A2-B1 - Preposities Flashcards
1
Q
blijkt
A
- uit
2
Q
bestaat
A
uit
3
Q
afhankelijk
A
van
4
Q
deelnemen
A
aan (als je wilt deelnemen aan excursies)
5
Q
__ (tweede) plaats i.e. in 2nd place
A
op
6
Q
we hebben een huisje ___ de kust
A
aan
7
Q
het was heel druk __ haar werk
A
op
8
Q
genieten
A
van
9
Q
__ de stad, of __ het platteland
A
in de stad, op het platteland
10
Q
ik ben op zoek ____
A
naar
11
Q
je hebt een kans __
A
op
12
Q
ik heb spijt
A
van
13
Q
ik heb behoefte ___
A
aan
14
Q
hekel
A
aan
15
Q
go to the end
we are at the end of the book
A
ga naar het einde
we staan aan (op) het einde van het boek