18. refractaire parodontitis Flashcards

1
Q

definieer refractaire parodontitis

A

groep parontitispatiënten die niet op initiële en chirurgische behandeling reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

symptomen RfP (3)

A
  1. (bijna) geen pocketdieptereductie na behandeling
  2. voortschrijdende parodontale afbraak ondanks beh.
  3. icm. goede dagelijkse mondhygiene
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

belangrijke omgevingsfactor van RfP

A

roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

met welke ander type komt de microbiologie van RfP overeen?

A

met AP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

microbiologie AP (6)

A
  • gramnegatieve anaerobe flora
    1. Tannerella forsythensis
    2. Pg, aa, pi
    3. fusobacterium nucleatum
    4. micromonas soorten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarom is het niet mogelijk om uitsluitend op basis van een subgingivaal monster de diagnose RfP te stellen?

A

gezien de grote verschillen in resultaten tussen de diverse studies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

link tussen RfP en AB

A

in de subgingivale flora van patienten met RfP is resistentie tegen amoxiciline, metronidazol, tetracycline enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

definieer PMN

A

polymorfonucleaire leukocyt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

functie PMN

A

afweercel; migreert voortdurend vanuit de bloedbaan door het bindweefsel en aanhechtingsepitheel vd sulcus, waar het zijn fagocyterende functie kan uitoefenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat hebben RfP en JP overeen?

A

bij beide zijn de chemotaxis en de fagocytose van de PMN’s verminderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is IL-8 en zijn functie

A

een soort interleukine. Interleukinen activeren PMN’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

RfP patienten hebben een lagere aanwezigheid van

A

interleukinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

mogelijke oorzaken RfP (6)

A
  1. omgevingsfactoren
  2. gastheerfactoren
  3. microbiële populatie
  4. systematische aandoeningen
  5. antibioticaresistentie
  6. therapietrouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

behandeling RfP

A
  • uiterst moeilijk-
    1. vaak AB
    2. combinaties v therapieën (metrodinazol-amoxiciline-tetracycline)
    3. STOPPEN MET ROKEN
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly