Dutch A2 Unit 2: Borden en schalen Flashcards
(Closed Syllables) … end in a … (Long vowels in closed syllables are doubled, but short vowels are not.)
consonant: koken, kook; ik bak
Add an extra spoonful of sugar.
Voeg een extra lepel suiker toe.
the amount
de hoeveelheid
Are you free (do you have time) this evening?
Heb je vanavond tijd?
Bon appetit (enjoy your meal)!
Eet smakelijk!
chopsticks (eat sticks)
eetstokjes
clean; dirty
schoon; vies
cupboard; table
de kast; de tafel
The pots (pans) are too small for that amount.
De pannen zijn te klein voor die hoeveelheid.
Do you want to cut the apple into cubes for me? (Do you want the apple for me in cubes cut?)
Wil je de appel voor mij in blokjes snijden?
Do you want to cut the apple into cubes for me? (Will you the apple for me in little blocks cut?)
Wil je de appel voor mij in blokjes snijden?
don’t be afraid; be kind; be good (brave)
wees maar niet bang; lief zijn; braaf zijn
Follow the recipe on the package.
Volg het recept op de verpakking.
For me a portion (of) cheese, please.
Voor mij een portie kaas, alstublieft.
He’s following the recipe, but the soup doesn’t taste [good].
Hij volgt het rezept, maar de soep smaakt niet.