8. supragingivale plaquegroei Flashcards

1
Q

wat wordt bedoeld met de mond als ‘open groeisysteem

A

een continue aan- en afvoer van bacteriën en nutriënten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom hoeft de gingiva niet mechanisch gereinigd te worden?

A
  1. het heeft een snelle turnover (bacteriën kunnen zich hierdoor maar kort handhaven)
  2. mechanische reiniging vd gingiva kan alleen leiden tot weefselbeschadiging (recessies)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarom is het essentieel dat de tanden wel dagelijks gereinigd moeten worden?

A

omdat het tandoppervlak (en prothesen) niet desquameren, waardoor dit wel een blijvende vestigingsplaats is voor mo.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom spreken we bij plaque ookwel over een biofilm?

A

omdat het een leefgemeenschap is bestaande uit bacteriën die afhankelijk zijn van elkaar en elkaar beïnvloeden. zij gedragen zich samen anders dan afzonderlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

definieer pellikel

A

een snelle, selectieve neerslag van verschillende glycoproteïnen uit het speeksel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de initiële hechting van bacteriën aan een tandoppervlak gebeurt in 4 fasen:

A
  1. transport naar de tand
  2. initiële adhesie
    3 irreversibele binding
  3. uiteindelijke kolonisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de manieren van transport van een bacterie in het speeksel naar tandoppervlak? (3)

A
  1. diffusie
  2. spontane verplaatsing met de speekselmassa
  3. actieve beweging door sommige bacteriën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat maken de manieren van toevallig transport vd bacteriën duidelijk?

A

Dat adhesie van een bacterie alleen maar zal optreden wanneer de concentratie van die species in het speeksel hoog genoeg is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurt er wanneer een bacterie zich binnen 50nm van een tand bevindt?

A

er zullen tussen beide structuren aantrekkings- en afstotingskrachten vormen. = initiële hechting/reversibele hechting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat moet er gebeuren voor de irreversibele hechting (fase ?) van een bacterie aan het tandoppervlak?

A
  • fase 3
  • de bacterie moet de energiebarrière overwinnen (eigen energie)
  • hierna zal de binding verlopen via korteafstandskrachten (waterstofbrug, covalente, ionb.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn perikymata?

A

groeilijnen van glazuur op het tandoppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar nestelen de eerste bacteriën zich tijdens de kolonisatie?

A
  1. perikymata en glazuurdefecten (=ruwheden)

2. langs gingivale rand (aanwezige nutriënten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

factoren die meespelen in adhesie (6)

A
  1. onderlinge hechting v bacteriën
  2. duidelijke onderlinge relaties tussen species
  3. aanbrengen van voedingsstoffen
  4. gunstig beïnvloeden van elkaar
  5. vorming van maiskolfstructuur
  6. reageerbuisborstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de achterliggende factor dat plaqueaccumulatie begint bij de gingivale rand en interdentale ruimte?

A

de bacteriën in deze 2 gebieden worden beschermd tegen wrijvingskrachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de achterliggende factor dat plaque zich ook vormt vanuit groeven, putjes en andere onregelmatigheden op het tandoppervlak?

A

op de bodem van deze onregelmatigheden krijgen bacteriën de nodige tijd om hun reversibele binding om te zetten in een irreversibele hechting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

geef de 2 eigenschappen van het tandoppervlak die belangrijk zijn bij het proces van bacteriële adhesie

A
  1. oppervlakteruwheid

2. vrije-oppervlakte-energie

17
Q

wat bedoelt men met vrije oppervlakte energie?

A

de energie die aan het oppervlak is, om bijvoorbeeld water aan te trekken.

18
Q

wat is het gevolg van lage vrije oppervlakte energie van het tandoppervlak?

A

een oppervlakte met een lage vrije oppervlakte energie wordt veel trager gekoloniseerd ( en een trage plaquegroei) dan oppervlakken met een hoge vrije oppervlakte energie. (dentine, glazuur)

19
Q

samenstelling v supragingivale plaque is afhankelijk van: (2)

A
  1. de ouderdom vd plaque

2. de ontstekingsgraad vh parodontium

20
Q

verschillen tussen het supra- en subgingivale milieu (3)

A
  1. subgingivale milieu is meer anaeroob
  2. de nutriënten zijn anders
  3. bacteriën zijn beschermd tegen bepaalde krachten
21
Q

tandsteen bestaat voornamelijk uit calciumfosfaat en komt in 4 vormen voor:

A
  1. brushiet
  2. octacalciumfosfaat
  3. hydroxyapatiet
  4. whitlockiet
22
Q

oorzaken waarom tst het meeste wordt gevonden in het linguale onderfront

A
  1. plaque is daar redelijk dun
  2. suikerconcentratie is daar het laagst (snel verdwenen)
  3. verplaatsingssnelheid vd speekselfilm is daar het hoogst