9. microbiologie vd parodontale infecties Flashcards

1
Q

definieer tandplaque

A

de verzameling v MO die ingebed zijn in een matrix van polymeren, afkomstig van bacteriën uit speeksel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de primaire oorzaak van parodontale aandoeningen?

A

de hechting v bacteriën op harde orale oppervlakken en hun metabolische activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

in welk opzicht is tandplaque een onderdeel vh afweersysteem?

A

tandplaque voorkomt de kolonisatie van exogene MO die potentieel pathogeen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waardoor ontstaat er een ontstekingsreactie in de gingiva?

A

doordat de hoeveelheid en de samenstelling van tandplaque verandert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

definieer biofilm

A

complexe samenleving v mo die ingebed zijn in een extracellulaire matrix van materiaal dat afkomstig is uit de omgeving en producten vd mo zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is ‘flowing plaque’

A

een laag bacteriën die zich tussen het pocketepitheel en de tand bevindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de cuticula

A

laag mo opgebouwd uit overblijfselen v een epitheliale aanhechting en materiaa uit het gingivale exsudaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer kan zwangerschapsgingivitis voorkomen?

A

tussen de 2e en 8e maand vd zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar staat ANUG voor

A

acute necrotiserende ulcererende gingivitis (= necrotiserende gingivitis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke vorm van gingivitis komt vooral voor bij kinderen en manifesteert zich als een acute, pijnlijke en ulceratieve zwelling vd gingiva?

A

acute herpetische gingivitis (HSV)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een pseudopocket?

A

en pocket zonder botafbraak, dieper te meten door opgetreden zwelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat kun je zeggen over gramnegatieve staven in een ontstoken gingivale omgeving

A

het aantal gramnegatieve stave neemt toe bij gingivitis en nog meer bij parodontitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn paropathogenen voor soort bacteriën

A

gramnegatieve anaerobe staafvormige bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

geef de waarschijnlijke oorzaak van LPP

A

aanwezigheid van paropathogenen icm. een verminderde chemotaxis van leukocyten en genetische eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

geef de waarschijnlijke oorzaak van GPP

A

defecte leukocyten (verhoogde vatbaarheid voor infectieziekten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is congenitale neutropenie

A

een erfelijke, aangeboren afweerstoornis : afwijking in de aanmaak van witte bloedcellen.

17
Q

geef de klinische kenmerken van lokale juveniele parodontitis

A

diepe pockets met veel aanhechtingsverlies (1e molaren/incisieven)

18
Q

wat is de meest voorkomende vorm van parodontitis?

A

chronische adulte p.

19
Q

wat houdt de forsyth-benadering in?

A

een onderzoek naar de subgingivale microflora tussen actieve- en inactieve pockets

20
Q

geef de volledige benaming van de A.a. bacterie

A

Aggregatibacter actinomycetemcomitans

21
Q

wat is de aa voor bacterie?

A

gramnegatief, onbeweeglijk, facultatief anaeroob staafje

22
Q

de volledige benaming van de bacterie pg

A

Porphyromona gingivalis

23
Q

wat is de Pg voor bacterie?

A

gramnegatief, strikt anaeroob staafje. (vormen donker pigment op bloedhoudende mediagroei)

24
Q

wat bepaald de virulentie van een MO? (3)

A
  1. zijn eigenschappen
  2. de plaats waar het zich bevindt
  3. de gastheer
25
om een paropathogeen te zijn moet een mo: (3)
1. kunnen hechten aan parodontaal weefsel en kunnen groeien 2. de lokale afweer vd gastheer kunnen weerstaan 3. parodontale afbraak kunnen induceren
26
wat is coaggregatie?
het proces waarin bacteriën aan elkaar hechten