A2-B1 belangrijke woorden (old) Flashcards
aflopen
expire
afwijzen / afgewezen!
reject / rejected
afwijken
deviate
verwijzen
refer
behoren tot
belong to
instelling
institution
ontslaan
fire (someone from their job)
tegelijk
simultaneously
onderscheiden
distinguish
aanname / veronderstelling
assumption
betrokken zijn bij
betrek
be involved in
involve
waarderen
appreciate
op prijs stellen
appreciate
voeren
uitvoeren
to feed (a cat) execute / carry out
uitvoerig
comprehensively
laten zien
show something (informal)
oorzaken (n)
veroorzaken (v)
causes
to cause
hek
fence
takken
branches
op pad
on the road
gauw
soon
voorkomen
to prevent
voorzien
to provide
indeling
layout
overeenkomst
agreement
afnemen
decrease
dalen
drop
toenemen
increase
stijgen
increase / rise
Ik moet werk inhalen!
I need to catch up on work!
geslaagd
passed
overwegen / beschouwen
overwogen / beschouwd
bij nadere beschouwing
to consider
considered
after further consideration
ramp
disaster
instorting
collapse
voorstel
proposal
misleidend
misleading
vertegenwoordiger
representative
beleid
policy
meederheid
majority
poging
attempt
gedoog
verdraagzaamheid
tolerance
opstellen
to draw up
overigens / bovendien
moreover
trilt
vibrates
herrie
noise
golven
waves
wijk
district
bijhouden
to keep up
zorgt ervoor
zorgvuldig
takes care of it
carefully
op afstand houden
keep at distance
voldoening
satisfaction
althans
at least (non-numbers - i.e. at least where it concerns… at least not in the case of..)
vergoeding
compensation
besteden aan
devote / spend time on
verdienen
to earn
via via
door een tussenpersoon (intermediary)
Hoe heb je het doorgebracht?
How did you spend it? (i.e. holidays)
geliefd
loved
bereikt
achieved
opleveren
to produce / yield / generate (i.e. kostenbesparingen opleveren,
blijkt dat / bleek
turns out that / turned out
bestaat uit
consists of
bevindt zich
is located
zowel
both (niet nummer maar conj i.e. Burgers hebben zowel rechten als plichten)
stapel
pile
overbodig
unnecessary / redundant
meedoen aan / deelnemen
participate in / take part
fraai
beautiful / artful / lovely
uitrusting
equipment
beoordelen / oordelen
to judge
het oordeel
the judgement
vuil
dirt
genen
genes
levenshouding
attitude towards life
aangeven
to indicate
valkuilen
pitfalls
zintuigen
senses
koppen dicht!
shut up!
roddels
gossip
ten slotte
and last but not least
verdwijnen (verdween, is verdwenen)
disappear (disappeared)
verschijnen (verscheen, is verschenen)
appear (appeared)
pijlers
pillars
zucht
sigh
boosdoener
culprit
wijsen
to point out
geergerd
annoyed
positieve blikken
getting positive looks (from people)
grijpen (ik greep het touw)
to grab (I grabbed the rope)
flauwe smaak
bland taste
andersom
vice versa
trouwens
besides / by the way
geldt voor
van toepassing
applies to
neerslachtig
down (sad)
triest
sad
vanzelfsprekend
naturally
verbergen
hide
hevig / heftig
intense / fierce
zwijgen
to keep silent
tegenslag
setback
belemmeren
impede / hinder / obstruct
het vak
the profession / trade
minstens zo belangrijk
er moeten minstens tien cursisten
at least as important
there must be at least ten students
ontspannen
to relax
Vermoedelijk ben ik gewoon thuis
I will likely just be at home
bepalen
determine
het uniform
the uniform
binding
to bond
het middel
means / manner / remedy (middel tegen hoofdpijn)
uiteraard
of course (formal)
voorkeur
preference
achterstand
backlog
het gebrek
the lack
ondanks
despite
aanleggen
to construct / build
kortom
in short..
het leger
the army
pesten
to bully
vaardigheden
skills
neerleggen
to put it down
uitspreken
to pronounce (a word)
ophouden met
ophouden te bestaan
to stop
cease to exist
het ministerie
the ministry
de regering / de overheid
the government
traag
slow / sluggish
rechtdoorzee
straightforward (eerlijk en direct)
calvinistisch
sober, niet erg genietend van het leven
bourgondisch
genietend van het leven, zoals lekker eten en drinken
uitgesproken
outspoken / pronounced
moest ze wennen AAN de klimaat
she had to get used TO the climate
Heb ik me in Amsterdam gevestigd
I settled in Amsterdam
enerzijds / anderzijds
on the one hand / on the other
overblijven (bleef over, is overgebleven)
left over (left over)
aanmoedigen / ontmoedigen
encourage / discourage
afraden
advise against / discourage
de opvoeding
the upbringing
het gezag
the authority
zich uiten
express (themselves)
qua
in terms of
bestrijden (bestreed, bestreden)
combat against
to oppose something
betreffen (betrof, betroffen)
concern (concerned)
bazig
bossy
bewijs
bewijzen (bewees, bewezen)
proof to prove (proved)
tegenstrijdigheid / tegenstrijdig
contradiction / contradictory
onder andere (o.a.)
among other things
optreedt
de politie hoeft niet op te treden
optreden (trad op, opgetreden)
optraden
occurs
the police do not have to act
performance (performed)
occurred / performed
het kader
“in the context of…”
the framework / context
“in het kader van…”
dol zijn op
love
de heimwee
the homesickness
ingeburgerd
assimilated
soepel
inschikkelijk
smooth / flexible
stranden / gestrand
strand / stranded
afstappen op
Hij is afgestopt op zijn manager
Hij stapt op iedereen af
to approach
He approaches everyone
He has turned to his manager
uitwisselen
exchange (nummers, ideeen, ervaringen)
het wezen
the creatures
het huwelijk
the marriage
verbieden
verbood / verboden
forbidden
forbidden / prohibited
ondervragen
ondervroeg / ondervraagd
to question / interrogate
questioned / interrogated
rondom
around
bidden
ik heb gebeden
ik bad…
to pray
i have prayed
i prayed…
zolder
attic
voorraad
stock / supply
kundigheid
competence
stevig
firm
sturdy
burgerlijke staat
martial status
bevorderen
to promote
ontroerd
moved / touched
jeukerig
kriebelig
itchy
mentale toestand
mental state
to endure
verdragen
the later it is in the day, the busier it will be
hoe later het op de dag is, hoe drukker het zal zijn
to lean in
toebuigen // leunen
intrekken
uittrekken
withdraw, repeal
allocate / allot
studiebeurzen
scholarships
afschaffen
abolish
het vond plaats in Canada
it took place in Canada
stuiten op
to stumble apon (toevallig vinden)
toon
tone
weaken
verzwakken / afzwakken
aanhoudend / vasthoudend
persistent
de mate waarin
the extent to which
grenzen te stellen
to set boundaries