans
dance
motor
engine
positie
position
arm
arm
breed
wide
zeil
sail
materiaal
material
fractie
fraction
bos
forest
zitten
sit
ras
race
venster
window
winkel
store
zomer
summer
trein
train
slaap
sleep
bewijzen
prove
eenzame
lone
been
leg
oefening
exercise
muur
wall
vangst
catch
berg
mount
wensen
wish
hemel
sky
boord
board
vreugde
joy
de winter
winter
zat
sat
geschreven
written
wild
wild
instrument
instrument
gehouden
kept
glas
glass
gras
grass
koe
cow
werk
job
edge
edge
teken
sign
bezoek
visit
verleden
past
zachte
soft
lol
fun
heldere
bright
gas
gas
weer
weather
maand
month
miljoen
million
dragen
bear
afwerking
finish
happy
happy
hopen
hope
bloem
flower
kleden
clothe
vreemd
strange
weg
gone
handel
trade