caput 5.3-5.8 Flashcards
1
Q
dextra
A
dextrae; de rechterhand
2
Q
iustus
A
-a, -um; rechtvaardig
3
Q
varius
A
-a, -um; afwisselend
4
Q
dexter
A
dextra, dextra; rechts
5
Q
integer
A
integra, integrum; ongeschonden
6
Q
mensis
A
mensis, m; de maand
7
Q
sol
A
solis, m; de zon
8
Q
quies
A
quietis, v; de rust
9
Q
ratio
A
rationis, v; de rekening, de redenering
10
Q
acies
A
aciei, v; de slagorde
11
Q
habitare
A
-o; wonen
12
Q
exercere
A
-eo; oefenen
13
Q
licere
A
-et +dat; het is toegelaten
14
Q
oportere
A
-et; het is nodig
15
Q
quiescere
A
-o, quievi, quietum; rusten