Dutch A1-A2 Babbel, Stage 6b, 17 Jan 2025 Flashcards
English
Dutch
Her job is exciting.
Haar beroep is spannend.
I want to be a lawyer later on.
Ik wil later advocaat worden.
A teacher (masc.) does important work.
Een leraar doet belangrijk werk.
What job do you want to do later on?
Welk beroep wil jij later uitoefenen?
Sometimes I go out to eat with my colleagues.
Soms ga ik met mijn collega’s uit eten.
He comes by now and then.
Hij komt af en toe langs.
I’m rarely at home.
Ik ben zelden thuis.
You never call me.
Je belt me nooit.
She always has to work.
Ze moet altijd werken.
We often write emails to our supplier.
We schrijven vaak e-mails aan onze leverancier.
You can’t be serious! (lit. That mean you not!)
Dat meen je niet!
Later (on) I want a daughter and a son.
Later wil ik een dochter en een zoon.
They have three children.
Ze hebben drie kinderen.
Are your parents young or old?
Zijn je ouders jong of oud?
Young and old (lit. Small and big), everyone is welcome.
Klein en groot, iedereen is welkom.
I’m not thin, but also not fat.
Ik ben niet slank, maar ook niet dik.
He has a brother and a sister.
Hij heeft een broer en een zus.
My grandparents had five children.
Mijn grootouders hadden vijf kinderen.
My father and mother have bought a house.
Mijn vader en moeder hebben een huis gekocht.
My uncle and aunt are divorced.
Mijn oom en tante zijn gescheiden.
He doesn’t write letters anymore.
Hij schrijft geen brieven meer.
I don’t believe it.
Ik geloof het niet.
Do you work to live or live to work?
Werk je om te leven of leef je om te werken?
I’m moving to Ghent.
Ik verhuis naar Gent.
You catch mice with bacon.
Met spek vangt men muizen.
We traveled by train.
We reisden met de trein.
That’s then twenty euros.
Dat is dan twintig euro.
I’m buying a pear at the market.
Ik koop een peer op de markt.
Are we going shopping (lit. Go we shopping do)?
Gaan we boodschappen doen?
I would like to have a kilo (of) plums.
Ik had graag een kilo pruimen.
red cherries
rode kersen
nineteen - twenty
negentien - twintig
thirteen - fourteen
dertien - veertien
seventeen - eighteen
zeventien - achttien
fifteen - sixteen
vijftien - zestien
sour plums
zure pruimen
Do you feel like going to the movie theater?
Heb je zin om naar de bioscoop te gaan?
Shall we go out?
Zullen we uitgaan?
Do you have time on Saturday evening?
Heb je zaterdagavond tijd?