B1-B2 - Preposities Flashcards
rekening houden
met
nadruk leggen
op
uitgaan
van ik ga ervan uit (I assume that)
opkijken
van to be moderately surprised
afleiden
uit to deduce
inspelen __ iets
op to respond to (or capitalize on something)
aanpassen
aan
overschakelen
op
verzetten zich
tegen
i.e. to oppose
geven (hulp, eten, etc)
aan
iets ___ wijden
aan to devote / dedicate to
ik heb geen recht __ (geld, gunsten etc)
op
i.e. I have no rights to…
lijden ____
onder
sluipen (sloop)
uit to sneak uit
toevoegen ___
aan
zich ____ ingezet / inspannen
voor inzetten -> to be committed to inspannen -> to put a lot of effort into
___ wie hebben jullie dat verteld? ___ wie was je?
Aan Met
Geloof je __ het effect van het?
in
Daar moest ik __ lachen Ik lachte hard __ haar
om
Heeft u ____ dat bureau geschreven vanwege uw klacht? Misschien is het beter dat je het ___ de manager schrijft.
naar aan
Luister je ___ muziek?
naar
Die foto doet me denken ___ mijn jeugd.
aan This photo reminds me of my youth
Heb je het __ fouten gecontroleerd?
op
We hopen __ een zomer met zon
op
Heeft hij zich al ___ je voorgesteld?
aan Has he already introduced himself to you yet?
We hebben er____ gezocht
naar We searched for it
Ik trok ___ het touw Je moest er___ trekken
aan
Waar wijs je ____ ??
naar What are you pointing at?
Je kunt geen appels ___ peren vergelijken
met
___ welk genre behoort dit? ___ welke stad behoort dit?
Tot
Ze leveren alleen ___ winkels Leveren ze ___ fabrikanten?
aan
__ wie heb je gestemd? Je weet nooit __ wie het Amerikaanse publiek zal stemmen
op
Ik weiger er__ te reageren Ik weiger te reageren __ deze vragen
op
Ze floot ____ de vogels
naar
Ik ben niet geïrriteerd __ deze Ik erger me er niet __
door aan
herinneren ___
aan
beperken ___
tot
brengen ____
naar
zij lijkt __ haar vader
op
zich voorbereiden __
op
zoeken ___
naar
verslaafd ___
aan
afhankelijk ___
van
afstand nemen ___
van
besteden ___
aan
doorbrengen ___
met spend time with
effect hebben __
op
enthousiast zijn ____
over
gericht zijn __
op
hekel hebben ___
aan
horen ___
bij
meedoen ___
aan
nadenken ____
over
onderzoek doen ____
naar
zich richten __
op
staren ____
naar
in aanraking komen met
to come into contact with
profiteren ___
van
danken hebben ___
aan
we owe it to
onderscheiden ____
i.e. zij onderscheidt zich door haar …
door
i.e. she stands out because of her..
Preposities en de ‘er-familie’
- Er (het) i.e. ik heb er geen zin in
- Waar (wat) i.e. De persoon waar ik het over had
- Daar (dat) i.e. Daar heb ik geen zin in
- Hier (dit) i.e. Zij is hier trots op
- Ergens (_) i.e. Hij heeft het _ over
- i.e. Hij lacht _ _
- Nergens (_) i.e. Ik heb _ zin in
- Ergens (iets) i.e. Hij heeft het ergens over (He talks about something)
- Hij lacht ergens om (He laughs about something)
- Nergens (niets) i.e. Ik heb nergens zin in (I don’t feel like anything)
Scheidbare werkwoorden + prepositie:
- Uitgaan van
- I assumed it would be about something
- Afhangen van
- it depends on if she doesn’t shut up about something
- Nadenken over
- I think it over whenever there’s an issue
-
Stilstaan bij
- She dwells on the fact that she lost everything
- bijdragen aan
- He contributes to society
- overschakelen naar / op
- Switching over to English is a famous hobby of the Dutch
-
opkijken van
- However, we should not be surprised by these kinds of comments
- omgaan met
- She deals with many problems
- terug komen op
- We have to come back to it when we’re ready
- samenwerking aan
- They will need us to collaborate on different projects
- uitnodig voor
- I am getting invited to parties all the time
- toegeven aan
- She indicates her intentions well
-
toekomen aan
- No, I haven’t gotten around to it yet
- Ik ging ervan uit dat het ergens over zou gaan
- Het hangt ervan af of ze ergens niet over zwijgt
- Ik denk erover na als er een probleem is
- Ze staat stil bij het feit dat ze alles verloor
- Hij draagt bij aan de samenleving
- Overschakelen naar het Engels is een bekende hobby van Nederlanders
- We moeten echter niet opkijken van dit soort opmerkingen
- Ze gaat met veel problemen om
- We moeten erop terugkomen als we er klaar voor zijn
- Ze zullen ons nodig hebben om samen te werken aan verschillende projecten
- Ik word de hele tijd uitgenodigd voor feestjes
- Ze geeft goed haar bedoelingen aan
- Nee, ik ben er nog niet aan toegekomen