Dutch A2 Unit 1: Uitnodigen versturen Flashcards
a nice birthday card; thanks, Grandpa and Grandma
een mooie verjaardagskaart; bedankt, opa en oma
birthday card; birthday cake
verjaardagskaart; verjaardagstaart
Can I invite the guests by email?
Kan ik de gasten per e-mail uitnodigen?
May I order?
Mag ik bestellen?
Do you have their telephone number?
Heb je het telefoonnummer van hen?
drinks
borrel
for you (informal)
voor jou
we have vegetarian snacks: For you (sg., informal) we have vegetarian snacks.
wij hebben vegetarische hapjes: Voor jou hebben wij vegetarische hapjes.
Happy (congratulations with your) birthday!
Gefeliciteerd met je verjaardag!
Happy birthday!
Gelukkige verjaardag!
Happy New Year!
Gelukkig nieuwjaar!
He wants to invite her.
Hij wil haar uitnodigen.
He’s writing no letters.
Hij schrijft geen brieven.
I (have) bought sausages.
Ik heef worstjes gekocht.
I already see you (pl., informal).
Ik zie jullie al!
I can’t plan and delegate so well.
Ik kan niet zo goed plannen en delegeren.
I don’t yet have your telephone number.
Ik heb je telefoonnummer nog niet.
I found that party so nice! This was a great party!
Ik vond dat feest zo gezellig! Dit wordt een topfeest!
I would like to have a kilo (of) plums.
Ik had graag een kilo pruimen.
I’ll send him…
Ik stuur hem…